Binnenkijken bij de zussen Van de Velde | Cohousing met dakzwembad

Aan de Gentse Kleindokkaai wonen de tweelingzussen Lien en Barbara Van de Velde, telgen uit de lingeriefamilie, in een pand dat Liens partner Jeremy Godenir ontwierp. De twee gezinnen doen aan cohousing: ze leven apart, maar delen de dakverdieping met zwembad en poolhouse.

01. Barbara Van de Velde | Klein dok, groot uitzicht

Het witte pand doet je twijfelen: is het modernistische pakketbootarchitectuur uit de vorige eeuw of een gloednieuw ontwerp? De architectuur verwijst naar havenpakhuizen en ademt een maritieme sfeer.
Het witte pand doet je twijfelen: is het modernistische pakketbootarchitectuur uit de vorige eeuw of een gloednieuw ontwerp? De architectuur verwijst naar havenpakhuizen en ademt een maritieme sfeer.
©Yves Drieghe
Advertentie

Aan de Gentse Kleindokkaai nr. 25 staat een wit pand dat je doet twijfelen: is het modernistische pakketbootarchitectuur uit de vorige eeuw of een gloednieuw ontwerp? De architectuur verwijst naar havenpakhuizen en ademt een maritieme sfeer. Loop een klein stukje om de hoek en bewonder de ronde vormen in combo met strakke lijnen, niveauverschillen en een zwarte poort met elegante doorkijkjes.

Advertentie
We konden aan het water wonen, op een toplocatie mét mijn familie dichtbij. Het voelde volkomen natuurlijk om samen te gaan wonen in één gebouw.
Barbara Van de Velde

Het gebouw is ontworpen door Jeremy Godenir van MOEA architectural designstudio, die op de begane grond zijn hoofdkantoor heeft. Godenir liet zich inspireren door Robert Mallet-Stevens, de Franse architect achter de modernistische iconen Villa Noailles en Villa Cavrois. ‘Mallet-Stevens is een intrigerende architect’, vindt Godenir. ‘Zijn archieven werden grotendeels verbrand, wist je dat? Ik heb me in zijn werk verdiept.’ Wie goed kijkt, ziet veel overeenkomsten tussen de minder bekende Villa Poiret en het hoekgebouw op de Kleindokkaai. ‘Nee, een naam heeft het nog niet. Ik noem het gewoon ‘hoekpand’’, lacht Godenir.

Sexy stadsvernieuwing

De tweelingzussen Lien en Barbara Van de Velde wonen in hetzelfde gebouw aan de Kleindokkaai in Gent, maar in aparte appartementen, waarbij ze de bovenste verdieping met een prachtig zwembad delen.
De tweelingzussen Lien en Barbara Van de Velde wonen in hetzelfde gebouw aan de Kleindokkaai in Gent, maar in aparte appartementen, waarbij ze de bovenste verdieping met een prachtig zwembad delen.
©Yves Drieghe

De bewoners van het gebouw vertellen een verhaal dat net zo intrigerend is als het pand zelf. Op de gelijkvloerse verdieping vind je het kantoor van MOEA, naast Kleindok, een hippe sandwicherie van Karel De Baets, de schoonbroer van Jeremy. Karel woont met zijn vriendin Barbara Van de Velde op de eerste en tweede verdieping. Op de derde en vierde verdieping leeft Jeremy samen met zijn vriendin Lien Van de Velde, de tweelingzus van Barbara. Op de bovenste verdieping delen beide gezinnen een dakzwembad. Familietetris voor gevorderden. ‘Ik zag het als een dubbel positief idee’, zegt Barbara. ‘We konden aan het water wonen, op een toplocatie mét mijn familie dichtbij.’

Advertentie
©Yves Drieghe
Advertentie
Advertentie

Het waren de ouders van de zussen Van de Velde, telgen uit de lingeriefamilie, die ooit een loods kochten op de Kleindokkaai. ‘Onze ouders hadden altijd een neus voor goeie investeringen’, vertelt Barbara. De dokken zijn hét schoolvoorbeeld van sexy stadsvernieuwing in Gent: tussen de blauwe havenkranen is een compleet nieuw stadsgedeelte ontstaan waar vandaag mensen wonen, werken en lekkere sandwiches verorberen. Een fiets- en voetgangersbrug van het Parijse Dietmar Feichtinger Architects verbindt de buurt met het centrum, en het wemelt er van architecturale projecten, zoals basisschool Melopee van Xaveer De Geyter Architects of woontoren De Faar van Stéphane Beel.

Het voordeel van zo’n gezamenlijk poolhouse is dat je je woning niet hoeft op te ruimen als er gasten komen. Je trekt je voordeur dicht en wandelt naar boven.

Vanuit hun appartement hebben Barbara en Karel een mooi uitzicht op het water en de omgevende postindustriële buurt. De ronde vormen van het exterieur zijn ook binnen zichtbaar, in golvende muren en S-vormige sofa’s. De invloed van Mallet-Stevens komt tot uiting in de zwevende geometrische trap, die doet denken aan de trap in het iconische Parijse appartement dat hij ontwierp voor art-decokunstenaar Tamara de Lempicka.

Verzamelwoede

 Vanuit hun appartement hebben Barbara Van de Velde en Karel De Baets een mooi uitzicht op het water en de omgevende postindustriële buurt. De ronde vormen van het exterieur zijn ook binnen zichtbaar, in golvende muren en S-vormige sofa’s.
Vanuit hun appartement hebben Barbara Van de Velde en Karel De Baets een mooi uitzicht op het water en de omgevende postindustriële buurt. De ronde vormen van het exterieur zijn ook binnen zichtbaar, in golvende muren en S-vormige sofa’s.
©Yves Drieghe

Hoe ontwerp je een woning als je schoonzus en schoonbroer de klanten zijn? Je zou denken dat dat familiegedoe oplevert. ‘Maar het was een zalige samenwerking’, vertelt Jeremy.

Advertentie

‘Ik wilde graag een huiselijk gevoel in het appartement, en het was belangrijk om onze spullen een doordachte plaats te geven’, zegt Barbara, hr-manager in de voedingsindustrie. Het gezin Van de Velde-De Baets kampt naar eigen zeggen met verzamelwoede. ‘Wij hebben moeite om dingen weg te gooien’, legt Barbara uit. ‘We verzamelen niet alleen dure items; ik verzamel bijvoorbeeld porseleinen hondjes’, zegt Barbara. Karel heeft een andere smaak en koopt fotografie van Candida Höfer, Gucci-beklede stoelen of kunst van zijn neef Benjamin Van Oost, de graficus achter Studio Bambam. Hij zet ook insecten op en verzamelt honderden soorten thee. In de leefruimte staat een memorabiliakast met gekleurde stolpen, witte porseleinen hondjes – ze móéten een mandje hebben, anders passen ze niet in de collectie – en opgezette vlinders.

De masterbedroom is aangekleed met roze reigers op behangpapier van Gucci. Ook in de badkamer keert een roze tint terug.
De masterbedroom is aangekleed met roze reigers op behangpapier van Gucci. Ook in de badkamer keert een roze tint terug.
©Yves Drieghe

Die hondjes zijn wonderwel artistiek geïntegreerd. De stolpen zijn beschilderd door Karel, die betrokken was bij het hele ontwerpproces. ‘Karel was een co-createur voor dit appartement’, zegt Jeremy. Zo zijn de kasten in de gang naar de kinderkamer felroze, geïnspireerd door een kunstwerk van Studio Bambam. De masterbedroom is aangekleed met roze reigers op behangpapier van Gucci en de kinderbadkamer heeft een groen-roze mozaïek van tegels, geïnspireerd op figuren uit het computerspel Minecraft. ‘Dit is mijn favoriete manier van werken: als sparringpartner van je klant. Ik ben niet de architect die zegt: ‘zo moet het zijn’, maar eerder een producer die aan de slag gaat met ideeën. En Karel heeft een geniale creativiteit.’

American diner

De invloed van Mallet-Stevens komt tot uiting in de zwevende geometrische trap.
De invloed van Mallet-Stevens komt tot uiting in de zwevende geometrische trap.
©Yves Drieghe

Het gezin maakt samen muziek – Karel speelt drums, hun dochter piano, en ze zingen ook vaak samen. In de leefruimte past een ronde eettafel in de muur, very American diner-stijl. De zitbank met fluwelen kussens is op maat gemaakt door Atelier Ternier uit Gent.

Op de bovenste verdieping wacht een rode loper: de lift en de trapvloer kleuren eveneens rood. De loper leidt naar het dakzwembad, poolhouse en een terras met magistraal uitzicht. ‘Wij zijn echte familiemensen, en onze sunday diners zijn een vaste traditie’, vertelt Barbara. ‘We ontzien onze moeder nu soms door die hier te organiseren. Het voordeel van zo’n gezamenlijke ruimte is dat je je woning niet hoeft op te ruimen als er gasten komen. Je trekt je voordeur dicht en wandelt naar boven. Handig voor mensen met veel spullen.’

Advertentie

02. Lien Van de Velde | Breek de ruimte

Dé showstopper in het appartement van Lien Van de Velde en Jeremy Godenir is de monumentale witte spiraaltrap die zich als een kunstwerk door de open ruimte plooit.
Dé showstopper in het appartement van Lien Van de Velde en Jeremy Godenir is de monumentale witte spiraaltrap die zich als een kunstwerk door de open ruimte plooit.
©Yves Drieghe

Als je het appartement van Jeremy Godenir en Lien Van de Velde binnenkomt, word je als eerste begroet door Raket, de labradoedel die als een raket enthousiast op je afkomt en het hart van elke hondenliefhebber steelt. Vervolgens vallen de metershoge ramen op, die een wonderlijk uitzicht bieden op het water, de oude dokken en zelfs de torens van Gent. Maar de echte showstopper is de monumentale witte spiraaltrap die zich als een kunstwerk door de open ruimte plooit.

‘Cyriel Cloet heeft de trap bepleisterd en er een meesterwerkje van gemaakt. Hij is de zoon van beeldhouwer Mark Cloet’, vertelt Jeremy. De trap breekt de ruimte, net als de andere details, zoals de verspringende plafonds en de half betegelde badkamerdeur. Dit appartement is een spel van volumetrische composities met geschrankte kamers en zwevende verdiepingen. Ook deze constructie doet denken aan een tetris die zichzelf in elkaar puzzelt.

De levens van onze gezinnen lopen door onze manier van wonen door elkaar.
Lien Van de Velde

‘Tijdens een bezoek aan de Verenigde Staten liet ik me inspireren door het iconische complex ‘Fallingwater’ van Frank Lloyd Wright, de architect die zo mooi puzzelt met compressie en decompressie in een woning. Ik vloog geïnspireerd terug naar huis’, vertelt de Gentse architect. Jeremy’s ontwerp voor dit appartement weerspiegelt eenzelfde gelaagde benadering van de ruimte. ‘Grote open ruimtes, met hoge plafonds en ramen geven een geweldig gevoel van vrijheid. Maar zonder geborgenheid kunnen ze onpersoonlijk aanvoelen en raak je de weg kwijt.’

Zes jaar lang werkte Jeremy Godenir aan het ontwerp van dit gebouw – de appartementen waar hij en zijn schoonfamilie wonen, plus op de gelijkvloerse verdieping zijn architectenbureau MOEA architectural designstudio en de sandwicherie van Karel De Baets.

Advertentie

Wel of niet aankloppen?

‘Ik wilde dat het appartement niet koel aanvoelde. Kleur op de muren was daarbij essentieel’, vertelt Lien Van de Velde, die nog schilderkunst studeerde en de klas heeft gedeeld met kunstenaar Matthieu Ronsse.
‘Ik wilde dat het appartement niet koel aanvoelde. Kleur op de muren was daarbij essentieel’, vertelt Lien Van de Velde, die nog schilderkunst studeerde en de klas heeft gedeeld met kunstenaar Matthieu Ronsse.
©Yves Drieghe

De twee families wonen elk in hun eigen appartement en delen het dakterras met zwembad. ‘Het voelde voor mijn zus en mij volkomen natuurlijk om samen in één gebouw te gaan wonen’, vertelt Jeremy’s partner Lien Van de Velde. ‘We hebben er nauwelijks over nagedacht. De schoonbroers daarentegen hadden wat meer bedenktijd nodig. Ze zijn allebei enig kind en groeiden op in de stad, wellicht zijn ze meer gewend om op zichzelf te zijn?’

Wanneer Lien alleen thuis is, staat de deur open. Zijn de schoonbroers ook thuis, dan gaan de deuren dicht en wordt er aangeklopt. ‘Iedereen ervaart zijn of haar behoefte aan privacy anders’, zegt ze. ‘Toch lopen de levens van onze gezinnen door onze manier van wonen door elkaar. Als iemand bijvoorbeeld een oppas nodig heeft, kan het andere gezin snel helpen.’

Warmte stond bovenaan Liens wensenlijstje voor de woning. ‘Ik wilde dat het appartement niet koel aanvoelde, maar juist geborgen. Kleur op de muren was daarbij essentieel’, vertelt Lien, die nog schilderkunst studeerde en de klas heeft gedeeld met kunstenaar Matthieu Ronsse. In het appartement hangt een eigen werk van haar, terwijl ze vandaag innovation manager is bij lingeriefabrikant Van de Velde. ‘Steriele ruimtes zijn niets voor mij’, zegt ze. ‘Na onze verhuizing van een prachtige herenwoning in de stad naar dit appartement wilde ik het ‘kamergevoel’ benaderen.’

Laagje Le Corbusier

De lift en de trap leiden naar het dakzwembad, poolhouse en een terras met magistraal uitzicht op de torens van Gent.
De lift en de trap leiden naar het dakzwembad, poolhouse en een terras met magistraal uitzicht op de torens van Gent.
©Yves Drieghe

Jeremy koos de kleuren, geïnspireerd door de historische paletten van Le Corbusier, om de modernistische uitstraling te behouden. Denk aan tinten met poëtische namen zoals ‘ombre naturelle’ of ‘bleu outremer’. Zelfs de Vola-kranen en schakelaars van Jung kregen een Le Corbusier-laagje. ‘Er zijn niet zoveel merken op de markt die de beroemde kleuren mogen gebruiken.’

Advertentie

Zelfs de keukenvloer past in Le Corbusiers kleurenwaaier. ‘Ik gaf een roze schakelaar aan Wim De Smet van Atelier W.D.S., die de kleur verwerkte in cocciopesto’, legt Jeremy uit. Atelier W.D.S. uit Nazareth is een krak in afwerkingen met leem, kalk, tadelakt, steen of klei. ‘Cocciopesto is een Italiaanse techniek waarbij gemalen stenen worden verwerkt in vloeren, vaak beschouwd als de voorloper van terrazzo, maar met een natuurlijkere uitstraling. Wim experimenteert ook met opgeschuurd asfalt, waarin hij spikkeltjes witte marmer verwerkt. Die vloer ligt in onze leefruimte en grenst aan de rooskleurige cocciopesto.’

Knipoog naar betoncentrale

Zowel het exterieur als het interieur knipoogt naar de oude betoncentrale even verderop op de dokken. ‘Ik hou van de ronde massiviteit waarop het licht zo mooi valt’, zegt Jeremy. Naast het interbellummodernisme van Mallet-Stevens voegt hij ook een hedendaagse twist aan zijn werk toe. ‘Iets volledig retro maken is niet mijn bedoeling.’ Zo ligt in de slaapkamer een parket van John Pawson, een subtiel eerbetoon aan de Britse architect.

Jeremy Godenir richtte in 2013 zijn eigen bureau op, MOEA architectural designstudio. Een van zijn opmerkelijke ontwerpen is een hoekpand op de Gentse Vogelmarkt, dat de kledingzaak Cos huisvest. Voordat hij zijn eigen bureau oprichtte, werkte hij onder meer bij Sum Architecten en begon zijn carrière bij kunstenaar Jan De Cock. Een bijzonder meubelstuk uit die periode, dat hij zelf ontwierp, heeft nu een plek in zijn appartement als vitrinekast. Ook het meubel is vernuftig in elkaar gepuzzeld: het bestaat uit modulaire gekleurde blokken die in elkaar schuiven.

‘In de kast staan veel herinneringen’, vertelt Lien. ‘Dingen van vroeger of verzamelde items. Ze wijst naar haar collectie ‘Mecki en Micki’-egels, de schattige poppetjes met stekelachtige kopjes. Jeremy glimlacht: ‘Hoewel ik niet meteen fan ben, vind ik het wel belangrijk dat er ruimte is om Liens collectie te etaleren.’

Of hoe leven en ruimte samenkomen. Dit appartement is niet alleen een architectonisch statement, maar ook een thuis. De mix van oude inspiratiebronnen en nieuwe elementen, en de manier waarop de ruimtes met elkaar in gesprek gaan, weerspiegelt hun visie op wonen. Architectuur als een levende puzzel, een plek waar hoeken en details verhalen vertellen. Een huis dat niet alleen de ruimte breekt, maar ook verbindt.

Advertentie