De legende wil dat ontdekkingsreiziger James Cook in 1779 poké kreeg voorgeschoteld toen hij Hawaï ontdekte. Dat de Brit effectief een kom rijst met rauwe vis en een assortiment groentjes naar binnen speelde op die historische dag valt zwaar te betwijfelen. Al was het maar omdat Cook de archipel de naam 'Sandwich Islands' gaf. En als poké nu één ding niet is, dan is het wel een sandwich.
Traditionele poké bevat vooral rauwe vis die overlangs is doorgesneden, want dat is wat de term poké in het Hawaïaans betekent: overlangs doorsnijden. Loodrecht op de vezelrichting dus.
Vissers begonnen ermee om stukjes van hun vangst als proevertje aan te bieden. Intussen wordt die vis aangevuld met rijst, het liefst van de sticky soort, zoals bij sushi. Voor het overige bent u vrij in de invulling van uw poké. Van edamame en stukken mango over wakame of gedroogde uitjes tot mais, avocado en radijsjes. En heeft u dat alles graag overgoten met een sausje? Ook dat is geen schande. Heel anders dan bij sushi is er voor poké geen strak keurslijf van wat mag en niet mag. Verzin gerust nieuwe pokéversies, geen Hawaïaan die erom maalt.
Tenzij James Cook dan toch de trendsetter is geweest in 1779 waren het vooral de Hawaïanen zelf die sinds de jaren zeventig en tachtig gingen experimenteren met rauwe vis. De sushihype begon zich stilaan te verspreiden en in Hawaï werden die Aziatische invloeden met veel enthousiasme vertaald naar de eigen smaak: veel meer groenten en fruit, sauzen en toppings dus, én in een kommetje in plaats van in netjes geboetseerde blokjes. De courant gebruikte benaming luidt dan ook 'pokébowl'. Maar ook die wordt net zo goed met chopsticks verorberd. Een goede zaak dus dat de rijst van de plakkerige soort is.
Een hype die inmiddels ook gigantisch is in Londen, waar de bankiers in de City 's middags met plezier in de rij gaan staan voor de licht verteerbare en gezonde lunch die poké is.
Enkele jaren geleden al waaide de pokéhype letterlijk en figuurlijk over naar het vasteland van de Verenigde Staten. Volgens kenners zou de hamburgerzaak Sons of Thunder in New York een belangrijke pionier zijn geweest. Bij toeval weliswaar. Want toen de verse tonijn was geleverd om tonijnsteaks mee te bakken maar het fornuis het liet afweten, kwam een van de Hawaïaanse medewerkers op het idee om er poké mee te maken. Het betekende bijna het faillissement van Sons of Thunder, want niemand had ooit van poké gehoord.
Tot Ligaya Mishan op een dag binnenwandelde, recensente van The New York Times én oorspronkelijk afkomstig van Honolulu. Zij prees de poké van Sons of Thunder de hemel in en lanceerde daarmee een ware pokéhype. Een hype die inmiddels ook gigantisch is in Londen, waar de bankiers in de City 's middags met plezier in de rij gaan staan voor de licht verteerbare en gezonde lunch die poké is.
Bij ons gaat het - net zoals tien jaar geleden met sushi - iets trager. Maar de eerste pokébars verschijnen stilaan in het straatbeeld en ook supermarkten bieden al voorgemaakte pokébowls aan. De combinatie van gezonde vetten (vis, avocado...), trage suikers (rijst) en lekkere toppings als mango en allerhande sausjes maken van poké een volwaardige opvolger voor sushi. En het is bovendien gemakkelijker te eten en te transporteren. Toch ook niet onbelangrijk.