Michèle Bogaert, de oprichtster van de Brusselse modeboetiek Icon, woont in een appartement dat niet zou misstaan in Milaan. Wij mochten binnenkijken.
In zijn nieuwste boek ‘Philosophy of the Home’ legt de Italiaanse succesauteur Emanuele Coccia de link tussen mode en interieur. Meer specifiek vergelijkt hij een huis met een kleerkast. Zijn redenering gaat als volgt: een dressing hangt vol items die je persoonlijkheid etaleren. Die garderobe is niet per se coherent, maar samen vormen al die kledingstukken wel een zelfportret van je stijl. ‘Mode is deel van ons huis dat we naar de buitenwereld kunnen meenemen. Het is een soort beweegbaar onderdeel van je woning. Een draagbare expressie van persoonlijkheid en comfort’, schrijft Coccia. ‘We enter a home in the same way that we enter our clothes. We inhabit our home in the same way we inhabit our clothes.’
Scherpe radar
We moeten aan Coccia’s vergelijking denken als we bij modeondernemer Michèle Bogaert binnenkijken. De Brusselse oprichtster van de vrouwenmodeboetiek Icon verkoopt onder meer Botter, Acne Studios, Coperni, Magda Butrym en Meryll Rogge. Toen ze drie jaar geleden een interbellumappartement kocht in Woluwe, had ze al een ‘dressing’ opgebouwd met allerlei hedendaagse kunstwerken en designstukken van jaren ver. Ook haar vriend had al het een en ander verzameld toen ze gingen samenwonen.
Wie klant is bij Icon, weet: Bogaert heeft een heel scherpe intuïtie voor wat interessant, nieuw of radicaal is. Ze weet heel goed wat ze wil. Dus was het zaak om een interieurarchitect te vinden die genoeg feeling had met mode, maar ook inspraak duldde in het ontwerp. En die wilde werken rond een bestaande ‘dressing’ van kunstwerken en designobjecten, die mee verhuisden van Antwerpen naar Brussel. ‘Ik leerde Merijn Degraeve kennen, omdat ik klant ben bij zijn man Kevin De Coninck, die de Antwerpse modeagentuur Thirteentwelve runt. Merijn snapte me meteen. De klik was er heel snel.’
Terugtrekplek
95 procent van de interieurarchitecten die dit appartement in handen krijgt, zou meteen voorstellen om de aparte keuken open te breken richting leefruimte. Maar Degraeve niet. Hij voelde aan alles dat Bogaert dat absoluut niet wilde. ‘Op mijn 26ste ben ik in een loft gaan wonen. Fantastisch was dat toen. Maar nu wil ik dat niet meer, zo’n grote open ruimte zonder privacy. Hier moet iedereen zich kunnen terugtrekken in zijn eigen plekje’, zegt ze. ‘Dit appartement is ook niet ontworpen om veel mensen te verwelkomen. Ik hou hier niet om de haverklap grote diners voor twaalf personen. Zelfs mijn zus is hier amper al geweest. Ik heb in de winkel dagelijks zoveel sociaal contact met klanten dat ik ‘s avonds moe gepraat ben. Als ik thuiskom, wil ik niet nóg eens veel volk moeten entertainen. Dit appartement is een private retreat, waar ik me op mezelf kan terugplooien.’
Daarom is de inox keuken – uitgewerkt door het Italiaanse Abimis – een afzonderlijke ruimte, ‘waar je ook een discreet gesprek kunt voeren zonder dat iedereen in de woonkamer meeluistert’. En vandaar ook dat er geen XL-eettafel in het appartement te zien is. Wat staat er dan wél in de leefruimte? Twee Quaderna-‘blokjestafels’ van Zanotta, die Bogaert gebruikt als bureau, leeshoek, werkplek én eettafel. ‘Nu heb ik opgeruimd, maar het is vaak een rommeltje op die tafels’, geeft ze toe. ‘Ik kan die twee Quaderna’s ook perfect uit elkaar halen en apart in de ruimte zetten. Ik heb veel los meubilair, dus ik kan vrij combineren met alle stukken. Behalve de badkamer, de bibliotheek en de keuken heeft niks hier een vaste plek. Het appartement leent zich perfect tot wisselen, net als een dressing waaruit je je look kunt kiezen.’
Ook dat was een uitdaging voor interieurarchitect Degraeve: hij kon de functies niet definitief intekenen, want Bogaert wilde de inrichting zo flexibel mogelijk houden. ‘De zithoek en de woonkamer zijn hier al eens van plaats veranderd, ja’, zegt de interieurarchitect. ‘Michèle woont hier nu al bijna drie jaar. En ze is nog altijd stukken aan het zoeken of wisselen. Af zal het nooit zijn, maar dat is prima. De individuele stukken zijn ook nooit gekozen om ‘assorti’ te zijn met elkaar. Ze wilde geen interieur waar alles perfect bij elkaar past. Ze vertrouwt gewoon op haar eigen smaak.’
Italiaanse flair
In haar appartement combineert Bogaert inderdaad heel vrij. Radicaal Italiaans design mengt ze met een zeventiende-eeuws schilderij. Glossy lakwerk met een strakke inox keuken. En hedendaagse avant-gardekunst van Tony Matelli of Sanam Khatibi met herkenbare designklassiekers à la Rietveld of Magistretti. ‘Ik hou van een onverwachte mengeling van klassieke elementen en extremere zaken’, legt Bogaert uit. ‘In Milaan zijn ze daar doorgaans erg goed in. Ik kan me vergapen aan die prachtig ingerichte Milanese palazzo’s van ontwerpers. Lang niet alle elementen vind ik even mooi, maar de mix klopt wel. Zo’n interieur zegt veel meer over de persoonlijkheid van de bewoner dan over de mode van dat moment.’
Haar appartement zou inderdaad niet misstaan in Milaan. De Italiaanse flair zit in de geometrische doorloopbibliotheek, ontworpen door Degraeve, maar geïnspireerd op Memphis-design. Maar ook in de console van Willy Rizzo of de ‘Callimaco’-vloerlamp van Ettore Sottsass, die de inspiratie gaf voor het verrassende kleurenpalet in de woning. ‘We voegden ook glamoureuze details in lakwerk toe. Het geeft het appartement een Italiaanse retro-hotelvibe, die hier wel past’, vindt Degraeve.
Het toppunt van het hotelsuitegevoel ligt in de badkamer, aansluitend bij de masterbedroom. Daar combineerde Degraeve een spiegelende dressingskast met een gerestaureerde interbellumwastafel, paarsig Italiaans marmer en een wijnrode badkuip in email. Luca Guadagnino meets Dimore Studio.
Uiting van individualiteit
Wilden Michèle Bogaert en Merijn Degraeve van het appartement een modestatement maken, dat de trends volgt of voorspelt? ‘Ik noem het een uiting van vrijheid. We hebben puur ons gevoel gevolgd, los van de tendensen’, zegt Bogaert. ‘Dit appartement is helemaal niet ingericht vanuit het idee: wat zullen andere mensen hiervan denken? Dit is hoe ik wil wonen. Dit is waar ik van hou. Als je iets wil wat iedereen mooi vindt, kom je uit bij iets zonder identiteit.’
In de mode ziet Michèle Bogaert die houding ook terugkomen: buikgevoel en vrijheid primeren weer op het totaalplaatje. ‘Mode wordt weer een uiting van individualiteit. Merken veroorloven zich meer en meer vrijheid. Mensen willen stukken met karakter, geen discrete uniformpjes waarmee ze nooit uit de toon vallen. Ik heb niks tegen quiet luxury. Maar wel als mensen daarnaar grijpen omdat ze bang zijn om te tonen wie ze werkelijk zijn. Jongeren puzzelen met vintage unieke persoonlijke looks in elkaar, los van alle trends. Het ‘picture perfect’-uniformpje, dat alle trends afvinkt: het hoeft niet langer voor hen. En dat vind ik interessant. Mijn filosofie is: als je iets graag ziet, dan kun je alles mengen. Dan vindt het wel zijn plaats in je dressingkast of in je interieur.’
Icon
| Adres | Nieuwe Graanmarkt 5, Brussel
| Website | icon-shop.be
Merijn Degraeve
| Website | merijndegraeve.com