Hij is een beloftevolle fotograaf en regisseur in de muziekindustrie, met altijd een analoge point-and-shootcamera aan zijn riem, ‘voor het geval dat’. Een Q&A met Noah Dechamps.
Noah Dechamps, in de sector beter bekend als Light Striking, fotografeert uitsluitend analoog. Naast zijn werk als professionele zelfstandige fotograaf regisseert de 23-jarige uit Charleroi ook muziekvideo’s.
Samen met enkele andere jonge fotografen richtte hij na de coronapandemie het collectief Youth through the lens op. Hun werk kreeg eind vorig jaar een plaats in het MAD in Brussel.
Wanneer ben je met fotografie begonnen?
‘Toen ik achttien jaar oud was, ben ik digitaal beginnen te fotograferen. Ik experimenteerde er veel mee, tot ik op een bepaald moment voelde dat dat digitale niet overeenkwam met de stijl en vibe die ik voor ogen had. Mijn vrienden vertelden me over analoge fotografie, en na het kort uitgeprobeerd te hebben, was ik verkocht. Dat ik van mijn ex-vriend Davy voor mijn verjaardag mijn eerste kleinbeeldcamera kreeg, heeft dan ook alles veranderd.’
Wie of wat staat er op je eerste analoge foto?
‘Davy. Ik droomde van een analoog toestel en vertelde hem er zo veel over dat hij voor mij een Canon AE-1 heeft gekocht. Het moment waarop hij het mij cadeau gaf, vond ik speciaal. Zo speciaal dat ik het wel moest vastleggen met een foto van hem.’
Wanneer haal je je camera boven?
‘Er hangt altijd een point-and-shootcamera aan mijn riem. Want leven zonder een analoge lens om de wereld door te zien, dat lukt me niet. Zo kan ik mijn mooiste herinneringen bundelen in fotoalbums om er later mee terug te kijken op mijn leven.’
‘Toen ik klein was, hadden mijn ouders altijd een analoge camera bij zich. Daardoor heb ik nu veel beelden van mijn kindertijd. In 2010 is de digitalisering zich in sneltempo beginnen door te zetten, maar omdat ik vind dat digitale foto’s herinneringen niet op dezelfde manier vastleggen, werk ik analoog. Zo kan ik het vintagefotoboek dat mijn ouders bij elkaar hebben gefotografeerd zelf voortzetten.’
Wat was je eerste analoge camera?
‘Een Canon AE-1, een zeer basic kleinbeeldcamera. Die raad ik iedereen aan die met analoge fotografie wil beginnen, omdat je hem heel gemakkelijk kunt leren gebruiken.’
‘Een jaar later wilde ik ook met andere filmformaten beginnen te experimenteren om erachter te komen wat ik zelf het fijnst vind. Mijn zoektocht leidde me naar de Mamiya 645, een mediumformaatcamera.’
Hoeveel camera’s heb je?
‘Ik werk met een Mamiya RB67 en een Canon A-1. Tegelijk heb ik ook nog drie point-and-shootcamera’s die het níét meer doen. Waarom ik die bewaar? Omdat ik ze toffe decoratie-elementen vind. Maar ook omdat ik ervan overtuigd ben dat ik ze op de een of andere manier weer aan de praat zal krijgen. Ofwel breng ik ze binnen bij iemand als de Hasseltenaar achter Camera Revival – de beste camerahersteller van Europa –, ofwel probeer ik ze zelf weer tot leven te wekken.’
Welke camera gebruik je het vaakst?
‘Mijn Mamiya RB67, een mediumformaatcamera. De foto’s meten 6 bij 7 centimeter en zijn dus best groot. Ik heb hem nu een jaar en ik ben verliefd op de combinatie van het toestel en Kodaks Porta- en Cinestill-film.’
Heb je een fotografieopleiding gevolgd?
‘Nadat ik het eerste jaar van een fotografiecursus aan de universiteit van Namen had gevolgd, ben ik met de studie gestopt. Ik vond in de docenten niet de energie waarnaar ik op zoek was. Zitten en luisteren naar mensen van wie het werk mij niet echt aanspreekt, lukte me niet meer.’
‘Ik wilde mijn eigen research doen en leren van fotografen die ik zelf goed vind. Ik kocht ook veel magazines, zoals Behind The Blinds en Dazed. Vond ik een foto leuk, dan checkte ik de credits om te ontdekken wie erachter zat, en begon ik het werk van die persoon te volgen om ervan te leren.’
‘Analoge studiofotografie is bijvoorbeeld iets wat je op school amper aanraakt. Dat heb ik mezelf helemaal aangeleerd.’
Als je een specialiteit hebt, welke is dat dan?
‘Mijn studiowerk, zou ik zeggen. Vooral qua belichting. Maar ik probeer een beetje van alles te doen, zowel binnen als buiten.’
Wie is je grootste voorbeeld in de wereld van de analoge fotografie?
‘Jack Bridgland. Ik zie hem als een oudere, meer ervaren versie van mezelf. Net als ik is hij begonnen met fotoshoots op straat, om later in de mode- en muziekindustrie terecht te komen.’
‘Terwijl ik uitsluitend analoog werk, mixt hij analoge met digitale fotografie. Maar zelfs in de manier waarop hij zijn digitale beelden bewerkt, zie ik de analoge invloed terug. Die mengeling van de 80’s en het nu, daar ben ik een grote fan van.’
Wat is je favoriete analoge foto die je zelf hebt gemaakt?
‘Een foto die ik vorig jaar heb tentoongesteld in het MAD in Brussel. Daarvoor heb ik onder meer samengewerkt met Rio Leone, een jonge modeontwerper.’
‘Samuel, een vriend en ballroomdanser, staat model op het dak van Silo Brussels (evenementenruimten in een voormalige brouwerij, red.). Mijn inspiratie ervoor heb ik gevonden in ‘The Matrix’-achtige films. Het is mijn favoriet, omdat voor mij alles eraan juist voelt, van de pose over het licht tot de kleding, de make-up en het haar.’
Wat is je droomcamera?
‘De Pentax 67, een mediumformaatcamera. Nu gebruik ik vaak mijn zware Mamiya, een groot blok dat bestaat uit verschillende demonteerbare onderdelen. Een ideaal apparaat om in de studio mee te shooten, maar voor buitengebruik te zwaar. De Pentax heeft de look-and-feel van een 35mm-camera, wat hem handiger maakt voor shoots buiten.’