Je oogst er het hele jaar door: van champignons over kruiden en braambessen tot appelen en abrikozen. De Hof van Eden? Neen, wel de nieuwste outdoortrend: het voedselbos. Drie Belgische pioniers over hun stukje natuur vol superfoods, peperplanten én brandnetels. ‘En zeggen dat we helemaal geen groene vingers hadden.’
01 De Groentjes: De Grond, Ranst
Wie? Heidi Valkiers (gespecialiseerd voetverzorger) en Klaas Storme (cartoonist Zaza).
Wat? Voedselbos van 1 hectare op een stuk landbouwgrond van 2,2 hectare.
Stadium? Begin- en ontwerpfase.
‘We hebben nog geen bal geoogst’, lacht Heidi Valkiers als ze me verwelkomt aan de muntgroene poort van haar voedselbos De Grond in Ranst. ‘In december organiseerden we wel al een workshop over het enten van champignons op hout. Hopelijk groeien daar binnenkort onze eerste oesterzwammen uit.’
Twee jaar geleden kochten Valkiers en haar partner Klaas Storme – beter bekend als cartoonist Zaza – een stuk land waarvan ze op termijn een eetbaar bos willen maken. ‘Toen we hier voor het eerst kwamen, was deze plek compleet overwoekerd door braamstruiken van wel 3 meter hoog’, zegt Storme.
‘Met een bosmaaier ben ik het 2,2 hectare grote terrein nu geleidelijk aan het vrijmaken. We mikken op een voedselbos van 1 hectare. Maar het kan tot
15 jaar duren voor zo’n bos volgroeid is. We zitten nog maar in de beginfase. Iedereen zegt dat een voedselbos aanleggen vooral je geduld op de proef stelt. En
laat geduld nu net een eigenschap zijn die ik níét heb.’
Stadsherder
De Grond ligt op 6 kilometer van hun woning in Antwerpen. ‘Ik fietste hier toevallig langs en zag een gehavend ‘Te koop’-bordje staan’, zegt Storme. ‘Een geval van serendipiteit was het: we waren er helemaal niet naar op zoek, maar toch was dit exact wat we nodig hadden.’
‘We waren helemaal niet op zoek naar zo’n voedselbos. Toch was dit exact wat we nodig hadden.’
Al is het misschien toch vooral een ontdekkingstocht. Toen Valkiers en Storme dit perceel kochten, hadden ze nog nooit van ‘voedselbossen’ gehoord. ‘Eerlijk: het was een bevriende architecte die ons op het idee bracht. Nu breng ik hier zo’n drie dagen per week door’, zegt Valkiers. ‘En dat terwijl we vroeger helemaal geen groene vingers hadden.’
Intussen staat er een kleine serre om materieel in op te bergen. Rond een buitenkachel hebben de twee enkele tuinmeubels neergezet. En er hangt een schommel aan de boom voor Valkiers’ zoontje van tien. Pal in het midden van het perceel is er een kleine weide met een hok voor de kippen. Als de twee er zijn, mogen de kippen vrij rondlopen. ‘We hebben ook al contact gehad met de stadsherder van Antwerpen, die hier straks enkele van zijn schapen zal kunnen laten grazen’, vertelt Valkiers.
Ze toont een plek die al van de braamstruiken verlost is. ‘Hier willen we een natuurlijke poel aanleggen waar al het overtollige water naartoe kan. Bevlogen als we waren, hadden we zonder veel nadenken al enkele fruitbomen geplant. Maar zodra het regende, stonden die met hun wortels in het water. Als tijdelijke oplossing hebben we nu enkele heuveltjes gemaakt, zodat ze iets hoger komen te staan.’
Inheemse soorten
‘Zo’n voedselbos aanleggen is veel trial-and-error’, zegt Valkiers. ‘Ik leer gaandeweg bij en volg workshops. Zo leer je ook veel mensen kennen die je kunnen helpen.’
Voor het ontwerp van hun bos werken ze samen met Ona Meirlaen, een experte op het vlak van voedselbossen. Zo’n bos moet immers de verschillende lagen van een vruchtbare bosrand nabootsen. ‘De kruinlaag bestaat uit hoge bomen, zoals fruitbomen of hazelnoten’, vertelt Valkiers. ‘Op termijn wil ik een stabiele productie hazelnoten waaraan ik zelfs iets kan verdienen. Iets lager komt de struiklaag, zoals de zwarte bes, aalbes en framboos. Op de onderste laag, de stronken en de bodem, groeien binnenkort hopelijk paddenstoelen. Misschien komen er ook een paar amandelbomen, maar we mikken toch vooral op inheemse soorten. Deze zomer willen we alles aankopen en planten.’
Pizza en wijn
De Grond zal niet alleen een voedselbos worden. Dit moet vooral een ontmoetingsplaats worden, en een plek voor workshops over de natuur. Valkiers en Storme willen zoveel mogelijk mensen in contact brengen met voedselbossen en duurzame voedselproductie. ‘We hebben al contact gehad met de organisatie Bos+, die samenwerkt met bedrijven die als teambuilding zo’n voedselbos mee helpen aanplanten.’
Behalve voedselbos dus ook inspiratiebos? De twee knikken. ‘Er zijn al veel ideeën de revue gepasseerd’, vertelt Storme. ‘In het begin wilde ik het omvormen tot iets als Koen Vanmechelens Labiomista in Genk of de Verbeke Foundation in Kemzeke. Ik ken wel enkele kunstenaars die hun werken hier zouden kunnen tentoonstellen.’
Maar voor Valkiers mag het bos evengoed een speelbos zijn. ‘Mijn zoontje en zijn vriendjes vinden het heerlijk om in de bomen te klimmen. Het belangrijkste voor mij is dat mensen hier samenkomen. Binnenkort installeren we een lemen pizzaoven. Zodat we de avonden met pizza en wijn kunnen afsluiten.’
02. Antioxidantenbos: Eetbos Deinze
Wie? Hilde Eylenbosch en Piet Moerman zetten hun carrière in de biotech stop om een voedselbos aan te planten.
Waar? Deinze.
Wat? Voedselbos van 4,3 hectare.
Gestart? 2019.
Stadium? Productiefase.
Iets voor geitenwollensokken: veel folklore en weinig wetenschap! Zo werden voedselbossen tot voor kort omschreven. Maar daarin is blijkbaar verandering aan het komen: de jongste tijd beginnen ook wetenschappers en academici interesse te tonen. Neem nu Piet Moerman en Hilde Eylenbosch: beiden zijn arts van opleiding en bouwden een carrière uit in de biotechnologiesector. In 2019 echter besloten ze om het roer om te gooien: ze namen ontslag om in Deinze hun eigen voedselbos aan te planten.
Romantisch kun je de plek van hun Eetbos Deinze niet noemen. Achter het perceel ligt een groot industrieterrein waar er nog heel wat bijgebouwd wordt. Aan de andere kant is er een drukke steenweg: je hoort de wagens in de verte voorbijrazen. ‘Daarom hebben we meteen bomen en struiken geplant, die – zodra ze wat groter zijn – het geluid van de auto’s zullen dempen’, zegt Moerman, die er heilig van overtuigd is dat een voedselbos eender waar kan floreren.
Populaire superfoods
Moerman en Eylenbosch zijn altijd al gepassioneerd geweest door ecologie. ‘Na onze carrières in de biotech besloten we dat het tijd was voor een project met positieve impact. De vruchtbaarheid van de bodem in Vlaanderen gaat zorgwekkend snel achteruit. Landbouw en natuur staan nog te vaak lijnrecht tegenover elkaar. Daar willen we verandering in brengen.’
Drie jaar zijn ze intussen bezig. Maar winst genereert hun voedselbos nog niet. ‘De meeste bomen en struiken zijn nog te jong om overvloedig te kunnen oogsten. Voorlopig rekenen we vooral op de vlier, de trosbes, de duindoorn en de aroniabes.’
Die laatste – die in de volksmond ‘appelbes’ wordt genoemd – bevat naar verluidt veel antioxidanten en zou ook de veroudering tegengaan. Al is de smaak ervan vrij wrang. ‘Vers is die aroniabes eigenlijk niet te eten’, geeft Moerman toe. ‘Wij proberen vooral te ontdekken hoe je die onbekende vruchten, die je nog niet in de winkel vindt, op een lekkere manier kunt bereiden. En ja, soms leidt dat tot onaangename verrassingen. We zijn er alleszins betere chefs door geworden. De appelbes voegen we nu toe aan onze appel- en perensappen. Voor extra body en natuurlijk wegens de antioxidanten.’
We houden halt bij een plant die al in bloei staat. ‘De gojibes is een populaire superfood’, zegt Eylenbosch. ‘Vers smaakt die heel bitter. Maar als je de vrucht droogt, verdwijnt die bitterheid.’ Iets verder zien we een plant met grote stekels. ‘Hoe groter de stekel, hoe lekkerder de vrucht’, lacht Eylenbosch. ‘Dit is een Chinese peperplant. De gedroogde schillen van de vruchten ken je misschien onder de naam szechuanpeper: die is in alle supermarkten te verkrijgen. Heel aromatisch én pikant.’
Wereldwijd worden exoten nochtans als een van de belangrijkste bedreigingen voor de biodiversiteit beschouwd. Op veel plekken verstoren ze het natuurlijke evenwicht. ‘Eigenlijk zijn alle planten exotisch’, relativeert Eylenbosch. ‘In de ijstijd stierven de meeste planten hier uit. Zelfs appel- en perenbomen vond je alleen nog in mediterrane gebieden. Ze werden opnieuw geïntroduceerd door de Romeinen, terwijl andere planten via de zijderoute onze contreien bereikten.’
‘De toevoeging van exotische planten, en ook de hoge graad van diversiteit is wat het succes van voedselbossen verzekert’, vult Moerman aan. ‘Consumenten moeten gewend raken aan die nieuwe smaken. We eten eigenlijk maar een twintigtal planten, terwijl er honderden eetbare soorten bestaan. Het enige waarop je moet letten, is dat je geen invasieve planten importeert. In een voedselbos wil je een ecologisch evenwicht creëren dat je in een bosrand ook terugvindt. Zo’n ontwerp is een kennisintensieve onderneming.’
Vleermuizenkelder
Precies omwille van dat evenwicht heeft het koppel ook olijfwilgen geplant. ‘Die stoten via schimmeldraden in de grond stikstof uit. Andere planten rondom de olijfwilg gebruiken die stikstof dan weer als voeding, zodat wij niet extra hoeven te bemesten.’
Het illustreert mooi het samenspel tussen de verschillende soorten planten in zo’n voedselbos. Niet elke plant is eetbaar, maar elke struik, knol of grasspriet heeft een functie die bijdraagt tot een gezond ecosysteem. ‘Tussen onze druivelaars staan bijvoorbeeld aromatische kruiden. Rozemarijn, olijfkruid, currykruid en hyssop hebben een sterke geur. Dat brengt insecten die het op onze druivelaars hebben gemunt in de war.’
En om de fruitbomen te beschermen tegen de fruitmot bouwde Moerman een vleermuizenkelder. ‘De vleermuis is de natuurlijke vijand van de fruitmot en in de winter hebben ze graag een plekje waar ze kunnen schuilen. Dus bouwde ik een hut die deels onder de grond zit. De beestjes hangen net onder het plafond, waar het altijd 8 °C is.’
‘Het enige wat we nog niet onder controle hebben, zijn de woelmuizen’, zegt Eylenbosch. ‘Die eten alles met een wortel of knol aan. We hopen snel meer torenvalken aan te trekken die dat probleem kunnen oplossen.’
Onderzoeksproject
Opmerkelijk: een stukje van dit voedselbos maakt deel uit van een onderzoeksproject van de UGent. ‘Samen willen we nagaan of een voedselbos een interessantere manier is om voedsel te produceren dan de klassieke fruitteelt’, zegt Moerman. ‘We vergelijken een klassieke boomgaardopstelling met een opstelling met bladverliezende struiken en stikstoffixerende planten. Door data te verzamelen over voedselbossen willen we deze landbouwtechniek uit de marginaliteit halen en op bredere schaal toepassen.’
03. Vrai, bon, beau: Le Jardin d’Eve, Ittre
Wie? Ophélie Goemaere (geologe) en vader Damien Goemaere (gepensioneerd oprichter en CEO van Distec International, een bedrijf gespecialiseerd in de distributie van gezondheids-, beauty- en wellnessconcepten).
Wat? Voedselbos van 10 are.
Begonnen? In 2017.
Stadium? Productiefase.
‘Vier seizoenen lang moesten we geduldig observeren en nietsdoen. Het eerste jaar hebben we zelfs geen zaadje of boom geplant. Alleen maar toegekeken. Niet iets wat ik als ondernemer gewend was.’ Damien Goemaere leidde jarenlang Distec International, een bedrijf gespecialiseerd in de distributie van gezondheids-, beauty- en wellnessconcepten. Samen met zijn dochter Ophélie vormt hij sinds 2017 de 10 are grote paardenweide naast zijn huis in het Waals-Brabants Ittre om tot Le Jardin d’Eve.
Een project dat intussen een mature look heeft. Terwijl veel voedselbossen er eerder uitzien als een groene, chaotische wildernis, oogt Le Jardin d’Eve bijzonder fraai. Hun slogan ‘vrai, bon, beau’ is hier op zijn plaats. Zelfs op dit tijdstip van het jaar, nog zonder bloesems of bladeren aan de bomen. Door de nette rijen bessenstruiken, fruit- en notenbomen en de met houtschors bedekte bodem lijkt het bos eerder een boomgaard of moestuin. Maar de Goemaeres verzekeren me dat dit perceel helemaal is opgebouwd volgens de principes van een voedselbos.
Mest en stro
Nadat ze de grond hadden aangekocht, fotografeerden ze het terrein elke maand om te zien waar de zon het hardst scheen en noteerden ze de dominante windrichting. ‘We namen ook grondstalen om meer te leren over de structuur van de bodem.’
Na één jaar besloten vader en dochter de bodem te bedekken met 30 centimeter mest en stro, om de grond te voeden en te verlichten. ‘Op die gezonde basis zijn we aan de slag gegaan. Het stuk grond is licht hellend en gericht naar het zuiden. Door hoge bomen achteraan te planten om de wind tegen te houden is het in ons voedselbos standaard 1 of 2 °C warmer dan op de rest van het perceel.’
Ophélie en Damien Goemaere recreëerden een vruchtbare bosrand volgens het typische meerlaagse systeem. Van hoog naar laag vind je er: een kruinlaag, een tussenlaag, een struiklaag, een kruidlaag, bodembedekkers, klimplanten en wortels en knollen. ‘Als alle lagen perfect op elkaar zijn afgestemd, is een voedselbos op zijn productiefst. Maar dat kan tot acht jaar duren.’
Detoxkruiden
De struik- en kruidlaag zijn de expertise van Ophélie, die als ‘tisanière’ gespecialiseerd is in het maken van kruideninfusies. ‘Tisanes lijken op thee, alleen gebruiken we er geen theeblaadjes voor’, zegt ze. ‘Veel tisanes hebben ziektepreventieve of medicinale eigenschappen.’
Haar ‘tisane immunity’, met onder meer oregano, tijm en lavatera, zou bijvoorbeeld verkoudheden en griepsymptomen helpen te verlichten. De ‘tisane detox’, met paardenbloem en brandnetel, zou dan weer een interne filter voor je organen zijn. ‘Ik ben geologe van opleiding’, vertelt ze. ‘Maar onlangs heb ik mijn job opgezegd om me voltijds op de voedseltuin te concentreren. We willen aantonen dat het mogelijk is om voedselbossen productief en economisch rendabel te maken. Behalve tisanes verkopen we ook onze eigen vruchten, vers of in confituur- en compotevorm. En met onze vele kruiden maken we gearomatiseerd zout.’
De Goemaeres willen in hun voedselbos 100 procent volgens de regels van de kunst werken. Dat betekent dat onkruid- en ongediertebestrijding taboe zijn. ‘Je kunt al veel ziektes vermijden door niet aan monocultuur te doen’, vertelt Damien. ‘In de winkel kun je maar vijf soorten appels kopen, maar eigenlijk zijn er zo’n 500. Als een boom ziek wordt in een traditionele boomgaard met allemaal dezelfde soorten is meteen je hele oogst verpest. Omdat wij zoveel verschillende soorten hebben, worden niet meteen alle bomen aangetast door eenzelfde ziekte.’
Het is voor Damien een heuse missie geworden om zoveel mogelijk mensen te laten kennismaken met zijn gezonde, biologische voeding. ‘Je hoort vaak de uitdrukking “an apple a day keeps the doctor away”. Als je dagelijkse appel echter maanden daarvoor onrijp is geplukt en meerdere keren werd besproeid, is die niet meer zo gezond. Je eet beter een biologische appel die lang genoeg aan de boom heeft gehangen. Ook al is die wat duurder. Je zult die investering later op je doktersfactuur terugverdienen.’
Noord-Frans mekka
De grondbeginselen van de biologische landbouw leerde Damien tijdens een opleiding in het Noord-Franse dorp Le Bec-Hellouin. De boerderij van Perrine en Charles Hervé-Gruyer is zowat het mekka van de permacultuur bij onze zuiderburen, een vorm van ecologische landbouw waarbij de natuur als voorbeeld geldt. ‘Ik ben 35 jaar lang met ontzettend veel plezier CEO geweest’, vertelt hij. ‘Maar de bedrijfswereld heeft meestal de neiging om informatie en vernieuwingen kort bij de borst te houden, om de concurrentie vóór te blijven. In de wereld van de voedselbossen en de permacultuur is dat compleet anders: kennis wordt vrij doorgegeven. Dat was een verademing.’
Ophélie ging in de leer bij een tisanière in Brussel. ‘Ik deel mijn kennis nu door workshops en opleidingen te geven. Het is zelfs mogelijk om een halfjaar lang twee dagen per week hier mee te lopen. Ook bedrijven en organisaties komen bij ons terecht: zo kwam Leefmilieu Brussel al aankloppen voor meer informatie over voedselbossen.’
Zo’n voedselbos berust altijd op dezelfde drie principes, besluit Damien. ‘Een voedselbos is goed voor de natuur. In en met de natuur werken is dan weer goed voor je eigen fysieke en mentale gezondheid. En door de kennis en de vruchten van je arbeid te delen, draag je ook zorg voor anderen.’