Gabrielle Greiss, ooit modeontwerper bij Chloé en Sonia Rykiel, heeft haar creatieve pad radicaal omgegooid. Wij mochten binnenkijken in haar boerderij in Normandië.
Dieren fascineren haar. Altijd al. En dat is duidelijk te zien in haar allereerste juwelencollectie, waarin ieder stuk lijkt te spreken als een talisman. Zoals een kraai met een gele jaspis in de snavel, een vos die springt. Of een wirwar van kettingen met drie apen, waarvan er één een kroon draagt. Elk ontwerp, beperkt tot achttien stuks, is geïnspireerd op de fabels van Jean de la Fontaine. Gabrielle Greiss sculpteerde ze eerst in was, waarna een ambachtsman in Parijs ze in verguld of verzilverd brons goot. ‘Voor mij zijn dat geen juwelen, maar vrienden die ik om mijn hals kan dragen’, zegt ze.
Haar creaties stralen een bijna betoverende magie uit, en ze te zien in haar achttiende-eeuwse boerderij versterkt dat gevoel. Het pand ligt verscholen achter een romaans kerkje in Origny-le-Butin, een pittoresk dorp in Normandië waar de huisjes ooit werden bewoond door klompenmakers. De ‘longière’ met bovenverdieping wordt omzoomd door een tuin vol rozen en wilde pronkerwten.
Van Sonia Rykiel tot Chloé
Greiss zelf is tenger en broos als een elfje, met opvallend kastanjebruin haar en porseleinblauwe ogen die alles lijken op te merken. Geboren in München en opgeleid aan de Central Saint Martins-school in Londen, heeft ze sinds de jaren 90 als modeontwerpster vooral in de schaduw gewerkt bij Martine Sitbon, Sonia Rykiel en Chloé in Parijs.
Maar sinds ze haar carrière een andere wending gaf, is ze helemaal voor het voetlicht gekomen. Na haar vertrek bij Chloé volgde ze een schilder- en beeldhouwopleiding aan de Beaux-Arts in Parijs, wat haar inspireerde om juwelen te ontwerpen. ‘Ik had geen zin meer om iets te doen wat ik niet echt zinvol vond’, zegt ze, terwijl ze met gekruiste benen op de vloer van haar woonkamer zit. Greiss draagt een gestreepte mannenkiel en een zonnebloemgele vintage broek. Om haar hals hangt een oude hanger van Chloé. ‘Ik wilde liever geen diertjes om mijn hals’, lacht ze. ‘Maar toen bedacht ik me: waarom niet? Dus begon ik fabels te illustreren.’
Le Chat et le Rat
Fur Coat, haar veertienjarige kat met haar wit-rosse vacht, was meteen een gewillig model voor ‘Le Chat et le Rat’, de fabel waarin een sluwe kat doet alsof ze dood is, hangend aan een touw, om ratten te misleiden. Greiss vroeg haar Amerikaanse vriend Thomas Engelhart, die af en toe voor Hermès ontwerpt, om voor iedere set dozen te maken. Engelhart vervaardigde de wunderkammers van hout van fruitbomen, die hij bedekte met handgeschilderd papier in marmermotief. Binnenin hangen de juwelen aan miniatuurboompjes van keramiek of klassieke zuilen die Greiss zelf in haar oven maakte. ‘Sieraden in de kast leggen als je ze niet draagt, is zonde,’ zegt ze. ‘Ik vond het leuk om ze aan de muur te hangen.’
Van hooizolder tot kantoor
Haar huis zelf lijkt wel een levensgrote wunderkammer, een plek waar ze eigen creaties combineert met spullen die ze vond op brocantemarkten. Terwijl ze zelfgebakken tomatentaart op tafel zet, wordt duidelijk dat de boerderij voor Greiss zowel een experimenteerruimte als een toevluchtsoord is, ver weg van de hectiek van de modewereld.
Ze kocht het vervallen pand in 2010 samen met haar Engelse partner, filmregisseur Michael Cleary. Oorspronkelijk bedoeld als weekendverblijf, ver weg van hun appartement in het 11e arrondissement in Parijs, was de boerderij een verzameling kleine kamertjes en een hooizolder, omringd door wildgroei van Thuja-coniferen. Samen brachten ze de tuin weer tot leven: een moestuin, een vijver met lelies en een hut met een houtgestookte sauna, met uitzicht over het schilderachtige oude bos van de Perche. De hooizolder werd omgetoverd tot een hoge slaapkamer, kantoor en woonruimte, waar Cleary eigenhandig de gerecupereerde eiken vloer legde. Een delicate ijzeren trap van Emery & Cie in Parijs contrasteert prachtig met de groeiende collectie opgezette dieren.
Beneden kwam de nieuwe keuken in een open en lichtrijke ruimte, met terracotta vloeren uit een afbraak. De muren hangen vol spiegels in allemaal verschillende houten lijsten, en de ramen zijn bekleed met gordijnen die Greiss maakte met antieke Indiase stof.
Militaire drummers
De filmregisseur is praktisch ingesteld, terwijl Greiss juist houdt van improvisatie. ‘Hij vindt het meestal maar niets als ik weer eens iets koop’, zegt ze. Cleary lacht: ‘Ik ben kritischer en vraag me altijd af of we dat echt nodig hebben. En Gabrielle is snel overstuur als ik dan vraag waar het nu weer moet staan.’
Zo is ze bijzonder gesteld op het poppenhuis dat ze op een Parijse vlooienmarkt vond, helemaal wit schilderde en vulde met keramieken poppen van de Franse kunstenares Sylvie Auvray. De kast staat nu naast miniatuurtjes van militaire bands die lucifers gebruiken als drumstokken. De tweedehandsbanken torsen kussens in lapwerk en de muren hangen vol tekeningen die ze maakte tijdens haar opleiding aan de Beaux-Arts. Zelfs haar avondwandeling levert altijd iets op: aan de deuren hangen lijsten met bloemen die Greiss behandelde naar het voorbeeld van kunstenares Georgie Hopton.
Fiji-beelden
Elk stuk in huis heeft zijn eigen verhaal. In een hoek van de woonkamer staan drie ruw uitgesneden beelden van de Fiji-eilanden, die Greiss kocht in een antiekwinkel in het naburige Bellême. Sommige beelden paste ze aan met keramiek, want ‘ik vond dat de beelden nieuwe armen moesten krijgen om elkaar te kunnen omhelzen’, zegt ze.
In een andere hoek staat een indigoblauwe salontafel met keramieken tegels en afbeeldingen van dieren die ze zelf maakte. ‘Toen ik mode ontwierp, stelde ik me altijd een film of situatie voor, in plaats van simpelweg stukken stof aan elkaar te naaien’, zegt Greiss.
Heidi in de bergen
Haar creativiteit en liefde voor ‘de natuur, dieren, verhalen en sprookjes’ heeft ze van haar grootmoeders, die beiden hun eigen kleren maakten en hun huis zelf inrichtten. Greiss omschrijft haar jeugd als ‘Heidi-achtig’, met weekends die ze doorbracht bij haar grootmoeder in de bergen bij de Chiemsee, een groot meer op niet eens vijftig minuten van München. De tijd vulde ze met tekenen en schilderen. De juweelontwerpen die ze verkoopt als een volledige fabel in oplagen van vijf, zijn duidelijk beïnvloed door die herinneringen. In plaats van één ring te kopen, gaan geïnteresseerden voor volledige sets, zoals ‘Le Lièvre et la Tortue’, een set met een halssnoer en zwaar hangertje in de vorm van een haas, een manchet met een schildpad en een ring met een slak. Bij de eerste edities hoort ook een wunderkammer. Toen ze in maart werden onthuld in de Parijse galerie van Pierre Marie, kocht de Amerikaanse kunstverzamelaarster en filantrope Beth Rudin DeWoody er meteen twee. Voorlopig ziet Greiss de juwelen als verzamelobjecten, eerder dan een commerciële onderneming. De stukken worden verkocht bij Pierre Marie, in de Karry Gallery in Parijs, en bij Mameg in Los Angeles.
Marc Ascoli, de invloedrijke artdirector, ontdekte Greiss toen ze studeerde aan Central Saint Martins. Hij haalde haar meteen naar Parijs om bij Martine Sitbon te werken, en is nu vol lof over de professionele koerswijziging van de ontwerpster. ‘Toen ik Gabrielle ontmoette, zag ik meteen de gelijkenis met Martine: die mysterieuze, zachte en delicate kant, maar ook een kant die zich verzette tegen de status quo, met een drang om te experimenteren en zichzelf te uiten’, herinnert hij zich.
Greiss beaamt dat. ‘Ik werkte samen met Alber Elbaz, en dat zijn mensen die mode ademen. Nu krijg je gewoon iemand die wat rondhangt en ja of nee zegt tegen wat je laat zien. Ik speelde al lang met het idee iets persoonlijkers te doen, iets anders te proberen’, zegt ze over het nieuwe pad dat ze koos. De autobiografie van Patti Smith, ‘Just Kids’, gaf de doorslag: Greiss had die van Cleary mee gegrabbeld op vakantie en las het boek sindsdien al meermaals. ‘Ik vond het zo mooi, hoe Smith en Robert Mapplethorpe een vel papier namen en erop begonnen te tekenen, en hoe ze met alles wat ze vonden halssnoeren maakten. Ja, ik hield van die spontane manier om juwelen te maken.’
Kasteel leeggemaakt
Het maakt niet uit waar ze zijn, maar Greiss en Cleary gaan zelden ergens heen zonder even in de buurt een antiekzaak of schrootwerf te verkennen. De gietijzeren radiatoren met speciale patronen vonden ze in de omgeving, in een kasteel dat werd leeggemaakt, waarna Cleary ze zandstraalde. De open haard in de slaapkamer, nu gevuld met boeken in plaats van hout, vonden ze op vakantie in de Provence en namen ze mee naar huis in de piepkleine Renault Twingo die ze hadden gehuurd. Zelfs het wandtapijt achter het bed is een verhaal op zich. Terwijl ze erop aan het afbieden waren op een vlooienmarkt in Clignancourt, kregen ze een telefoontje van de makelaar: hun bod op de boerderij was aanvaard.
Telkens als Cleary besluit dat het tijd is om op te ruimen, krijgt het interieur een nieuwe draai. Greiss heeft daar geen bezwaar tegen, want, zoals ze zegt: ‘Het zou zonde zijn om je hele leven in dezelfde omgeving door te brengen.’ Volgende zomer wil ze spenderen in haar glazen atelier aan de achterkant van het huis, maar ze wil ook appels oogsten, om bij te dragen aan de lokale ciderproductie. En natuurlijk heeft Greiss plannen om haar juwelenfabels verder uit te breiden: de huidige collectie telt achttien stukken, maar er liggen er meer dan tweehonderd in de wacht. Ze praat ook met enthousiasme over nieuwe keramiekprojecten, zoals een tegelreliëf voor een Beiers fornuis. Dan glimlacht ze even: ‘Ik ben momenteel aan het fantaseren over een stuk dat echt te zot is voor woorden.’
| Gabrielle Greiss verkoopt haar juweelontwerpen als een volledige fabel in oplagen van vijf: vanaf 4.000 euro
| instagram.com/gabrielle.greiss
Ellie Pithers, 2024, ‘The Greiss menagerie: a jeweller’s house in Normandy is a gem, too’.
© Financial Times / ft.com. Alle rechten voorbehouden. Mediafin is verantwoordelijk voor de vertaling. Financial Times Limited aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid voor de nauwkeurigheid of kwaliteit van de vertaling.