In de heuvels rond Firenze, vlak bij het iconische Piazzale Michelangelo, maakte de Indiase toparchitecte Shonan Purie Trehan het perfecte renaissancehuis nóg perfecter. Wij mochten binnenkijken.
Een renaissancevilla in Firenze als ultieme eindpunt van haar zoektocht naar een nieuw leven: voor Shonan Purie Trehan was dit de plek waar ze móést landen, samen met haar man en twee kinderen. Achter de serene blik van de Indiase architecte en interieurontwerpster schuilt een briljante geest. Haar studio L.A.B. (Language, Architecture, Body), wereldwijd geprezen, maakt ontwerpen die gebaseerd zijn op de samenhang tussen functionaliteit en emotie.
Het is dan ook geen toeval dat Trehan voor Firenze koos – de stad waar het humanisme ontstond en waar haar werk zich perfect mee verweeft. ‘Mijn man zag deze privéwoning van Luigi Fragola in een magazine en was meteen verkocht’, lacht Trehan. ‘We hebben Luigi meteen gecontacteerd. Ik zocht sowieso al een lokale partner, en eerlijk? Onze eerste ontmoeting was een van de gelukkigste momenten in mijn leven.’
Luigi Fragola is een Italiaanse architect én interieurontwerper, bekend om zijn magistrale villa’s met een lage energie-afdruk. Maar hij is ook de favoriet van luxehotels die op zoek zijn naar een eigentijdse signatuur. Zo ontwierp hij onder meer The Place Firenze en het boetiekhotel Ameron in Frankfurt. Nóg in Firenze tekende hij het indrukwekkende treinmuseum HZero.
Waarom besliste je om uitgerekend in Firenze te gaan wonen?
Shonan Purie Trehan: ‘De voorbije twaalf jaar woonden we in Mumbai. We hebben daar een huis in de heuvels, buiten het stadscentrum. Die plek bood ons een perfect evenwicht tussen de stadsdrukte en het landelijke leven waar we zo van houden. Eigenlijk is het meer een boerderij dan een huis. Tijdens de pandemie verbleven we daar met het hele gezin. En hoewel je dat niet zou verwachten, was die vorm van ‘isolatie’ eigenlijk een godsgeschenk. Als volwassene voelde ik me altijd al aangetrokken tot contrasten: de drukte van de stad en de kalmte van het platteland. Maar de kinderen werden nadat de pandemie was uitgeraasd, nostalgisch naar die ‘tijd in de heuvels’. Ze herinneren zich dat nog altijd als een idyllische periode. Daaruit ontstond het idee om terug te keren naar een meer ‘groene’ manier van leven.’
En waarom Firenze?
‘Ik kan het moeilijk uitleggen, het was meer een gevoel dat ons hiernaartoe trok. Mijn man en ik hebben zowat overal gewoond en gewerkt: Montréal, Londen, Amsterdam, New York, zelfs China en Singapore. Maar dat was toen we nog geen kinderen hadden. Met hen woonden we alleen in Mumbai. Op een gegeven moment dachten we: misschien is het tijd voor iets nieuws, een echte levenservaring, voor ons én de kinderen.’
‘We wilden hen dat gevoel van hun ‘tijd in de heuvels’ teruggeven, maar dan dicht bij een stad. En hoewel mijn man en ik amper Italiaans spraken – onze kinderen pikten de taal wél snel op – voelde Italië als een logische keuze. Ik ben als architect altijd een fan geweest van de Italiaanse cultuur en van Italiaans design. Firenze leek ons de ideale plek: ongeëvenaard vakmanschap, een overvloed aan kunst, geweldig eten én in een kwartiertje sta je vanuit het stadscentrum in de bedwelmende natuur.’
‘We zochten aanvankelijk gewoon een huurhuis, maar toen liet een goede vriendin, Caroline Budini Gattai, ons deze villa zien. Het was liefde op het eerste gezicht. En we hakten meteen de knoop door. Ja, een radicale keuze, maar het voelde goed. Hier vonden we de perfecte balans tussen natuur en cultuur, zo overvloedig dat ik er nog altijd verbaasd naar sta te kijken.’
‘Ik vlieg iedere maand naar Mumbai voor mijn werk, dus ik heb nog steeds die intensiteit van mijn professionele leven, maar daarnaast geniet ik van de schoonheid van dit leven in Firenze. Het beste van twee werelden.’
Wat bedoel je eigenlijk met ‘verbaasd staan kijken’?
‘Kijk naar de locatie van dit huis. Vanaf de heuvel zie je zowel de stad als het platteland errond. En het is écht maar vijftien minuten rijden vanuit het centrum, soms zelfs minder. Je kunt hier wandelen en fietsen, en we hebben een mooie tuin met olijfbomen, planten en bloemen. De rust die je hier voelt, vind je nergens.’
Wat heeft dit nieuwe leven je gegeven?
‘Iets wat ik nooit had verwacht: de gemeenschap die ik hier vond. Ik dacht dat we veel geïsoleerder zouden zijn, misschien zelfs ‘eenzamer’. Maar in geen tijd ontmoetten we zoveel mensen van overal ter wereld: een geweldige gemeenschap die ervoor koos om in Firenze te wonen.’
Hoe pakte je de inrichting van het huis aan?
‘We wilden de kleuren van de villa respecteren, echt ‘Toscaans’, als eerbetoon aan dit land en de streek. Maar tegelijk moest de villa fris, levendig en smaakvol zijn. Luigi heeft een ongelofelijk gevoel voor kleur. Daarom dachten we: hij is dé man voor deze job. En ja, hoor, Luigi begreep meteen wat hier moest gebeuren en stelde zich ongelofelijk flexibel op. Hij zag dat dit huis bewoond zou worden door een echt gezin.’
Kleur en kunst
Het resultaat is een renaissancevilla die nieuw leven is ingeblazen door een meesterlijk gebruik van kleur en kunst. Ieder hoekje straalt vitaliteit en geluk uit. ‘Renaissancevilla’s zijn prachtig van buiten, maar missen vaak eigentijdse vrolijkheid binnenin’, zegt Luigi Fragola. ‘Ze kunnen zwaar en formeel aanvoelen, maar dankzij de energie van dit gezin en de aard van het interieur vinden we hier een vleugje fraîcheur, geluk en vreugde. We combineerden de imposante formaliteit van de renaissance met de schoonheid van het echte leven.’
Hoe zou je de villa omschrijven? Op welke manier woon je erin?
Shonan Purie Trehan: ‘Dit is een ‘open’ huis. Het is hier een komen en gaan van gasten van over de hele wereld. Oude en nieuwe vrienden, familie. Firenze ligt echt op ieders route. Iedereen reist hiernaartoe, iedereen wil hier op bezoek komen. Het is een huis dat altijd vol vreugde is.’
Het huis staat ook vol met kunst?
‘Inderdaad, allemaal stukken die we zelf kozen. Zoals dat werk van de Indiase conceptuele kunstenaar Mithu Sen. Het heeft een sensuele, intieme en intense uitstraling. Het was het eerste stuk dat we vonden. Meteen daarna kochten we een werk van Saskia Pintelon, een Belgische kunstenares die naar Sri Lanka verhuisde. Ik ben ook dol op een stuk van een Portugese kunstenaar, gemaakt van gerecycleerde stoffen. Het herinnert me eraan dat elk stuk in dit huis een verhaal vertelt over ons leven zoals het was voor we hiernaartoe verhuisden: alsof de verhalen van vroeger ons naar hier zijn gevolgd.’
‘Veel van onze eerdere huizen hadden open ruimtes, we hadden niet veel muren om kunst op te hangen. We zeiden vaak: “We hebben meer kunst dan muren!” Maar nu hebben we dus ook de muren.’
En hoe koos je het meubilair?
‘Eigenlijk maakten we een mix van India en Europa. India is qua vakmanschap best wel verwant met Italië. Die grote cactus en de salontafel zijn Indiaas en op maat gemaakt, net als alle tapijten. Luigi ontwierp bijvoorbeeld het tapijt voor de woonkamer. We pakten het hele huis op die manier aan: als een grote mix. Zoals de tafel in de woonkamer, ontworpen door de Nederlander Dirk van der Kooij en gemaakt van gerecycleerde materialen. Ik ben dol op die tafel, want het plastic krijgt hier een nieuw leven en ziet eruit alsof het met een penseel is beschilderd.’
‘Het antiek vonden we op veilingen. We zijn emotionele kopers en gaan alleen achter stukken aan die we echt mooi vinden, om die dan te combineren met Indiaas design of handgemaakte objecten. We houden heel erg van keramieken vazen met textuur, organische vormen en een tactiele uitstraling. Het huis staat er vol van – mijn man houdt van bloemen.’
Er zijn ook heel wat grote namen uit de designwereld?
‘Ik ben fan van Italiaans design. We hebben veel verlichting van Stilnovo, en stoelen en krukken van Cassina. De banken in het grote salon en de bedden zijn van Edra, Baxter en Meridiani. Veel stukken werden speciaal voor dit huis gemaakt, maar eigenlijk volg ik een simpele regel: de kracht van goed design is onmiskenbaar. Je kunt het met niets anders nabootsen.’
Het huis heeft een kamer die helemaal roze is. Een verwijzing naar Mumbai?
‘Klopt. Noem het een hoekje ‘puur India’. Ik hou van roze. Hier zie je een cirkelvormig werk van Bhagyanath C: een sociaal-antropologisch portret van de grote politieke geschiedenis van India, met veel personages en gebeurtenissen uit de hedendaagse Indiase cultuur. Als je onze geschiedenis kent, is het leuk om al die afgebeelde episodes te herkennen. Voor mij is kunst ook: alles wat gebeurt.’
Je bekijkt design en architectuur altijd door een culturele en empathische lens: een eigentijdse, holistische levensfilosofie. Zoals wordt weerspiegeld in het manifest van jouw studio, L.A.B.
‘Ja, ik heb dat perspectief in alles wat ik doe. Firenze heeft een zeer levendige cultuur. Veel soorten cultuur ook, die de Italianen bij elkaar brengen, zoals sport. Hier trappen de kinderen allemaal een balletje, wat leidt tot sociale cohesie. We hebben al veel nieuwe vrienden gemaakt en uitstapjes gemaakt naar andere stadjes voor de wekelijkse voetbalmatch van onze kinderen. Het is een voorbeeld van hoe de sport, die diep in de Italiaanse cultuur geworteld zit, ons gezin de kans biedt om nieuwe dingen te ontdekken en onze kijk op de wereld te verrijken.’
Heb je een favoriete plek in huis?
‘Mijn werkkamer, de enige kamer op de bovenste verdieping. Je bereikt ze via een trap die ik in het perzikroze schilderde – een heerlijke kleur. Als ik daar ben, hoor ik niet het minste geluid. Niemand. Het is ‘mijn’ kamer. En als ik iemand de trap op hoor komen, weet ik dat het voor mij is dat ze komen. Vaak zijn dat dan snelle, kleine voetstapjes: de kinderen die naar mijn ‘koninkrijk’ komen om me iets te vragen. Ach, wat hou ik van dat geluid van die kleine stapjes.’