Welkom in ‘Villa Bloc’, het arendsnest op de top van Cap d’Antibes dat vandaag in Belgische handen is en waarmee de Franse architect Claude Parent onsterfelijk werd.
Je moet naar het hoogste punt van Cap d’Antibes klimmen om tot bij dat smalle zandpad te komen. Volg dat tot bij het huis, daar vlak bij de vuurtoren van Garoupe. Druk op de deurbel en het hek schuift langzaam open, muisstil, waarna een spectaculair uitzicht op de Middellandse Zee tevoorschijn komt. Vervolgens moet je over een hangbrug, en kom je eindelijk bij het huis dat neerkijkt op de blauwe zee. Sean Connery of Roger Moore, zo je wil, ze kunnen hier elk moment om de hoek komen wandelen: dat gevoel.
Het huis is in de rotswand ingekapseld en doet wat denken aan ‘Fallingwater’, de eveneens iconische villa van de Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright: het probeert niets van het landschap te verhullen, met al dat glas. Het is een ode aan de geometrie, de puurheid en de transparantie. Alleen de verschuifbare luiken aan de buitenkant hielden oorspronkelijk een deel van het huis ondoorzichtig, al blijft er daar vandaag maar eentje van over. De villa reflecteert het licht als een diamant met eindeloos veel facetten.
Azurenkust
In 1959 vroeg architect en beeldhouwer André Bloc aan Claude Parent (1923-2016) om zijn vakantievilla aan de Azurenkust te ontwerpen, op een stuk land dat hij had gekregen van een bevriend kunstenaar. Het moest zijn beeldhouwstudio worden, maar tegelijk een ‘experimentele woning’. In die tijd kenden de twee architecten elkaar al goed, want ze hadden een gedeelde passie: inventieve moderniteit. Bloc (1896-1966), een atypische en veelzijdige creatieve geest, richtte in 1930 het magazine ‘L’Architecture d’Aujourd’hui’ op, dat hij jarenlang zou volschrijven. Hij nam Parent op in het redactiecomité en nodigde hem uit om lid te worden van de Espace-groep die hij in 1951 zou oprichten: een groepering die pleitte voor een nieuwe synthese van de kunsten, in een lijn die heel dicht lag bij Theo van Doesburg en het neoplasticisme van de jaren 20. Onder meer architect Ionel Schein, kunstenares Sonia Delaunay en ontwerper-architect Jean Prouvé waren lid.
‘Ex’ on the beach
Villa ‘Ex’, de eerste letters van ‘experimenteel’, zoals de villa later werd genoemd, bevindt zich op een zeer steil stuk grond waarop het bijzonder moeilijk bouwen is. De uitzonderlijke locatie biedt een uitzicht van meer dan tweehonderd graden op de Middellandse Zee, van het kasteel van de Grimaldi’s in Monaco tot het strand van La Garoupe. De technische beperkingen van de locatie deden de architect kiezen voor een raamwerk van platen gewapend beton en zeer slanke stalen IPN-balken, blauw als de zee en de lucht, die een kader in het landschap lijken te vormen.
Dit is inderdaad een soort Lego-huis, op drie niveaus: de leefruimte op de eerste verdieping, een solarium op het middelste niveau en helemaal beneden de werkplaats. Twee grote portieken, uitgehouwen in de rots, dragen het bewoonbare gedeelte en een open plateau, die beide in de lucht lijken te zweven. Een grote, spiraalvormige trap die veel weg heeft van een sculptuur, verbindt de hoogste twee niveaus met de gelijkvloerse verdieping: een heuse krachttoer, ontworpen en bedacht door André Bloc, maar ook een trap die voortvloeit uit zijn overtuiging dat alleen beeldhouwkunst de architectuur in staat kon stellen om te blijven vernieuwen.
En dan is er natuurlijk het atelier van de kunstenaar, stevig verankerd in de grond – een kwestie dat alles stabiel blijft. Daaronder het zwembad dat later werd aangelegd door de derde eigenaar van het pand, een Amerikaan.
De architecturale stijl doet sterk denken aan wat de Duits-Amerikaanse architect Ludwig Mies van der Rohe deed, ‘maar dan dynamischer’, zoals Parent het zelf verwoordde. ‘In vergelijking met de minimalistische kubus die de villa is, lijkt de buitentrap op een barokke spiraal: een opzettelijke tegenstrijdigheid is dat. We waren namelijk geobsedeerd door Ludwig Mies van der Rohe en probeerden zijn pure, maar al te strakke stijl te vernieuwen.’
In een interview in 1970 zei Claude Parent: ‘Het zijn de kunstenaars die me gered hebben uit de klassieke architectuur. Dankzij hen leef ik nog.’ Parent, geboren in 1923 in Parijs, is inderdaad een duizendpoot. Hij grossierde in jobs tot hij de architectuur ontdekte. ‘Ik droomde van vliegtuigen toen ik jong was, van mooie auto’s en boten. Ik wilde ingenieur worden, maar dat lukte niet. Ik probeerde dus twaalf stielen, van modeontwerper tot reclamemaker, boekillustrator en kunstcriticus.’
Zijn studies architectuur werkte hij niet af, zodat hij een van de acht was die zich zonder diploma inschreven bij de Franse orde van architecten. In zijn onafhankelijke rol was hij de eerste architect die in de jaren 50 brak met het modernisme. De bouw van ‘Villa Bloc’ viel samen met de periode waarin hij tussen 1959 en 1962 samenwerkte met kunstenaar Yves Klein, frontman van het nieuwe realisme. ‘Klein heeft me helemaal bevrijd’, vertelde hij daarover.
Luchthaven van Roissy
In diezelfde periode lanceerde architect John Entenza in de Verenigde Staten het ‘Case Study Houses’-programma: moderne en betaalbare huizen aangepast aan het Californische klimaat, die in de naoorlogse context een ideale omgeving boden. Natuurlijk is er een gemene deler tussen de ‘Bloc’-villa en de Amerikaanse ‘Case Study Houses’, maar ook met het ‘Fallingwater’-huis van Wright. Zoals de steile omgeving, maar ook de naadloze integratie in de natuur.
Samen met de Franse filosoof Paul Virilio was Parent de man achter de zogenaamde ‘schuine functie’, een researchprogramma rond het hellend vlak dat resulteerde in de bouw (1963-1966) van de Eglise Sainte-Bernadette du Banlay in Nevers, in de Franse regio Bourgogne-Franche-Comté. In 1974, toen de nucleaire energie opgang maakte, probeerde hij samen met de Franse elektriciteitsproducent EDF de kerncentrales in het landschap te integreren. Een omvangrijk project dat Parent bijna twintig jaar zou coördineren en waarbij hij streefde naar een architectuurlandschap waarbij de kerncentrales verbonden werden met vlaktes, duinen, kliffen of stranden.
Zijn zoektocht naar onevenwicht en beweging is ook terug te vinden in verschillende van zijn projecten, zoals de luchthaven van Roissy (1989-1996), waarvoor hij heel diverse materialen, kleuren en effecten gebruikte – het gebouw neigt naar een soort deconstructieve esthetiek.
Een ander voorbeeld is het Franse paviljoen op de Biënnale van Venetië van 1996, een neoklassiek gebouw dat hij versierde met twee massieve betonnen blokken, gescheiden door een gigantische breuklijn.
Hartaanval en depressie
In 2001 pakte Parent uit met ‘twaalf subversieve handelingen om het systeem te omzeilen’, zoals ‘surfen op het oppervlak’, ‘schuin leven’ of het ‘het immobiele losmaken’. Parent was een meester in contradicties, want zorgde er altijd voor dat de toevallige kijker het evenwicht bijster raakte, starend naar zijn creaties, om dat evenwicht vervolgens druppelsgewijs terug te vinden. Hij was een rebelse en onafhankelijke geest die veel te laat erkenning kreeg.
‘Het was een constante strijd’, zei hij in 1979, toen hij de Grand Prix National d’Architecture kreeg. ‘Heel vermoeiend. Ik betaalde dan ook een hoge prijs voor mijn intrede in het vagevuur: een hartaanval, gevolgd door een lange depressie.’
Toen Parent in 2016 overleed, zei zijn voormalige leerling en vriend Jean Nouvel: ‘In deze tijden waarin er almaar minder respect is voor de Franse architectuur, was Claude Parent degene die altijd weerstand bood. Hij was het geweten, maar ook de humor, gekoppeld aan menselijkheid en elegantie.’ Nouvel vond die humor zelfs terug in de plannen en aantekeningen voor Villa Bloc: ‘Het terras met platen is gebouwd door dezelfde, idiote en malafide architect’, krabbelde Parent erop.
Belgische eigenaars
Opmerkelijk: Villa Bloc is vandaag eigendom van een Belgisch koppel. ‘We waren op zoek naar een vakantiehuis’, vertellen ze. ‘Eerst wilden we een palazzo aan de Italiaanse kust, maar dan beseften we dat Italië net iets te ver van België ligt.’ Tijdens een uitstap naar de Azurenkust viel het oog van de Belgen drie keer op een advertentie voor de ‘Villa Bloc’: ‘Het voelde toen al alsof dat huis voor ons voorbestemd was’, lachen ze. ‘We bezochten een tiental huizen in Cap d’Antibes, maar die konden ons niet overtuigen, vooral omdat de ramen altijd te klein waren. Dit huis was helemaal anders, midden in de natuur, met de blauwe zee zover het oog reikt. Het is uniek.’
Die weelderige, natuurlijke omgeving met dat blauw als achtergrond laat niemand onberoerd. ‘Bij mooi weer krijgen de pilaren dezelfde kleur als het blauw van de zee. Adembenemend mooi is dat’, aldus de eigenaars. En ze voegen er nog aan toe: ‘Eigenlijk is dit geen huis, maar een kunstwerk. Op die combinatie van natuur, rust en oneindig uitzicht staat geen prijs.’
‘Villa Bloc’, in 1992 opgenomen op de lijst van historische monumenten, was het eerste huis aan de Côte d’Azur in een ‘hedendaagse’ stijl. Het werd gebouwd tussen 1959 en 1962 en was dus toe aan een grondige renovatie. ‘Kort nadat we het in 2010 hadden gekocht, belden we Claude Parent en zochten hem op in Parijs om zijn advies te vragen voor de restauratie. Hij voegde een paar elementen toe, zoals een lift die de verdiepingen met elkaar verbindt. Hij was zeer tevreden met de renovatie. Hij schreef ons zelfs een brief waarin hij zei dat de villa zijn favoriete pand was en dat hij nu met een gerust hart kon sterven, omdat het in goede handen was.’