Sereniteit troef in Evelyn Moreels paradijsje uit 1861 in de Gentse binnenstad. Al experimenteerde ze ook volop met texturen, kleuren en kunst op maat.
Evelyn Moreels begon haar carrière in de evenementensector, maar na verschillende interieuradviezen aan vrienden richtte ze in 2008 haar eigen bedrijf op. Dat is inmiddels gespecialiseerd in high-end binnen- en buitenschilderwerken, behang, stoffering, decoratieve verftechnieken en raamdecoratie. Moreels evolueert meer en meer naar totaalprojecten, waar ze ook advies geeft over kleur, meubilair en zelfs kunst.
Privé verhuisde ze dit jaar van een landhuis in Destelbergen naar een neoklassieke rijwoning in Gent: een speeltuin om materialen, texturen en afwerkingen uit te proberen.
Dit lijkt een ideaal huis om in lockdown te gaan?
Evelyn Moreels: ‘We kochten het huis in december 2018 en de werken waren zo goed als afgerond voor de lockdown in maart werd afgekondigd. We woonden hier amper twee weken toen iemand al een interessant bod uitbracht. Even hebben we getwijfeld om het te verkopen.
Maar we willen er toch eerst zelf nog een paar jaar van genieten. We woonden vroeger in een landelijk huis in Destelbergen, dat was te groot voor ons en de drie kinderen. Zij studeren in Gent, dus zochten we naar een herenhuis in het stadscentrum. ’s Morgens zag ik dit pand te koop staan, diezelfde avond hebben we het gekocht.’
Hoe ingrijpend hebben jullie het aangepakt?
‘De rijwoning uit 1861 zag er op het eerste gezicht instapklaar uit. De dampkap en de keukenfrontjes zouden we vervangen, voor de rest niets. Maar met de tijd leerden we het huis beter kennen. We besloten samen met onze architect Pascal Bilquin toch alles grondig te herbekijken. Gevolg: het werd een complete renovatie.’
Wat is het pièce de résistance?
‘Het marmeren keukenblad in één stuk heeft het team van Potier Stone hier met 17 man binnengebracht. Dat was spectaculair, ja. Maar de zotste ingreep was toch de trap.
Oorspronkelijk zat er op de eerste verdieping een metalen ateliertrap. Die wilden we absoluut vervangen, omdat hij niet bij het huis paste. Toen de trap was gesloopt, vond onze architect dat die vide om een sculpturaal statement vroeg.
Hij tekende een organisch volume dat zich als een schroef twee verdiepingen naar boven boort, zonder de muren te raken. Je blik wordt automatisch naar boven gezogen wanneer je ervoor staat. De vorm doet aan het Guggenheim-museum in New York denken, al is hij er niet op geïnspireerd.
Omdat de trap zo complex was, maakte Trappen Steels alles in zijn atelier. Maar om het maatwerk hier binnen te krijgen, zaagde het bedrijf alles weer in stukken, om daarna alle fragmenten weer naadloos aan elkaar te zetten.
Het is een echte eyecatcher. In een herenhuis is de trap belangrijk, omdat je verticaal woont.
We hebben bewust geen lift geïnstalleerd. Als we daar behoefte aan beginnen te hebben, moeten we maar weer verhuizen, vind ik. Een woning moet als een handschoen passen bij een fase in je leven. Ik zie ons hier over een paar jaar weer vertrekken, als onze kinderen van 14, 15 en 20 het huis uit zijn.’
Wat is jullie favoriete plek in huis?
‘Aldrik Heirman hertekende de tuin compleet. Hij maakte er een stille, discrete oase van. Zonder inkijk van de buren, midden in de stad. Hij legde een pad van grote leistenen aan dat leidt naar een tuinkamer in het voormalige koetshuis. Toen we daar de originele houten gebinten ontdekten, besloten we de tussenverdieping eruit te slopen.
Die dubbelhoge ruimte werd een overdekt terras, waar we al ontzettend veel avonden hebben doorgebracht aan de lange tafel. De wanden zijn er bekleed met een leempleister vol kiezels. Alle buitenruimtes zijn bemeubeld door ‘t Huis van Oordeghem. Ik vertelde Saskia dat mijn lievelingskleuren groen en roze waren. Daarmee ging ze aan de slag om verrassende zithoekjes te maken in de tuin. We hebben er heel erg van genoten, met en zonder de kinderen.’
De kunst past zo goed bij het interieur dat ze voor hier gemaakt lijkt.
‘Dat is ook zo, in sommige gevallen. Ik hou ervan samen te werken met jong, aanstormend talent, zoals kunstenares Kat Klerks of textielontwerpster Delphine Cobbaert. Ze weeft hedendaagse wandtapijten en vloerkleden, maar wel op oude getouwen. Haar maatwerk is zeer decoratief. In onze interieurprojecten leveren we meer en meer kunstwerken erbij.’
Kon je alle registers opentrekken voor decoratie en afwerking?
‘Ik ben de bezielster van een bedrijf dat gespecialiseerd is in high-end schilder- en decoratiewerken. Dus het mocht hier wel wat meer zijn dan klassieke meubels in een beige of greige decor. Veel materialen, afwerkingen of combinaties zijn experimentele try-outs.
De keuzes zijn verrassend en toch past alles harmonieus samen. Voor het meubilair werkten we samen met Classo, voor het maatwerk met Veldeman DB. De vestiairedeuren in de hall zijn bijvoorbeeld gemaakt van kathedraalglas, dat we lakten in bronskleur. Dat geeft het effect van een slangenhuid. Stoffering en raamdecoratie zijn mijn dada. In onze slaapkamer zijn de dressingkasten en de bedwand gemaakt van notelaar en bekleed met linnen behang.
Onze modulaire canapé van Edra is helemaal op maat herbekleed met een grof geweven stof die we zelf aanleverden. Hij is zo ruim, omdat we er met vijf comfortabel in moeten kunnen liggen. We wilden ook geen standaard ronde eettafel, dus bestelden we een organisch model bij Bieke Casteleyn.
Onze keukenfronten zijn gemaakt van mdf dat gepatineerd werd als brons. De gebronzeerde panelen geven de keuken de allure van een chique bar in een Parijs hotel, niet van een functionele plek om te koken.’