Twee panden erfde een kosmopolitisch koppel in Amsterdam. Die transformeerden ze tot Carmen, next-level huiskamershopping in een conceptstore met café én gastenkamers met zicht op de grachten.
Op zoek naar een bestemming voor je kerstshopping? Vergeet Londen en neem de Eurostar eens in de andere richting. Amsterdam is een ideale decemberspot, met De Bijenkorf als lokale Harrods, een grachtengordel vol feeërieke lichtjes, een schaatsbaan met zicht op het Rijksmuseum, en chocomelk met stroopwafels. Tijdens je kerstige ‘shopping spree’ mag je zeker Carmen niet overslaan, dé it-plek van het moment waar je kunt shoppen, eten en slapen. Ze wordt uitgebaat door het coole koppel Carmen Atiyah de Baets (33) en Joris ter Meulen Swijtink (35), in het dubbele Amsterdamse grachtenpand dat hij erfde van zijn grootmoeder. ‘Joris en ik zijn al samen sinds ons vijftiende. We droomden er al heel lang van om samen iets te openen’, zegt Atiyah de Baets.
Dat ‘iets’ werd uiteindelijk iets groots. Want Carmen is boetiek, café en bed and breakfast ineen. Noem het gerust huiskamershopping van de nieuwste generatie: via huiselijke salons en escheriaanse trappen wandel je langs rekken met kleding, juwelen, cosmetica en homedeco. Hier spot je nichelabels zoals Super Yaya en Egyptian Magic, maar ook in het café-restaurant kun je je verlekkeren: hier bereidt Ter Meulen Swijtink het ontbijt en de lunch. Op het menu: roerei met flinterdun geschaafde geitenkaas; toast met cavolo nero, mossels, tomaat en rouille; appelcake met dragon. Of toch maar een hojicha, de thee van de dag?
Inspiratie te grabbel
In het aanpalende grachtenpand piepen we binnen in de twee gastenkamers. Al dekt die term eigenlijk de lading niet. Want wie hier boekt, krijgt naast een eigen slaap- en badkamer, ook toegang tot de gemeenschappelijke living met open haard, platendraaier en cocktailbar. Plus een volledig ingerichte keuken met pizzaoven, top notch keukentoestellen en een grote eettafel. En dan vergeten we nog de knusse bibliotheek met uitzicht over de grachten én de grote tuin. ‘Een warme plek om mensen te inspireren’, zo omschrijft Atiyah de Baets haar concept.
En daar is geen woord van gelogen. De sfeer is gastvrij – lang niet standaard op zo’n hippe plek – en de inspiratie ligt voor het oprapen. Als we later onze fotorol doorbladeren, staat die vol met snapshots van coole merken, ideetjes voor nieuwe gerechten en originele vintage stukken.
Zo is een gastenkamer helemaal ingericht met brutalistisch ogende grenen meubels van Ate van Apeldoorn, gevonden bij de Londense dealer Spazio Leone. In de keuken spotten we seventies Flex-stoelen van Thonet door Gerd Lange en een prachtige antieke glazenkast. ‘Bijna alles wat hier staat, is vintage’, zegt Atiyah de Baets. ‘Ik shop vooral in Antwerpen en Gent, want daar zijn de stukken veel goedkoper dan op de ‘Puces de Paris’. Daar ga ik vooral heen om inspiratie op te doen.’
Niet op boekingplatforms
Veel hotels claimen het, maar Carmen voelt écht aan als een ‘home away from home’. Wellicht ook omdat de eigenaars hier zelf wonen, samen met hun tweejarige dochter Biba. ‘Wij hebben met ons gezin tweeënhalve verdieping, heel knus boven in het pand. Als de gastenkamers niet geboekt zijn, kom ik hier soms eens een film kijken of een nachtje slapen. Maar het voelt toch niet helemaal als thuis. Ik zou er nooit in mijn pyjama durven te zitten’, lacht Atiyah de Baets.
Wie hier logeert, deelt het huis dus met andere gasten en locals. ‘We zijn geen hotel met een receptie, conciërge en roomservice, maar er wordt wel voor je gezorgd, op een huiselijkere manier. In de koelkast vind je lekkere dingen uit het café; er zijn koekjes en lekkere koffie. We staan bewust op geen enkel boekingsplatform, zodat onze gasten echt weten wat ze boeken.’ Hoe ze dan aan hun hoge bezettingsgraad komen? Dankzij mond-tot-mondreclame, een populair Instagram-account en internationale publicaties zoals The New York Times, Financial Times en Die Zeit.
Intense periode
Allemaal loven ze de familiaire sfeer, de avant-gardistische selectie mode en objecten, én de hedendaagse definitie van luxe bij Carmen. En dat alles in een zeventiende-eeuws jasje. Want de twee typische Amsterdamse grachtenpanden – met gitzwarte gevels en enorme witgeschilderde ramen – zijn gebouwd rond 1675. De oma van Ter Meulen Swijtink kocht ze in 1980 nadat haar man, een bankier, was gestorven. Ze woonde er ruim dertig jaar, tot ze in 2009 overleed.
Toen het jonge koppel er enkele jaren later introk – ze hadden eerst in Londen gewoond, gestudeerd en gewerkt – drong een verbouwing zich op. De plannen tekenden ze zelf uit – Ter Meulen Swijtink studeerde een tijdje bouwkunde – en Atiyah de Baets deed de coördinatie.
‘Je eigen huis verbouwen klinkt als een romantisch en artistiek project, maar uiteindelijk ben je toch vooral bezig met heel technische dingen. Ik miste in die periode echt een creatieve uitlaatklep. Bijna in een opwelling begon ik mijn webshop’, aldus Atiyah de Baets.
‘Sowieso hadden we geen duidelijk afgelijnd plan voor wat we met de panden zouden doen. Het concept groeide organisch. Eerst maakten we de gastenkamers op het nummer 602, met ook een kleine ruimte voor de spullen uit mijn webshop, waar ik volgens afspraak klanten ontving. Toen de huurder van nummer 600 vertrok – een antiquair en vintageboetiek met onder meer Hermès, Chanel en Dior – openden we het café en werd mijn zaak plots veel groter. Een nogal intense periode, want ik was op dat moment ook zwanger. We werkten zeven dagen per week en ook na mijn bevalling nam ik amper verlof.’
Sluis-Knokkeconnectie
Hoe spontaan Carmen ook tot stand kwam, toch stond ‘een zaak in de mode’ in de sterren geschreven. Haar grootouders richtten in de jaren 50 de chique herenzaak Maison Distinguée in Sluis op. Omdat ze daar ‘s zomers vaak logeerde, had ze haar eerste studentenbaantje in een boetiekje in Knokke, waar ze onder meer Prada verkochten. ‘Hoe de zaak heette, ben ik vergeten. Maar de ervaring zeker niet. Ik vond het fantastisch om vrouwen te mogen aankleden’, aldus Atiyah de Baets. ‘Mijn vader – die trouwens half Belgisch is – stapte niet in de familiezaak, maar verhuisde naar Hilversum, waar ik opgroeide. Maar er werd veel gepraat over kleding, er goed uitzien was heel belangrijk in ons gezin. Mijn moeder kocht elk seizoen haar garderobe bij Pauw, een instituut in Amsterdam. Als kind keek ik vol bewondering naar de chique dames die daar werkten met zo’n speldenkussen om hun pols. Op mijn achttiende deed ik auditie op Central Saint Martins, de beroemde modeschool in Londen. Ik werd toegelaten, maar besloot toch niet te gaan.’
In plaats daarvan schreef ze zich in aan de prestigieuze Londense SOAS-universiteit voor Midden-Oostenstudies. Geen toeval, want haar moeder is Libanese en ze heeft een sterke band met de regio. Maar door de ontnuchterende afloop van de Arabische Lente gooide Atiyah de Baets haar carrière over een andere boeg, waarna ze uiteindelijk toch in de mode belandde. ‘Ik gebruik mijn studies nog altijd, zij het op een andere manier. Zo verkoop ik twee Libanese merken in mijn winkel. Ik droomde altijd van een carrière als correspondent of journalist. Nu vertel ik hun verhalen op een andere manier.’
| Vanaf 500 euro voor twee nachten inclusief ontbijt
| carmenamsterdam.com