De komende weken verblijft Emmanuel de Bayser geregeld in zijn chalet nabij Gstaad. De eigenaar van de drie Berlijnse conceptstores The Corner snakt naar rust in de Zwitserse natuur. Het voorbije jaar werkte hij tegen de deadline aan de renovatie van de grootste vestiging aan de Französische Strasse. ‘Het interieur was vijftien jaar oud en typisch Berlijns: industrieel en een tikje kil. Tijd voor een update, vond ik. Ik wilde er een warmere boetiek van maken, in een jarenveertigsfeer, met rondingen en zachte materialen. Vandaar de samenwerking met de Parijse ontwerpstudio Pierre Augustin Rose, bekend van zijn sofa’s’, zegt hij. ‘The Corner is nu een conceptstore die aanvoelt als een gezellig appartement. Je kunt er nog altijd een jurk, een handtas, een sofa, een meubel van Rick Owens of servies van Ann Demeulemeester kopen, maar er zijn ook zetels waarin je rustig een boek kunt lezen. In die huiselijke setting staat ook veel meer kunst dan vroeger. Je shopt tussen bustes van de Duitse beeldhouwer Thomas Junghans en totems van de Fransman Nicolas Lefebvre. En die sculpturen combineren we met fragmenten van beelden uit de klassieke oudheid, afkomstig van de Parijse Galerie Chenel.’
‘Ik heb altijd al in grote steden als Parijs, Berlijn en Milaan gewoond en gewerkt. Maar na twintig jaar had ik dringend nood aan meer contact met de natuur. Toen het drie winters geleden zo koud was in Berlijn, besloten mijn partner Jozef (Voelk, medeoprichter van The Corner, n.v.d.r.) en ik: dit is de laatste winter die we hier doorbrengen. In januari 2019 begonnen we onze zoektocht naar een huisje in de natuur. We keken rond in Zuid-Frankrijk en in Normandië, waar we bijna een huis kochten met een fantastisch zeezicht. Tot we – gelukkig net op tijd – in Le Figaro lazen dat er in zee een windmolenpark aangelegd zou worden, pal in ons zicht.’
‘Jozef had er vrienden, die ons aanraadden om er eens rond te kijken. Eigenlijk wisten we precies wat we zochten: een penthouse met een fantastisch uitzicht. We konden er een bezoeken, op drie kilometer van Gstaad, met panorama op de stad én op de bergen. Het chalet had vijf kamers: veel te veel voor ons. Het houten dakgebinte zag je niet, omdat er een vals plafond was gemaakt voor een zolder, die niet gebruikt werd. Eigenlijk was het penthouse compleet te renoveren. Maar we voelden allebei het potentieel. Dus beslisten we heel snel.’
‘Wie wil, kan hier een zeer mondain bestaan leiden. We hebben vriendinnen die elke dag lunchen, dineren en uitgaan. Maar we kennen hier ook Duitsers die bewust niemand zien en niks anders doen dan wandelen. Gstaad is echt best of both worlds. De m’as-tu vu-sfeer van de nouveaux riches in Courchevel hangt hier niet. Maar het is ook niet Verbier, waar de echte skiërs van 8.00 uur ’s morgens tot 18.00 uur ’s avonds op de latten staan. Ik behoor sowieso niet tot die groep, want ik verkies toch langlaufen. In Gstaad verblijven meer oude families, die hier al generaties lang komen genieten van de rust en de natuur. Als je hier gaat wandelen, kom je onderweg alleen chalets en boerderijen tegen, geen hoogbouwskihotels.’