De nieuwe woning van Edouard Vermeulen in Knokke is geen onemanshow. De couturier werkte samen met Stephane Boens, Nathalie Deboel, Jean-Philippe Demeyer én Dominique Eeman.
Al 45 jaar is Edouard Vermeulen lid in de Royal Zoute Golf Club. En nu pas is het zover: hij speelt golf. ‘Ik doe het zot graag. Het kan me niet schelen of ik die hole nu bereik in drie, vier of vijf slagen. Ik beschouw het meer als een wandeling in de natuur dan als een wedstrijd. In het leven is er al genoeg competitie’, zegt hij.
Goed mogelijk dat ‘monsieur Natan’ wel eens een golfballetje in zijn tuin zal vinden. Hij bouwde namelijk een huis vlak bij de ingang van de club. ‘Drie jaar geleden kwam ik buiten uit het restaurant van de golf toen ik een bordje ‘bouwgrond te koop’ zag staan. Eigenlijk was ik niet op zoek in Knokke, want mijn ouders hebben er een prachtig huis aan de tennis. Maar die ligging was zo uniek dat ik zin begon te krijgen in een project in het hart van het Zoute. Drie dagen bedenktijd vroeg ik. Toen ik op Ibiza was bij vrienden heb ik beslist: ik doe het.’
Vermeulen wist exact wat hij níét wilde: ‘Een glazen doos of een nieuwbouw die er alles aan doet om op te vallen. ‘Ik wilde een klassiek huis, zoals architect Viérin er in de vroege 20ste eeuw verscheidene ontwierp in Brugge, Sint-Martens-Latem en Knokke. Zo’n oud Knoks familiehuis zonder m’as-tu-vu-gehalte. Ik vond dat een opdracht voor de Latemse architect Stephane Boens.
We kennen elkaar letterlijk sinds onze geboorte, want onze vaders waren beste vrienden’, zegt Vermeulen. ‘Stephane heeft dat soort traditionele architectuur perfect in de vingers. Hij kent ook alle beste vaklui die kunnen bouwen in die oude stijl. En hij zag het zitten om een huis te tekenen met de details die ik wilde.’
Groepswerk
Boens is niet de enige bekende op wie de couturier een beroep deed voor dit project. Zijn nieuwe huis is een groepswerk van estheten met uiteenlopende visies. Een clash van personaliteiten ook, die elk hun inbreng hadden. Met Edouard Vermeulen als dirigent, die de solisten zo goed mogelijk samen liet musiceren.
‘Dominique Eeman tekende de tuin, die achter een kunstmatige ‘duin’ overloopt in die van de buren. Ik wilde geen metershoge haag waar iedereen zich hier achter verstopt’, zegt hij. Nathalie Deboel, die haar Knokse kantoor naast de Natan-boetiek heeft, ontwierp het interieur. ‘In onze gesprekken over de definitie van de vakantiewoning kwamen we steeds uit bij het Chiltern Firehouse in Londen: een klassiek hotel met cassetteplafonds, een bibliotheek, een open haard en een ongelooflijk huiselijk gevoel’, zegt ze.
Jean-Philippe Demeyer bepaalde mee de stofferingen en het maatmeubilair. Op zich een boeiende combinatie: Demeyer heeft wel een voorliefde voor klassieke Engelse architectuur en traditioneel craftsmanship, net zoals Vermeulen, Boens en Viérin. Maar zijn aanpak is maximalistischer en excentrieker dan van Deboel. ‘Ik wilde niet dat het huis te veel de visie van één persoon was’, zegt Vermeulen. ‘Het moest aanvoelen als een familie van ontwerpers, die hier elk hun verhaal vertellen. Net zoals familiehuizen in Knokke over de generaties heen verhalen vertellen over vakanties aan zee.’
Nomadisch interieur
Eerlijk gezegd is het eens verfrissend om in een huis rond te lopen dat geen afgelikte moodboard in 3D is. Het is ook eens leuk om geen afgezaagd verhaaltje te horen over een neutraal decor dat aansluit bij de tinten van het zand en de zee. Vermeulens interieur is geen onemanshow, het kan nog alle kanten op. Het moet duidelijk nog vorm krijgen, en die zal ook nooit definitief zijn.
‘Ik wilde dit huis niet te veel formatteren. Waar je slaapt of logeert, ligt vast natuurlijk. Maar waar je eet, aperitieft of gasten verwelkomt niet. De ruimtes hebben geen welomlijnde functie. Meubilair en kunstobjecten kunnen hier als nomaden de woning rondreizen in functie van het moment of de gelegenheid. Het interieur moet aanvoelen als dat van een relaxed vakantiehuis, waar familie en vrienden kunnen komen aanwaaien en blijven plakken’, zegt hij.
Ingespeld
Edouard Vermeulen wilde zijn woning niet inrichten met objecten of kunst waar hij al jaren mee leeft in Brussel. Met beeldhouwwerken van Sterling Ruby tot Florian Tomballe, sculpturale tableaus van Michel Mouffe en Ron Gorchov en meubilair van Jorge Zalszupin creëerde hij een verzameling met sterke présences. Dat de meubels en kunstwerken niet perfect bij elkaar passen en meer als satellieten rondzweven in het huis is de bedoeling. Vergelijk het met een familiefeest waar iedereen wel verwant is, maar toch ook een tegenpool kan zijn. Of – om in couturetermen te vervallen – vergelijk het met een dressing met allemaal verschillende outfits, die toch jouw smaak definiëren.
‘Edouards huis is een verzameling van meubilair, kunstwerken en objecten die niet conventioneel staan opgesteld. We hebben ze daarom ook niet gecombineerd in vaste ensembles’, zegt Nathalie Deboel. ‘Veel meubels hebben we zo ontworpen dat je ze op verschillende manieren kunt gebruiken’, voegt Frank Ver Elst toe, die met Jean-Philippe Demeyer samenwerkt en dit project opvolgde. ‘De bank in ruw geweven bouclé aan het raam heeft verplaatsbare kussens, zodat je naar binnen of naar buiten kunt kijken. De lange canapé in streepjesstof is geïnspireerd op de Franse Rivièra.
Edouard wou absoluut geen massieve bank, dus bestaat hij uit verschillende losse stukken, die hij eventueel kan verspreiden over zijn woning. Al kun je er ook één grote hoes over trekken, zodat hij toch één bank wordt. Met Edouard samenwerken voor dit interieur was een bijzondere ervaring. Zijn liefde voor stoffen en coupes voel je enorm. Als couturier heeft hij ook een compleet ander gevoel voor detail dan wij. Bij ons is vooral de look-and-feel belangrijk, hij bekijkt meubels als een modesilhouet dat hij tot op de millimeter juist inspeldt.’ Nu nog tot op de millimeter juist leren golfen.
Natan heeft voortaan een couturesalon op de eerste verdieping van zijn Knokse boetiek. natan.be