Een nieuwe lichting interieurarchitecten verovert België. Onthoud alvast de naam Andy Kerstens, die met het nieuwe guesthouse MUD Residence in Oud-Heverlee zopas zijn eerste grote project onder eigen vlag afwerkte.
Waarom moet je Andy Kerstens in de gaten houden?
Andy Kerstens is een nieuwe naam in het interieurlandschap. Tussen 2014 en 2019 deed hij ervaring op bij De Meester Vliegen Architecten in Berchem en bij Dieter Vander Velpen Architects in Antwerpen, waar hij de pas opgerichte interieurafdeling trok. Hij volgde er verscheidene belangrijke werven op, zoals de kantoren en het restaurant van Tomorrowland, maar ook internationale projecten in Tel Aviv, Düsseldorf en Long Island.
Over tien jaar wil ik een vaste waarde worden in de interieur- en designwereld.Andy Kerstens
‘Tijdens mijn werk bij Dieter begon ik me geleidelijk ook op eigen projecten te storten. Op den duur was de combinatie niet langer houdbaar. Dus legde ik me fulltime toe op mijn eigen bureau, Kerstens. '
'Dat groeit intussen goed, toch wil ik graag kleinschalig blijven om nauw betrokken te zijn bij alle projecten, uitvoeringsdetails en klanten. Dat geeft mij meer voldoening dan een massa opdrachten aannemen.’
Kerstens leverde in eigen naam al enkele privéwoningen, een poolhouse en een showroom in Antwerpen op. Momenteel werken hij en zijn team ook aan het grote kantoorproject RC Offices op het Antwerpse Eilandje en aan enkele buitenlandse realisaties.
Tegelijk lanceerde hij zijn eigen high-end meubelcollectie ‘Rift’. ‘Zeer uitgepuurd en tijdloos qua design, maar verregaand qua ambacht, detaillering en materialisatie’, aldus Kerstens. ‘Voorlopig is alleen een eettafel verkrijgbaar, binnenkort breiden we de collectie uit.’
Wat zijn Kerstens’ ambities?
‘Over tien jaar wil ik een vaste waarde worden in de interieur- en designwereld. Zowel in België als internationaal, met residentiële realisaties en horecaprojecten en retail op het palmares. Het zou geweldig zijn als ons bureau ooit opgepikt wordt door AD100: de lijst met 100 toonaangevende (interieur)architecten van het tijdschrift AD France. Een beetje dromen moet toch kunnen?’
‘Ik wil in de toekomst ook verscheidene meubel- en objectcollecties lanceren, die als collector’s items wereldwijd verdeeld worden. De komende jaren wil ik mijn eigen signatuur verder uitdiepen. Mijn focus ligt op tijdloze, warme architectuur met veel tactiele materialen, een enorme verfijning en doorgedreven detaillering."
" En als ik echt mag dagdromen, dan zou ik ook graag een architectuurafdeling willen op ons bureau. Zodat de schil en het interieur van een realisatie perfect in symbiose kunnen zijn.’
Wie zijn zijn belangrijkste invloeden?
‘De architectuur en interieurs van David Chipperfield boeien me enorm. Maar ik vermeld ook graag de Vlaamse ‘vaste waarden’ zoals Vincent Van Duysen, Hans Verstuyft of Marc Merckx. Algemeen hou ik van ontwerpers die een verhaal vertellen en een tijdloze ziel kunnen stoppen in architectuur of interieur. Denk maar aan Peter Zumthor, Axel Vervoordt of Studio KO. Qua design grijp ik graag terug naar figuren als Charlotte Perriand, Pierre Jeanneret, Jules Wabbes of Poul Kjaerholm: hun aandacht voor detail en ambacht is fascinerend.’
Gevraagd naar de legendarische interieurs die hij zelf graag had ontworpen, twijfelt hij niet. ‘Ik grijp graag terug naar minimale interieurs waar materie en ruimte perfect op elkaar zijn afgestemd. Zoals Villa Neuendorf van John Pawson en Claudio Silvestrin. Of – minder bekend misschien – het Summer House van Buchner Bründler Architekten. En niet te vergeten: de Therme Vals van Peter Zumthor. Daar is de ruimtebeleving zo elementair dat je je als mens nietig voelt.’
Wat maakt dit project speciaal?
MUD Residence is het guesthouse van Sophie De Jonghe en Frank Smeys, een koppel ondernemers uit Oud-Heverlee. Toen zij de kans kregen om de jarenzestigwoning te kopen die aan hun achtertuin paalt, twijfelden ze niet. Ze wilden er een privégastenverblijf van maken voor hun (internationale) vrienden en (kennissen van hun) kinderen.
Opmerkelijk?
‘Mensen verwelkomen en samenbrengen doen we heel graag. Maar voor gasten hadden we nooit genoeg slaapplaatsen in ons huis. Dat guesthouse was daar in eerste instantie voor bestemd. Maar al snel besloten we dat gastenverblijf ook open te stellen voor buitenstaanders. Bijvoorbeeld voor schrijvers of kunstenaars die een residentie zoeken om zich creatief terug te trekken. Of voor ondernemers die een discrete brainstormsessie of strategische meeting willen houden. Of voor mensen die simpelweg van de natuur willen komen genieten’, aldus De Jonghe.
De naam MUD doet – op het eerste gezicht – vreemd aan. Modder associeer je niet spontaan met een luxueus interieur, wel met iets aards, primitiefs of elementairs. ‘MUD is ook down-to-earth. Net als klei kun je je verblijf hier kneden zoals je wil’, zegt De Jonghe. ‘Je kunt hier komen verblijven en genieten van het huis. Maar ook creëren. Of connecteren met jezelf, je vrienden, de natuur en je team.’
Wat was de briefing?
De Jonghe en Smeys waren zelf al begonnen met de inrichting van hun gastenverblijf, maar reden zich klem. Toen ze lichtadvies vroegen in de showroom van Moon Lighting in Antwerpen, liep daar toevallig interieurarchitect Andy Kerstens binnen.
‘We werden spontaan aan elkaar voorgesteld. En Andy begreep meteen het DNA van MUD: een guesthouse waarin we onze passie voor architectuur, cultuur, design en reizen willen delen. Eigenlijk is MUD het soort adresje waar we op reis altijd naar op zoek gaan: authentiek en exclusief, met oog voor detail. Geen zoveelste gestandaardiseerde hotelkamer dus.’
Wat zijn de architecturale krachtlijnen?
De jarenzestigwoning was wel charmant, maar vooral typisch voor de regionale architectuur die je langs veel Vlaamse steenwegen vindt. ‘Het was zo’n huis waar ‘Villa Orchidee’ op de gevel zou kunnen staan’, zegt Kerstens. ‘De uitdaging was om er iets met een internationale uitstraling van te maken. Zonder de authenticiteit te verliezen.’
Het huis had al van die grillige flagstones, typisch voor de sixties. Kerstens gebruikte die hier – op een hedendaagse manier – als vloer in de keuken, eetkamer, wellness en terrassen. ‘De ruwe stapstenen met kloeke voegen doen de ruimtes mooi in elkaar blenden’, zegt hij. Dat palet van natuurlijke, doorleefde materialen trok hij consequent overal door: ‘Grigio Alpi’-kalksteen in de keuken, badkamers en slaapkamers, donker gerookt eikenhout en wengé in het maatwerk.
Dé architecturale uitdaging van dit project is in de kelderruimte verstopt. Die bouwde Kerstens om tot een wellness, met douche, fitnesshoek, infrarood- en biosauna. Een sfeervolle plek, dankzij de donker gepolierde tadelakt. ‘Omdat je in de oorspronkelijke kelder nauwelijks overeind kon staan, besloten we om het terrein veel dieper uit te graven. Dat was structureel ingrijpend. Maar het levert een enorm ruimtegevoel op.’
Hoe kwam de inrichting tot stand?
Authenticiteit, patina en natuurlijke materialen: rond die lemma’s creëerde Kerstens een interieur met knappe maatwerkdetails in natuursteen, donker gerookte eik, mortex, tadelakt en niet-gevernist brons, ‘dat gerust mag verweren’.
Al bevat het interieur ook heel wat mid-century en hedendaagse designstukken, die Kerstens’ signatuur niet dragen. Ze passen niet alleen mooi in de ruimte, maar ook in het leven van De Jonghe en Smeys. ‘Wij houden van de bergen, vandaar de robuuste ‘Meribel’-eetkamerstoelen van Charlotte Perriand, ontworpen voor het Franse skioord. De anonieme mid-century fauteuils uit het salon redde ik uit de inboedel van een huis dat afgebroken werd. De ‘Hollywood regency’-salontafel is een verwijzing naar onze liefde voor Amerika, net als de lamparmaturen van Apparatus Studio. We zouden hun New Yorkse atelier vorig jaar in april bezoeken, maar covid gooide roet in het eten’, zegt De Jonghe.
‘Het interieur van MUD mocht absoluut geen strak georkestreerde meubelshowroom worden. Ook de kunst en fotografie zijn niet zomaar gekozen omdat de muren nog gevuld moesten worden. Het zijn stuk voor stuk werken waar een verhaal aan vasthangt.'
'In de bibliotheek refereert de sculptuur van Philip Aguirre y Otegui aan het ‘maison des esclaves’ op het Senegalese Gorée: een plek die we met onze drie kinderen bezocht hebben. De drie zwart-witfoto’s in ons interieur zijn van de ‘Douglas Brothers’, kunstenaars met wie we bevriend zijn.'
'Nu zijn ze bekend om hun documentaire over de Braziliaanse stervoetballer Ronaldinho, maar in de jaren 1990 waren het veelgevraagde celebrityfotografen met een eigen grofkorrelige stijl. Als Amerika-liefhebbers kozen we onder meer hun foto van een palmboom in Miami en van de Empire State Building in New York’, zegt De Jonghe. ‘Frank en ik houden enorm van de vitaliteit en energie die in die stad hangt. We brengen die een stukje binnen bij MUD.’