Funky namen en gestileerde etiketten hebben van ingeblikte wijn een hit gemaakt. Dat het handig en duurzaam is, is zeker. Maar is het ook een blijver?
In ‘What The Food’ fileert Sabato wat er in de culinaire wereld over de tongen gaat.
Melk drinken we uit een kartonnen pak, sportdrank uit een petfles. Maar wijn associëren we al sinds het midden van de negentiende eeuw met glas, en het liefst met een fles van 75 centiliter. In de wijnafdeling van een supermarkt heerst nog de suprematie van de glazen fles. Toch voorspellen de onderzoekers van Grand View Research dat de wereldwijde markt voor wijn in blik tot 2028 elk jaar met ruim dertien procent zal groeien, een fenomenaal cijfer. Ze weten zelfs hoe dat komt: ingeblikte wijn scoort beter als het op gebruiksgemak aankomt, de heilige graal in voedings- en drankenland.
Waarom zijn we pro wijn in blik?
Blikwijn is handig. Het formaat van een blik – meestal 250 milliliter – is niet alleen het praktische equivalent van twee glazen. Een blik is ook gemakkelijker te koelen, te vervoeren, te openen en te drinken. Behalve de kurkentrekker kunnen we ook het wijnglas gewoon thuislaten.
Wijn in blik is cool. Met funky namen en gestileerde etiketten – van pin-ups tot roze flamingo’s – scoort ingeblikte wijn goed bij jonge drinkers. Geen toeval dus dat de Spaanse wijnmaker Artadi Mathieu Terryn, de zanger van Bazart, heeft ingelijfd als mascotte voor zijn merk Plus One, dat blikjes rosé op de markt brengt. Blikmakers wurmen zich ook binnen op plekken die traditionele wijnhandels links laten liggen. Zo verkoopt het Vlaamse merk The French Kiss Club binnenkort blikjes op Rock Werchter en op een padeltoernooi in Kontich.
Sinds 1936
Al dat hippe gedoe zou doen vergeten dat wijn in blik al bestaat sinds 1936, het jaar waarin de Californische wijnmaker Acampo pionierde met blikjes muskadel. Al moesten de Acampo-klanten nog wel met een blikopener gaten in het deksel duwen. Andere inblikpogingen volgden, vooral in de VS en Australië. Maar omdat de technologie ondermaats was, bleef dat allemaal gepruts in de marge. Door de interactie met aluminium kon de wijn heel snel zijn kwaliteit verliezen.
Pas toen Australische wijnmakers daar aan het eind van de twintigste eeuw een oplossing voor bedachten, kon de wijnblikmarkt openbloeien. Zo had regisseur-wijnmaker Francis Ford Coppola in 2004 een hit met een blikken schuimwijnode aan zijn dochter Sofia, afgeleverd met een rietje aan de zijkant. En sinds 2020, toen corona de horecamarkt deed instorten en de thuisverkoop liet pieken, ging de blikjesmarkt in een stroomversnelling.
Hip, handig én duurzaam
Behalve hip en handig is blik ook duurzamer, zeggen de producenten. De productie van blik slorpt minder energie op dan die van een glazen fles. Bovendien stoot het transport minder CO₂ uit, omdat blik lichter is dan glas. Een studie van Systembolaget, de wijnverkoper van de Zweedse overheid, geeft blikmakers deels gelijk, op voorwaarde dat de blikjes gemaakt zijn van gerecycleerd aluminium.
Wijnwedstrijd
Eerder instant teasen dan grote kwaliteit en nauwelijks info. De meeste blikmakers concentreren zich op instantdrinkplezier: geen complexe, volle wijnen, maar licht en fris. Op de International Canned Wine Competition – ja, er bestaat een wedstrijd voor wijn in blik – staan daarom opvallend veel schuimwijnen, rosés en spritzers (met soda aangelengde wijnen) op de jurytafel. En als er al rode wijn voorbijkomt, dan gaat het om soepele, sappige wijnen, gemaakt van merlot of gamay.
Op de jongste editie van de blikwedstrijd ging het Duitse Djuce met de meeste medailles (zes stuks) lopen. Daarmee bevestigt het merk dat het kwaliteit inblikt. Djuce behoort ook tot de uitzonderingen die op het hippe etiket de wijnmaker en het druivenras vermelden. Veel collega-inblikkers houden de herkomst liever stil. Zo meldt The French Kiss Club alleen dat er in zijn blikjes ‘vin de France’ zit. Niet echt info die vertrouwen wekt.