Tijdens de pandemie ontwierp ze voor Dior Maison zowaar zeven collecties. Maar in haar 15de-eeuwse landhuis mixt Cordelia De Castellane het liefst oude erfstukken met toevallige rommelmarktvondsten.
‘Ik kan ’s ochtends opstaan, mijn gordijnen plots saai vinden en beslissen dat ik ze beter met bloemen beschilder. Over creativiteit moet je niet te veel nadenken, het moet vanzelf komen.’ Ook al ziet Cordelia de Castellane eruit als een echte Parisienne, toch is ze vooral een natuurmens. Als creatief directeur van Baby Dior en Dior Maison, het kinder- en interieurdepartement van het Franse luxehuis, woont en werkt ze in de Franse hoofdstad.
'Ik hou van een mix van dingen die je op het eerste gezicht niet begrijpt en die toch allemaal samenhangen.'Cordelia de Castellane
Maar zodra de planning het toelaat, vind je haar gezin met vier kinderen in een eeuwenoud landhuis, een uur ten noorden van de Franse hoofdstad. Die plek is een tot leven gekomen sprookje, waarin het verloren lopen is in het bos achter haar met bloemen bezaaide tuin. Tuinieren is een recent opgepikte hobby en een van de vele karaktertrekken die De Castellane – eveneens een notoire dromer en Waterman – met Christian Dior deelt.
Voor De Castellane en haar man dit 15de-eeuwse landgoed kochten, huurde het gezin het bijhuis al als vakantiehuis. Toen de vorige eigenaars het 5 hectare grote domein te koop zetten, was De Castellane onmiddellijk geïnteresseerd.
Toile de Jouy
Na stevige renovaties richtte ze het hoofdgebouw met zes slaapkamers en badkamers opnieuw in, net als het bijhuis. Dat doet vandaag dienst als gastenhuis en is bekleed met ‘Toile de Jouy’-behang, nóg een liefde die ze met Christian Dior deelt.
‘Je huis is een weerspiegeling van je persoonlijkheid’, vindt De Castellane, die opgroeide in de Zwitserse Alpen. Haar stijl is een melange van gevonden objecten, souvenirs, antieke erfenissen, patronen en kleuren zover het oog kan reiken, en hij verraadt haar intuïtieve aanpak.
‘In mijn huis is alles all over the place. Ik hou van een mix van dingen die je op het eerste gezicht niet begrijpt en die toch allemaal samenhangen. En als iets in mijn interieur niet werkt, zet ik het gewoon ergens anders’, zegt De Castellane, die als kostbaarste bezit twijfelt tussen haar bureau van de rommelmarkt, haar eeuwenoude verzameling dinerborden of haar boekencollectie met Franse, Russische en Engelse literatuur, planten- en kunstboeken die ze over haar hele huis verspreidde.
Van Chanel naar Dior
Cordelia de Castellane heeft niet alleen een adellijke stamboom die tot in de 11de eeuw van de Franse geschiedenis reikt, maar ook een creatieve stamboom vanjewelste. Moeder Atlanta Politis decoreerde de interieurs van de Griekse jetset en leerde haar dochter van kindsbeen al rommelmarkten afschuimen, ondenkbare combinaties uitproberen en vooral te durven.
‘Mijn moeder wilde echt dat ik buiten de lijntjes kleurde.’ Ook Cordelia’s oom Gilles Dufour, lange tijd de rechterhand van Karl Lagerfeld, had wellicht een impact op haar creativiteit: van hem mocht ze als kind al rondzwerven in de iconische ateliers van Chanel. Ook haar nichtje Victoire de Castellane begon trouwens onder diezelfde Lagerfeld bij Chanel en is vandaag creatief directeur van Diors juwelenlijn.
‘Ik heb het geluk dat ik al vroeg wist wat ik wilde worden en me daar vervolgens op focuste’, zegt De Castellane, die zelf amper 16 was toen ze als stagiaire aan de slag kon bij de flamboyante modeontwerper Emanuel Ungaro. ‘Van hem leerde ik prints kennen en kleuren pairen.’
Ze zou er ook met de al even glamoureuze ontwerper Giambattista Valli samenwerken, en aan de slag blijven tot aan Ungaro’s pensioen in 2005. Omdat De Castellane vervolgens niets voelde voor gewoon een volgende job na een modehuis dat ‘als familie’ was, omdat ze al werkte sinds haar tienerjaren en omdat ze pas moeder was geworden, nam de ontwerpster een sabbatjaar.
Eigen collectie
Dat was alleszins de bedoeling, ware het niet dat ze ‘nogal een workaholic’ bleek: wat begon met kleertjes voor haar eigen kroost ontwerpen, groeide in 2006 uit tot ‘CdeC by Cordelia de Castellane’. Het kinderkledingmerk zou tien jaar bestaan en had boetieks in Parijs en in Brussel. Interessant detail: businesspartner en hartsvriendin die het merk mee ondersteunde, was Ségolène Frère, de dochter van wijlen de Waalse staalbaron Albert Frère.
‘Net als halsoverkop verliefd worden zijn de beste plannen ongepland’, zegt De Castellane. Ze had nooit de bedoeling om baby- en kinderkleren te ontwerpen, maar ontdekte dat ze het fantastisch vond omdat het daar niet om trends draait, ‘maar gewoon om kleren voor kinderen die zich willen amuseren’.
Haar ontwerpen vielen zozeer in de smaak dat Dior haar in 2012 aan boord nam als creatief directeur van Baby Dior. En vijf jaar later werd ze de eerste creatief directeur van Dior Maison, de high-end interieurlijn die nu in steeds meer boetieks aanwezig is.
Dior Maison
Weinig geweten is dat Dior Maison bijna even oud is als het Franse couturehuis. In 1947, amper een jaar na de opening, richtte Christian Dior het departement al op. Niet onlogisch, vindt De Castellane: ‘Van schoonheid houden doe je op alle vlakken. Wie graag mooi gekleed gaat, houdt ook van een mooi interieur.’ Bovendien was Christian Dior volgens haar ook een begenadigd interieurontwerper die zonder enige twijfel architect was geworden als hij niet voor mode was gevallen.
Voor Dior Maison werkt De Castellane gestructureerder dan voor zichzelf, zegt ze: ‘Als ik ontwerp, heb ik alleen het DNA van het huis voor ogen en veel aandacht voor de details: van de handgeschilderde ontwerpen tot de lokale artisanale productie.’
Met tot zeven collecties per jaar wil De Castellane een zo breed mogelijk publiek aanspreken: van de vrouw die matchende kussens bij haar Dior-jurk wil tot klanten met een erg stedelijk interieur, maar ook met een landelijk interieur. ‘Net als in een grote chique bazaar wil ik dat iedereen iets kan vinden bij Dior Maison.’
Knus interieur
Al zijn de recentste collecties toch ietwat persoonlijker, omdat het verhaal ervan verweven is met dat van haar vakantiehuis. Toen de wereld in 2020 in lockdown ging en de mensen meer tijd en aandacht aan hun woning besteedden, nam de vraag naar Dior Maison onverwachts toe.
Terwijl het productieteam snel schakelde om aan de vraag te voldoen, werkte zij in afzondering in haar landhuis: ‘In plaats van de wereld rond te reizen kon ik mij volledig op researchen en ontwerpen toeleggen. Ik keerde naar Parijs terug met wel zeven afgewerkte collecties.’ Die ontwerpen, waaronder de meest recente in grijs en rood ‘Toile de Jouy’-motief, werden voor het eerst niet in een studio, maar in haar eigen woning gefotografeerd.
‘Ik wilde op een persoonlijke manier tonen hoe producten tot leven kunnen komen in een echt interieur. Tezelfdertijd was het zo’n raar moment waarin iedereen thuis zat. Ik weet dat velen zich geen Dior-producten kunnen veroorloven, maar het is wel mijn job om mensen te laten dromen.’
‘Daarom heb ik met mooie, gedekte tafels geprobeerd om iets te maken waarin iedereen zich welkom kan voelen. Net daarom vind ik een knus interieur ook zo belangrijk: als een huis op dit moment iets voor ons kan doen, dan is het wel ons omarmen met een gevoel van veiligheid, geborgenheid en liefde.’