In deze reeks geven we tips aan beginnende verzamelaars. Dit keer duiken we diep in de collectible whisky’s – en nippen honderdjarige cognac als alternatief.
Je hebt al enkele keren whisky gedronken, en jawel: op een mooie dag slaag je erin een prima The Macallan uit de supermarkt te onderscheiden van een uitmuntende single cask-variant met finishing in een oloroso-vat. Je bent trots, maar ook geïntrigeerd en wilt wat gaan verzamelen. Dus neus je rond in whiskyshops, maar daar verzeil je in een eindeloos rabbit hole. Hoe voorkom je dat je je flessen lukraak uit de rekken plukt?
‘Dat je het verschil geproefd hebt, is al essentieel’, zegt Jeroen Moernaut (45), die in 2007 met The Bonding Dram de eerste online whiskyshop in ons land oprichtte. ‘Mijn basisadvies voor elke starter is je eigen smaakpalet ontwikkelen. Dat betekent: proeven, proeven en nog eens proeven. Ga zoveel mogelijk naar degustaties van winkels, importeurs en vertegenwoordigers. De meeste zullen je met open armen ontvangen: als ze je vertrouwen winnen, is dat voor het leven. Sowieso brengen ze graag hun passie over.
Bovendien heeft elke Vlaamse gemeente wel een whiskyclub en in elke provincie zijn er meerdere whiskyfestivals. Ook dat zijn uitgelezen startplekken. Proef, en koop telkens een fles die je lekker vindt. Zo bouw je een collectie op vanuit je persoonlijke smaak en leer je je smaak ook te vertrouwen. Ik zie vaak dat beginners onzeker zijn over wat ze al dan niet lekker vinden en zich laten leiden door reviews van magazines, bloggers en influencers. Dat raad ik absoluut af. Je eigen smaak kan nog evolueren, maar daarmee kom je nooit bedrogen uit. Als je luistert naar wat een ander zegt dat je lekker moet vinden, kun je al eens een kat in een zak kopen.’
Bottle sharing
Met Care for Craft Spirits bedient Moernaut een schare internationale verzamelaars. Ruim de helft van zijn omzet draait hij in Amerika, Japan en China. ‘Over het smaakpalet alleen al kunnen we enkele dagen ouwehoeren’, gaat hij door. ‘In grote lijnen zijn er rokerige whisky’s, fruitige whisky’s en whisky’s die een grote invloed ondergingen van een bepaald vat. Schotse whisky rijpt bijna uitsluitend op tweedehandsvaten, doorgaans Amerikaanse bourbonvaten, maar ook vaten die eerder dienden voor wijn, porto of sherry. Ben je fan van geturfde whisky’s, koop dan jonge – die zijn het rokerigst. Ik heb klanten die bijvoorbeeld de standaard Lagavulin uit de supermarkt kenden, maar voor hun verjaardag een dertig jaar oude variant kochten en ontgoocheld waren omdat die typische smaak er bijna niet meer in zit. Dan ben je veel geld kwijt voor iets wat je eigenlijk niet lekker vindt.’
Online zijn er veel uitstekende bronnen. Op whiskybase.com, van drie liefhebbers die ook een winkeltje hebben in Rotterdam, vind je zowat alle whisky’s die ooit verschenen. Je kunt er proefnotities lezen of toevoegen, scores geven en een handig virtueel whiskyrek maken, zodat je je eigen collectie kunt tracken. Je vindt er ook links naar shops waar je een bepaalde whisky kunt kopen – of een die gelijkaardig is aan wat jij zo lekker vindt.
Ook whiskynotes.be van Ruben Luyten uit Mechelen is een goed startpunt, net als whivie.be van Mark Dermul uit Gentbrugge – ‘whivie’ staat voor ‘whisky voor iedereen’. Er worden dagelijks proefnotities gepost.
Zeer duur hoeft het volgens Moernaut niet te zijn. ‘Met honderd euro per maand kun je snel iets moois uitbouwen. Reken 25 euro voor een festival of degustatie en de rest voor de whisky zelf. Voor 75 tot 150 euro heb je al de betere flessen. Daarmee zal je verzameling snel uit de hand lopen. Ga je hoger in prijs, dan betaal je verzamelwaarde – en verzamelwaarde proef je niet. In clubs doen de leden vaak aan bottle sharing. Iemand koopt dan een fles en deelt ze op, zodat iedereen kan proeven. Zo ontdek je ook dingen die boven je budget liggen.’
Oud en zeldzaam
Naarmate je dieper in de whisky duikt, vang je nog iets op: dat het een uitstekende investering kan zijn. ‘Net als oldtimers is whisky niet gemaakt als investeringsgoed, maar door omstandigheden wordt hij dat soms wel’, zegt Moernaut. ‘Toen zowat vijftien jaar geleden de single malt – whisky van één distilleerderij – massaal werd ontdekt, kwam er een boom aan clubs, festivals en blogs. Schotse whisky moet wettelijk minstens drie jaar op vat liggen maar doet dat meestal veel langer. Door de hype slonken de stocks aan oude vaten, waardoor we sindsdien een jaarlijkse prijsstijging van 10 tot 20 procent zien. Daardoor ontstond er ook een bloeiende tweedehandsmarkt. In het hogere segment is het geen uitzondering dat een fles die je in 2012 voor 250 euro kocht, nu het tienvoudige waard is. Sommige deden het nog veel beter – en akkoord: andere slechter. Maar wat toen al oud en zeldzaam was is alleen nóg zeldzamer geworden, en de prijzen gingen door het plafond. Bij flessen van 50 euro zie je die explosieve stijging niet.’
Sinds 2023 ziet Moernaut voor het eerst een dip. ‘De markt stagneert en daalt zelfs wat. Dat is deels de schuld van de Schotse whisky-industrie zelf. In de hoop dat de markt in Azië zou groeien, zijn alle distilleerderijen op volle capaciteit gaan produceren. Ze speculeerden erop dat China massaal aan de whisky zou gaan, maar dat verloopt trager dan verwacht, waardoor er overproductie is. Voordeel is wel dat de stocks worden aangevuld. Nu liggen er naar schatting 20 miljoen vaten van 200 liter te rijpen. Natuurlijk willen de producenten een return op hun investering, waardoor ze die vaten zo snel mogelijk op de markt willen brengen. Daardoor zie je nu ook vaak geen leeftijdsaanduiding meer op de fles. De leeftijd op een Schotse single malt verwijst altijd naar die van het jongste vat in de assemblage. En als er ook vrij jonge whisky in zit, laten ze die weg.’
Of die ‘No Age Statement’-whisky’s collectible zijn, is een moeilijke vraag. ‘Verzamelwaarde heeft veel factoren’, zegt Moernaut. ‘Er zijn de leeftijd en de zeldzaamheid, maar ook de kwaliteit. En niets zegt dat een whisky van vijf jaar oud minder goed is dan een van vijftien jaar. Kwaliteit hangt voornamelijk af van vatmanagement en de kunst van de distilleerder en de blender. Sowieso raad ik whiskybeleggers ook altijd aan om te kopen wat ze lekker vinden. Sommigen kopen consequent twee flessen: een om te drinken en een om te bewaren of later te verkopen. Als je investering niet rendeert, kun je je whisky nog altijd drinken.’
‘Doordat er geld mee te verdienen was, zijn er ook veel nieuwe projecten gelanceerd’, vult hij nog aan. ‘Zo’n twaalf jaar geleden waren er in Schotland 110 distilleerderijen, nu zijn dat er 150. De new kids on the block zijn eerst enkele jaren in alle stilte bezig, waarna er plots iets totaal nieuws verschijnt. Dat geeft spanning in het wereldje.’
Bijkomende tip: reis. ‘Hoewel dat post-brexit wat omslachtiger is geworden, blijft een whiskytour zeer zinvol. Het blijft een fles alcohol, maar de magie zit ook in de plaatsen, de verhalen en de vrienden die je maakt in de levendige whiskywereld. Het ruige Schotse landschap met de distilleerderijen in de valleien geeft echt a sense of place. Persoonlijk vind ik Orkney het allermooiste van Schotland. Behalve distilleerderijen zoals Highland Park ga je er 5000 jaar terug in de tijd: er zijn neolithische nederzettingen, steencirkels ouder dan Stonehenge, een Vikingbegraafplaats enzovoort. Bij elk glas dat je later drinkt, keer je terug naar dergelijke plekken. Om te kópen hoef je niet te reizen. Je zult je flessen duurder betalen in Schotland dan hier. Ook taxfreeshops zijn doorgaans een toeristenval met hogere prijzen. De Belgische whiskymarkt is enorm ontwikkeld. Nergens zijn er meer shops en clubs per vierkante kilometer. De Schotten die naar ons land komen, zijn soms zelf jaloers van het aanbod.’
België boven
Schotland is niet alleen. De benaming whisky is niet geografische beschermd, zoals bijvoorbeeld cognac of champagne. ‘Ook Ierland heeft een gigantische whiskygeschiedenis’, weet Moernaut. ‘In 2010 bleven er van de honderden distilleerderijen nog vier over, inmiddels zijn dat er alweer ruim veertig. Voor de verzamelaar is het gamma kleiner dan in Schotland, maar Ierland is een slapende reus die ontwaakt. We zien er zeer mooie whisky’s, met een betere prijs-kwaliteitverhouding. En ook de Japanners maken al honderd jaar whisky, vanuit het perfectionisme dat hen eigen is. Probleem is dat daar de grootste winsten mee werden gemaakt. Een bekend voorbeeld is Karuizawa, een distilleerderij die werd afgebroken, waarna de Engelsman Marcin Miller de laatste stocks opkocht – een zeventigtal vaten. Die kwamen vanaf 2007 op de markt tegen 150 tot 300 euro per fles. Nu worden ze verhandeld voor meer dan 5000 euro – en sommige voor een veelvoud daarvan. Ik ken Belgen die met de winst van hun collectie een zaak hebben opgericht of een huis hebben gekocht.’
Ook ons land telt intussen een twintigtal whiskystokerijen. ‘Sommige bottelingen zijn zowel qua smaak als qua rendement interessant’, meent Moernaut. ‘Puur kwalitatief hoeven we voor niemand onder te doen. Jeneverstokerij Filliers maakt prima whisky – jenever is de vader van de whisky: in origine is het hetzelfde product. Ook Braeckman Distillery en de Brugse Whisky Company zijn kleinere producenten. En de speciale, gelimiteerde edities die Stokerij De Molenberg – een initiatief van brouwerij Het Anker – sinds 2014 lanceert, worden volop verzameld. Die halveliterflesjes werden verkocht voor 50 euro, waarna de prijzen verveelvoudigden, maar ook weer instortten. Het project bleek moeilijk rendabel. Dat van de eerste edities enkele honderden flessen verschenen, maar van de laatste duizenden, maakt ze nu minder collectible.’
‘In Haspengouw maakt Belgian Owl zeer goede whisky’s comme il faut, maar ook dat is niet makkelijk. Nadat Whisky Magazine hen tot beste Europese whisky uitriep, ontplofte de vraag, wat tot stockproblemen leidde, waardoor ze fors moesten investeren in een nieuwe, grote installatie. En zoals alle nieuwe producenten zijn ze verplicht om in afwachting van oude whisky’s ook jonge expressies op de markt brengen. Dat proef je natuurlijk.’
Opstelling
Moernaut neemt ons mee naar een van zijn leveranciers: de nogal excentrieke Ivo Drabs van Wine4You in Bonheiden. Drabs is bakker van opleiding en organiseerde in een vorig leven blindproeverijen voor Unilever, maar werd importeur van wijnen, cognacs en whisky’s. Hij heeft ook zelf een shop, die Moernaut de grot van Alibaba noemt. Drabs heeft liefst 15.000 flessen whisky in stock, waarvan veertig exclusieve bottelingen onder eigen label.
‘Het is hier zoals aan het schietkraam: op het bovenste schap ligt het mooiste gerief’, lacht Moernaut wanneer we arriveren. Hij wijst en ratelt distilleerderijen, leeftijden en prijzen af – 6000, 3000, 5000, 2500, 4000. Hij haalt er een fles uit. ‘Niet laten vallen, hé’, lacht hij. ‘Gordon & MacPhail is een van de oudste bottelaars van Schotland, dat ook kleine oplages bottelde voor distilleerderijen die geen eigen bottellijn hadden. Deze Glen Grant werd gedistilleerd in 1952, het jaar waarin Queen Elizabeth de troon besteeg, en voor haar 70ste jaar op de troon in 2022 gebotteld.’ Prijskaartje? 25.000 euro. ‘Dit is niet alleen een fantastische tijdscapsule, ik steek er mijn hand voor in het vuur dat het ook een van de beste whisky’s is die je kunt proeven. Ik vermoed dat hij ook op het jubilee werd gedronken. Bij Gordon & MacPhail verzorgen ze hun vaten als fragiele kindjes.’
‘Een starter raad ik dergelijke dingen natuurlijk niet aan’, zegt hij. Waarna Ivo Drabs een opstelling maakt met whisky’s voor beginners. Flessen voor aanvaardbare prijzen, maar met een zekere exclusiviteit:
5 x whisky voor beginners
- The Whisky Jury kocht een vat zwaar geturfde whisky van amper drie jaar oud bij St. Kilian, de grootste Duitse whiskydistilleerderij. Jong, maar op degustaties scoort hij zeer goed. (60,6%, 79 euro)
- The Roots Spirits is de zaak van Joren Nuyts uit Zoersel, een andere liefhebber die vaten koopt en ze onder eigen label uitbrengt. Deze 15 jaar oude geturfde Ledaig van Tobermory op het eiland Mull krijgt op Words of Whisky de extreem hoge score van 91/100 (50,4%, 180 euro).
- Bij de Engelse hofleverancier Berry Bros. & Rudd kocht Drabs zelf een deel van een vat van Linkwood in Speyside, goed voor 60 flessen. De fruitige whisky werd gedistilleerd in 2012 en gebotteld in 2023 (57,6%, 89 euro).
- Van Gordon & MacPhail komt deze Caol ila, gestookt in 2009, gerijpt op sherryvaten en in 2023 exclusief gebotteld voor zijn Belgische importeur The Whisky Warehouse van vader en dochter Eric en Ellen Vermeire. Zeer rokerig, zeer drinkbaar, en er zijn amper 236 flessen van (57,8%, 135 euro).
- De distilleerderij Caperdonich stopte in 2002 en werd in 2010 afgebroken. Deze whisky werd gedistilleerd in 1997 en gebotteld in 2020. Interessant om te drinken én als belegging, want hij wordt steeds schaarser (60,5%, +/-350 euro).
Cognac op niveau
Moernaut en Drabs wijzen erop dat er meer is dan whisky. Sinds de prijsstijgingen daarvan kijken liefhebbers en bottelaars naar alternatieven, zoals rum, cognac en armagnac, zo blijkt. En guess what: Drabs heeft ook 15.000 flessen cognac in stock. En niet zomaar cognac. Tegen de gewoonte in stak hij jaren geleden zijn nek uit om ook oude cognacs uit te brengen als single cask op vatsterkte, net zoals dat met whisky’s gebeurt.
‘De meeste whiskyliefhebbers kijken neer op cognac’, zegt Moernaut. ‘Doorgaans wordt alle cognac op een hoop gegooid, er wordt karamel bij gedaan voor een donkerbruine kleur en het resultaat wordt verdund naar 40 procent. Die standaard commerciële cognacs vind ook ik zeer vlak – soepel maar saai. Maar dan was er plots Ivo, die bij onafhankelijke handelaars zoals Maison Prunier, Famille Cabanne of Selection Mauxion de beste vaten ging zoeken en individuele expressies van verschillende huizen bottelde. Ik had nog nooit cognac op zo’n niveau geproefd. En iedereen trok zo’n ogen, omdat die zoveel minder kost dan whisky.’
Zo kocht Drabs een vat uit 1910 dat liefst 112 jaar had liggen rijpen, en bottelde er samen met The Whisky Jury 218 flessen van. Prijs: 849 euro. ‘In België is de markt daarvoor beperkt, maar ze zijn buiten gevlogen’, zegt Moernaut. Wereldwijd heb ik er zelf ruim dertig van verkocht. Hij is lekker, ja. Maar ook: dat is dus gestookt vóór de Eerste Wereldoorlog, door mensen die allang dood zijn. En sindsdien is er wel een en ander gebeurd. Dat bedoel ik met een tijdscapsule. Ooit proefde ik hier cognac van voor 1830. Die was heel fragiel en had wellicht nog minder dan 30 procent alcohol, maar wie kan zeggen dat hij iets gedronken heeft dat dateert van voor de Belgische onafhankelijkheid?’
We maken al aanstalten om te vertrekken wanneer een sneltransport binnenkomt. Lot 100 van Famille Cabanne, een cognac van minstens honderd jaar oud, zo blijkt, destijds gemaakt door anonieme boeren en wellicht na hun dood gekocht door brokers, die er nu een markt voor zoeken. Het is een tweede sample dat Drabs wil evalueren alvorens tot aankoop over te gaan. ‘Ook eens proeven?’, vraagt hij. Onze fotograaf heeft nooit eerder cognac gedronken, maar zet vrolijk mee z’n lippen aan de nectar van een eeuw oud. In de complexe geur komen boenwas en meerdere fruitsoorten piepen. Moernaut ontwaart ‘violetsnoepjes’, een ‘sigaarachtige kruidigheid’ en fruit. Hij blijft ook bijzonder lang plakken op de tong.
‘Wel veel hout’, zegt Drabs. ‘Eigenlijk zoek ik vooral fruitigheid, naast complexiteit en lengte. Deze is niet bij de beste cognacs die ik al dronk. Maar wanneer zal ik nog eens zo’n lot aangeboden krijgen? Misschien moet ik wat negotiëren en koop ik honderd flessen. Ik mik op een consumentenprijs van minder dan duizend euro. Dat is niet buitensporig.’
‘In whisky bestáát dit niet’, zegt Moernaut. ‘In 2020 bracht Gordon & MacPhail een tachtigjarige The Glenlivet uit voor 100.000 pond. Dan is dit een prikje.’