Retranchement wordt zijn nieuwe stek. Maar voorlopig woont kunsthandelaar Bertram De Brock nog in zijn Knokse appartement vol familiesouvenirs en coups de coeur.
Zijn verbouwing moet nog beginnen, maar over twee jaar wil kunsthandelaar Bertram De Brock samen met zijn kersverse vrouw Camille De Velder verhuizen naar Retranchement, net over de Nederlandse grens. Ja, dat is groot nieuws, want de familie De Brock is vergroeid met Knokke.
Sinds 1991 hoort De Brock Gallery, opgericht door zijn vader Patrick (die het intussen wat kalmer aan doet), tot de vaste kunstwaarden in het Zoute. Eerst in de Strandstraat, later op de Zeedijk. Tussen 1987 en 1997 had Patrick ook een designwinkel: Objects. ‘Hij verdeelde vooral Italiaanse merken zoals Alessi en Cappellini, maar ook stukken van designers als Jasper Morrison, Marc Newson en Maarten Van Severen’, zegt Bertram De Brock. ‘Ik moet eerlijk zijn: ik heb het alleen van horen zeggen. Ik ben in 1995 in Knokke geboren, ik was twee jaar toen hij met de designwinkel is gestopt.’ Toch staan in zijn gelijkvloerse appartement in Knokke nog veel designsouvenirs uit die pioniersdagen. De Jasper Morrison-commode in zijn eetkamer bijvoorbeeld. ‘‘Universal System’ heet die reeks, bedacht als een modulair kastensysteem dat je kunt stapelen, en hoger of lager maken’, zegt hij.
Ook interessant is de aluminium boekenkast van wijlen Maarten Van Severen. ‘Mijn vader ging vaak naar Maartens atelier in Gent, in Knokke heb ik hem niet zo vaak gezien. Maarten noemde deze kast ‘twee meter boeken’. Dit unieke exemplaar is wel tweeënhalve meter breed, dus die is wellicht ooit op maat gemaakt.’ Verkopen is absoluut geen optie. En de houten salontafel van Maarten Van Severen uit 1991 ook niet. ‘Hij en zijn vrouw Marij de Brabandere hadden dat meubel mee als cadeau op het huwelijk van mijn ouders in 1992. Maarten vroeg mijn vader ooit waarom hij zijn meubilair niet in de kunstgalerie wilde tonen. Ondenkbaar was dat toen voor mijn vader. Maar als je ziet dat Tim Van Laere in zijn kunstgalerie nu design van Muller Van Severen toont en Gagosian meubilair van Marc Newson, besef je dat die vraag zeker niet onnozel was.’
Sturm-und-drang
Aan De Brocks appartement kleven nog andere familieverhalen. Tegen de slaapkamermuur prijkt een van de eerste schilderijen die zijn vader heeft gemaakt: een expressionistisch doek uit 2020, waarvan de urgentie voelbaar af spat. ‘Het was het begin van de lockdown en opeens hadden we een zee van tijd. Mijn vader had al langer de intentie om te beginnen schilderen en nu had hij eindelijk zijn papier, verf en houtskool besteld. Vanaf het eerste moment was er een explosie van creativiteit. Pure sturm-und-drang, echt ongelooflijk. Dit specifieke werk is met een buitengewone intensiteit geschilderd. Ik kan er naar blijven kijken’, zegt hij. ‘Ikzelf heb die creatieve gave totaal niet, geef me een penseel en er komt niks uit.’
De Brock woont op de gelijkvloerse verdieping van een statig jarendertiggebouw, maar groeide op in het appartement van zijn vader op de derde verdieping. ‘De accrochage van de kunstwerken veranderde thuis geregeld. Op de diners die mijn vader er gaf met artiesten, vrienden en kunstverzamelaars werd er al eens een ‘tableau’ uit onze living verkocht.’ Hij gebruikt zijn appartement ook soms voor diners onder vrienden. ‘Hier kun je de hele avond oog in oog met een kunstwerk zitten, in een huiselijke sfeer, dat is een luxe. Als je in de galerie een minuut stilstaat bij een werk, is het al veel.’
Logeerplek voor kunstenaars
Voor hij er introk, gebruikte zijn vader het gelijkvloerse appartement als stock en als ‘private viewing room’. Hij hing er wel eens belangrijke werken op, bijvoorbeeld van Donald Judd of Kenneth Noland, die hij liever discreet wilde aanbieden aan enkele verzamelaars. Later richtte hij met interieurarchitecte Nathalie Deboel de ruimte in als volwaardig appartement. ‘Kunstenaars die naar Knokke kwamen voor tentoonstellingen bij ons, konden hier dan verblijven na het vernissagediner. Artiesten als Terry Winters, Dan Walsh en Jonas Wood hebben hier allemaal geslapen.’
Al heel vroeg werd Bertram De Brock bij de kunstwereld betrokken. Hij was er vaak bij op diners met verzamelaars bij hen thuis. En van de vernissages in de galerie heeft hij er niet één gemist, zegt hij. ‘Al van jongs af bezocht ik met mijn vader Art Brussels. Hij vroeg me altijd om een lijst te maken met de beste stands. Dan bespraken we die samen. Later, toen ik studeerde, broste ik geregeld de lessen om met mijn vader mee te gaan op atelierbezoek in Londen of naar de Parijse kunstbeurs Fiac. Ik liep tijdens mijn studies toegepaste economie stage bij Christie’s en schreef mijn eindverhandeling over de kunstmarkt. Toen ik afstudeerde in juni 2017 werkte ik eerst een zomer in de galerie. Dat viel zodanig mee dat ik nooit meer vertrokken ben.’
Verf wordt doek
Noblesse oblige: aan de muren van zijn appartement hangt er werk van jong talent uit het programma van de galerie. Ethan Cook bijvoorbeeld, de New Yorkse artiest die ze in november 2017 voor het eerst zijn gaan opzoeken in New York. ‘Ethan is bekend om zijn handgeweven canvassen in abstracte kleurvlakken. Hij is geen epigoon van Anni Albers of Alighiero Boetti: twintigste-eeuwse kunstenaars die vaak met textiel werkten. Cook is eigenlijk een schilder, die geen verf, maar stof gebruikt. Materie en kleur, verf en doek: hij verenigt de twee in zijn werk.’ Ook deze zomer, op de groepstentoonstelling ‘Red’ in augustus, hangen er weer twee knappe werken van Cook in roodtinten. Maar het werk dat boven zijn commode hangt, zal er niet bij zijn. ‘Ik vind het werk hier zo goed passen, dat ik er eigenlijk niet van af wil.’
Pal tegenover de Ethan Cook, aan de andere kant van het appartement, hangt een ander abstract werk waaraan De Brock gehecht is: een doek met twee krachtige gele borstelstreken van Beth Letain. ‘Zij is, net als Ethan Cook trouwens, autodidact. Afkomstig uit een onooglijk dorpje in Canada, begon ze haar carrière als wetenschapper. In haar vrije tijd schilderde ze al gedurfde abstracte composities op grote doeken, maar daar maakte ze nooit carrière mee. Tot ze naar Berlijn verhuisde en via via de mensen van Peres Projects ontmoette op een vernissage. Zij toonde haar monumentale schilderijen en ze gaven haar terstond een solo. Intussen wordt ze getoond op alle grote beurzen. En ook bij ons in Knokke.’
Uitvliegen
Met succesvolle levende kunstenaars als Ethan Cook, Beth Letain, Landon Metz, Lawrence Calver en Julian Pace (van wie er momenteel een tentoonstelling plaatsvindt in de galerie) is Bertram De Brocks invloed al goed voelbaar in de programmering van de galerie. ‘We vertegenwoordigen uitsluitend gevestigde buitenlandse artiesten die al door andere grote galeries getoond worden in grootsteden zoals Londen, New York of Los Angeles. Dat combineren we met ‘secondary market’-werken van gevestigde namen zoals Josef Albers, Donald Judd, Robert Mangold, Kenneth Noland en Richard Serra’, zegt hij. Nu hij meer en meer zijn stempel begint te drukken, is de vraag in welke richting hij de galerie wil duwen in de toekomst. Is Knokke niet te beperkt? Moet hij niet uitvliegen?
‘Ik denk daar soms wel eens over na, ja. Het seizoen in Knokke loopt van april tot oktober, dat is heel kort. Het heeft voor ons niet veel zin om in november of januari een vernissage te organiseren, er komt dan toch geen kat. Ik hoef de galerie zeker niet tot Knokke te beperken en vind dat we ons programma op meer plaatsen zouden moeten kunnen tonen’, zegt hij geheimzinnig. Wat er ook komen zal: je leest het hier als eerste.
De Brock Gallery
| Waar? | De Brock Gallery, Zeedijk 758, 8300 Knokke
| Website | debrockgallery.com
Vanaf 5 augustus vindt de groepstentoonstelling ‘Red’ plaats, met werk van Ethan Cook, Keith Coventry, Donald Judd, Imi Knoebel, Sol LeWitt, Robert Mangold, John McCracken en Serge Poliakoff.