Hij ontwerpt privéwoningen voor estheten en ondernemers die liever zwijgen dan opscheppen over hun project. Binnenkijken bij Peter Ivens, de meest atypische topnaam van de Belgische interieurarchitectuur.
Er zijn Belgische architecten die elke tien jaar een boek maken over hun gerealiseerde projecten, zoals Vincent Van Duysen of Nicolas Schuybroek. Anderen wagen zich al na amper vijf jaar aan een classy koffietafelboek, zoals Van Damme-Vandeputte Architects. En dan is er nog de ‘categorie Peter Ivens’: een interieurarchitect die na meer dan 20 (!) jaar zijn werk voor het eerst te boek stelt. En dan nog niet eens op eigen initiatief.
‘Uitgeverij Luster maakte een boek over Bea Mombaers, de styliste en decoratrice met wie ik al jaren nauw samenwerk. Dat succesboek draaide volledig om haar smaak en lifestyle, en werd grotendeels gefotografeerd in woningen die ik had ontworpen. Maar de architectuur en interieurs kwamen slechts in details naar voren. Zonde, vond de uitgeverij, dus stelde die voor een boek te maken over mijn eigen projecten. De monografie kwam er dus niet op mijn initiatief. Ik zat er ook niet op te wachten, ik blijf graag discreet en onder de radar. Iets wat mijn klanten ook waarderen. Maar nu het boek er is, ben ik wel blij, ja.’
Natuur als lijm
Elke (interieur)architect die al een boek heeft uitgebracht, zal het beamen: er is een vóór en een ná. Een publicatie sluit een tijdperk af. Een monografie betekent altijd een cesuur, een reset, een achteruitkijkspiegel én een glazen bol tegelijk. Bij Ivens is dat niet anders. ‘Ik denk dat ik in de toekomst op een andere manier aan architectuur zal doen’, zegt hij. ‘Nog minimalistischer misschien, nog meer uitgepuurd, nog dichter bij de essentie: de natuur.’
Hoewel de relatie met de natuur inderdaad de lijm is tussen de tien privéwoningen die hij selecteerde, was het boek samenstellen geen walk in the park. ‘Mijn oeuvre is nogal uiteenlopend’, zegt hij. ‘Het varieert van een brutalistische strandwoning tot een modernistisch paviljoen, van een doorleefde ‘barn’ tot een klassiek herenhuis. De uitdaging was om daar één visuele lijn in te krijgen. De analoge fotografie van Senne en Eefje heeft daarbij geholpen. Elke reportage baadt nu in dezelfde ‘grain’. Dat klopt ook, want elk project van mij ziet er doorleefd uit. Zelfs een huis dat nog maar pas is gebouwd. Het vertelt al een verhaal.’
Vrijstaand landhuis
Het verhaal van Ivens’ eigen woning is buitengewoon. Niet het minst door de ligging. De interieurarchitect is afkomstig uit het Waasland, waar hij opgroeide in een familie van kleermakers. Een tijdlang woonde en werkte hij in Sint-Niklaas, later was zijn uitvalsbasis Knokke. ‘Ik hou van de zee, maar handig was dat niet voor mijn projecten in het binnenland. Ik bracht te veel tijd door in mijn auto’, zegt hij. ‘Op een dag, toen ik voor een klant in de buurt was van Heist-op-den-Berg, zag ik plots een vrijstaand art-decolandhuis te koop staan. Ik kende de streek totaal niet en had geen enkele ambitie om daarheen te verhuizen. Maar die woning prikkelde me. Ik belde de makelaar, bezocht het pand en deed diezelfde avond nog een bod, te nemen of te laten. De volgende dag was het van mij.’
‘Ik kan heel goed alleen zijn. In dit huis is dat geen straf.’
Het project gooide Ivens’ leven overhoop, want behalve zijn klant kende hij niemand in Itegem. ‘Ik was ook niet specifiek op zoek naar zo’n statig landhuis, laat staan een in art-decostijl’, zegt hij. ‘De woning was oorspronkelijk gebouwd voor een lokale ondernemer die ernaast een conservenfabriek had. Die man had ook banden met Congo, vandaar de koloniale trekjes in de architectuur. Het huis, uit de jaren 1920, staat op de lijst van bijzonder bouwkundig erfgoed. Vooral de buitenkant bevat veel typische elementen uit die tijd, zoals de rondboogdeur en de erkers. Binnen is de architectuur een pak minder dwingend. Een geluk, want art deco kan behoorlijk zwaar aanvoelen als decoratieve stijl. Naar mijn gevoel had dit huis in de eerste plaats iets modernistisch. Er was veel restauratiewerk aan, maar ik zag mezelf er makkelijk hedendaags in wonen.’
Niet verminkt
Hedendaags wonen betekent in Ivens’ vocabularium niet: de woning grotendeels afbreken en compleet naar zijn hand zetten. In plaats daarvan luisterde hij eerst naar de bestaande architectuur. Hij respecteerde de originele indeling en circulatie van het huis, en behield ook zoveel mogelijk authentieke elementen, zoals de houten raamkozijnen. ‘Die waren niet diep genoeg voor dubbel glas, dus koos ik voor vacuümglas: dat is veel dunner, maar biedt een betere thermische isolatiewaarde dan enkel glas’, legt hij uit.
‘Ik restaureer liever dan dat ik afbreek. Ik hou van doorleefde materialen en authentieke details, want die geven een woning cachet. Ze vertellen een verhaal waarop ik kan voortbouwen. Een huis als het mijne vraagt bijvoorbeeld niet om een open leefkeuken. Ik heb de bestaande aparte keuken wel een update gegeven. Of zo’n afzonderlijke keuken superpraktisch is? Neen. Maar alle tussenmuren openbreken om de keuken per se in de leefruimte te duwen, was ook geen optie. Zo’n ingreep zou dit huis totaal verminken. Dat wilde ik echt niet.’
Japanse gong
Eigenlijk is Ivens’ stempel nergens in het huis drastisch voelbaar. Zelfs op de eerste verdieping toonde hij meer respect dan branie. Hij behield de circulatie tussen de kamers en liet het pand waardig zijn leeftijd tonen. De badkamer is het beste voorbeeld. Daar zien we onder meer oude wastafels, originele wandtegels van Boch en vloertegels van La Céramique Nationale uit Welkenraedt. ‘In een nieuwbouw zou ik vandaag een grotere en functionelere badkamer plaatsen. Maar de sfeer hier klopte perfect, dus waarom zou ik daaraan prutsen?’
‘Zelfs de grote overloop in visgraatparket heb ik behouden, ook al zou ik die zelf nooit zo ruim intekenen als ik vandaag een landhuis zou ontwerpen. Ik heb die overloop omgevormd tot een yoga- en meditatieruimte. Als ik tijd heb, neem ik daar ‘s morgens een moment van bezinning. Een Japanse gong van handgeslagen metaal aan het plafond en yogamatjes op de grond: meer heeft die ruimte niet nodig. Ik vond die gong bij een antiquair toen ik samen op pad was met Bea Mombaers. De minimalistische lichtarmatuur is gemaakt door PS Lab.’
Zachte landing
Ook beneden is er, zoals 100 jaar geleden wel vaker gebeurde, met ruimte gemorst. Zodra je binnenstapt, kom je vanzelf uit in een enorme centrale hall, die alle aanpalende kamers met elkaar verbindt. ‘Typisch voor die tijd natuurlijk, zo’n hall waar alles op uitkomt. Het probleem is dat die ruimte relatief donker is. Een moeilijke plek om in te richten’, zegt Ivens. ‘Tot ik dacht aan de bank in palissanderhout die we tien jaar geleden ontwierpen voor een tentoonstelling in het Antwerpse hotel Julien. Het gigantische Japans-Braziliaans geïnspireerde meubel raakte toen niet verkocht en stond sindsdien in mijn stock. Hier past het perfect. Het meubel geeft die hall meteen ook een bestemming: het is een plek om te landen.’
Landen deed Peter Ivens intussen ook zelf in Itegem. ‘Ik voel me hier thuis, vooral dankzij de tuin. Er stonden al enkele volwassen bomen en struiken, waaronder een prachtige ginkgo, de Japanse levensboom’, zegt hij. ‘De natuur komt hier tot aan mijn huis. Dat geeft een heel geborgen gevoel.’
Zeebonk
Peter Ivens’ woning werd 100 jaar geleden gebouwd om te pronken en gasten te ontvangen. Maar zo gebruikt Ivens het landhuis niet. ‘Het is hier absoluut geen va-et-vient. Ik beschouw mijn woning als een private retreat: een terugtrekplek waar ik graag tot rust kom. Ik heb er wel een thuiskantoor, maar mijn medewerkers komen hier nooit. Ik kan heel goed alleen zijn. In dit huis is dat geen straf.’
Maar als hij zichzelf echt wil resetten, gaat Ivens toch het liefst zeilen. Geen enkel interieur kan hem de rust bieden die hij op zee vindt. ‘Alleen daar kan ik het werk helemaal loslaten. Op zee deconnecteer ik meteen. Op volle zee werkt je gsm niet meer, anders dan tijdens een bergwandeling, waar je toch nog gebeld kunt worden. Wegvaren van alles geeft me een zalig gevoel. Toen we in de Golf van Biskaje zeilden, hadden we zelfs drie dagen lang geen contact met de radar. Waren we toen verongelukt, dan had niemand ons ooit teruggevonden.’ De overtreffende trap van onder de radar blijven. ◆
‘Peter Ivens, Houses’ is uit bij Luster, 60 euro. peterivens.be