Minder geweten is dat veel fashionhuizen, naast design, gek zijn op food. Van wijn uit de Diesel Farm tot olijfolie van de A.P.C.-oprichter: vijf modemerken die naar méér smaken.
1 | Prada’s taartenoorlog
Tien jaar geleden was Milaan het decor van een heuse taartenoorlog. De luxegroepen Prada en LVMH bevochten elkaar in een strijd om de overname van Caffè-Pasticceria Cova: een klassiek koffiehuis uit 1817 op de hoek van de Via Monte Napoleone en de Via Sant’Andrea. Ooit kwamen de componisten Puccini en Verdi hier een espresso nippen. Hoewel Prada beweerde in gesprek te zijn met de eigenaars, kwam LVMH in juni 2013 als winnaar uit de bus. Overbodig om te zeggen dat Prada razend was.
Als revanche kocht Prada in 2014 Cova-concurrent Pasticceria Marchesi, een ander adres voor luxetaartjes dat sinds 1824 in de Via Santa Maria alla Porta huist. In september 2015 (net op tijd voor de modeweek) opende Prada een nieuwe Marchesi-boetiek op de Via Monte Napoleone 9, de mooiste winkelstraat van de stad. Maar vooral: zo goed als recht tegenover rivaal Cova Caffè. Een marsepeinen middelvinger naar de Fransen.
De originele winkel hield Prada volledig intact. Maar de nieuwe boetieks, zoals die in de Via Monte Napoleone, worden ingericht door hun huisarchitect Roberto Baciocchi. Een derde Marchesi-boetiek opende ook in de chique winkelgalerij Galleria Vittorio Emanuele II. Namelijk in de mezzanine van de Prada-mannenwinkel. Een zaak van 250 vierkante meter die tegelijkertijd de oude sfeer uitademt van de historische patisserie én onmiskenbaar Prada is. Kijk maar naar de typische lichtgroene kleur die in alle boetieks terugkomt. Daarnaast vind je er – zoals in de oude patisserie – Venetiaans pleisterwerk, jacquard-wandbespanning en taartvitrines uit kersenhout, kristal en spiegels.
In 2019 ging een eerste buitenlandse vestiging open in Mayfair, Londen. Alle nieuwe locaties hebben naast de boetiek ook een café. Ideaal om instagrammende jonge mensen naar het merk te lokken. Zij kunnen zich (nog) geen Prada-jas of -tas veroorloven, maar wel een cappuccino met een fotogeniek taartje. Noem het café dus gerust de opvolger van het parfum, de vroegere truc van dure modelabels om een jonger clientèle aan hun merk te binden. En om los te komen van de elitaire ‘Let them eat cake’-attitude die soms aan luxehuizen kleeft.
Pasticceria Marchesi
| Taarten | Worden alleen geleverd in Milaan.
| Andere producten, zoals chocolade en snoepjes | Worden wel verstuurd naar België.
| Website | pasticceriamarchesi.com
2 | Superdiesel
Wat Renzo Rosso ook doet, hij doet het met bravoure. Denk maar aan de controversiële ‘Be Stupid’-reclamecampagnes van zijn jeanslabel Diesel dat hij in 1978 oprichtte. Daar kon Benetton een puntje aan zuigen. Ook als hij wijn maakt, is het met veel lef, branie en rock-‘n-roll. Dat hij zijn vennootschap Brave Wine noemde, zegt genoeg.
Toen hij in 1993 een boerderij kon kopen in Marostica, zeventig kilometer ten noordwesten van Venetië, twijfelde hij niet. ‘Een droom die uitkwam’, aldus Rosso die de plek prompt Diesel Farm doopte. Hij komt uit een boerenfamilie en groeide op in deze streek. Dat het domein op vijf heuvels ligt, gaf de doorslag. Vijf is het geluksgetal van Rosso, geboren in 1955. Vandaar ook dat hij de sublijn van Diesel ‘55DSL’ doopte. Rosso gaat ver in zijn bijgeloof: hij gebruikt wijnkurken van precies vijf centimeter lang.
Zijn eerste fles wijn – Rosso di Rosso – leverde hij af in 1999. Die wijn, een blend van merlot en cabernet sauvignon, is nog altijd de populairste. Hij maakt ook witte wijn en schuimwijn (Celebrate 55). En sinds twee jaar ook rosé. Die doopte hij Rrosé. Geen tikfout, maar een knipoog naar zijn initialen.
Jaarlijks produceert de Diesel Farm 25.000 flessen. Sinds 2015 gebeurt de productie biologisch. ‘De ligging van het domein is uniek: tussen de zee en de bergen. Hier kruisen twee windstromen elkaar: die uit de Adriatische Zee en die uit de Voor-Alpen. Unieke klimatologische omstandigheden waardoor we heel kwalitatieve druiven en olijven kunnen verbouwen’, aldus Rosso, die met zijn OTB Group (kort voor Only The Brave) ook de modemerken Maison Margiela, Jil Sander, Marni en Viktor & Rolf in portefeuille heeft.
Behalve wijn verkoopt hij ook olijfolie en grappa. En eerder dit jaar opende hij een ‘Cucina’ op zijn Diesel Farm, waar gekookt wordt met de producten van de boerderij. Af en toe zijn er tastings of een aperitivo in de indrukwekkende tuin van de wijnboerderij. Wanneer zie je op Instagram en Facebook.
Diesel Farm
| De flessen wijn en olijfolie zijn te koop via shop.dieselfarm.com.
3 | Chateau Chanel
Je moet niet veel van mode afweten om een tweed jasje of een 2.55-handtas van Chanel te herkennen. Toch is de kans groot dat je al Chanel-wijn hebt gedronken zonder het te beseffen. Hun logo staat heel discreet op het achteretiket.
Ja, je leest het goed. Het Franse modehuis maakt ook wijn. Al sinds 1996. Toen kochten de broers Alain en Gérard Wertheimer – de meerderheidsaandeelhouders van Chanel – Château Rauzan Ségla in Margaux. Twee jaar later volgde Château Canon in Saint-Emilion. Ook wie niet veel van wijn kent, weet dat dit beroemde streken zijn. ‘Toen we de wijnkastelen kochten, waren het schone slaapsters. Er was veel werk aan, maar vooral veel potentieel. Het terroir is exceptioneel, net als de rijke geschiedenis.’
In 2017 kwam Château Berliquet erbij, dat midden in het domein van Château Canon ligt. En in 2019 Domaine de l’Ile in Porquerolles. Fijn weetje: in 1912 kocht de Belgische ondernemer François-Joseph Fournier dat eiland voor de kust van de Côte d’Azur voor zijn verloofde. Chanel kocht het van zijn kleinzoon, Sébastien Le Ber.
Chanel bezit ook één wijngaard in de Californische Napa-vallei, St. Supéry, maar focust toch vooral op zijn Franse domeinen. Het modebedrijf zegt dat het zich lanceerde in de wijnsector omdat die aansluit bij de Franse cultuur en de levensstijl die ze met hun modelabel uitdragen.
Coup de foudre
Willen ze bij Chanel LVMH achterna – die luxegroep bezit behalve modehuizen zoals Louis Vuitton ook het champagnedomein Moët Hennessy en andere wijnkastelen zoals Château Galoupet? ‘We zijn niet actief op zoek naar nieuwe domeinen. Het moet een coup de foudre zijn en onze selectiecriteria zijn streng. Zo moet het terroir top zijn, net als de geschiedenis. De rol van Chanel blijft bescheiden. De chateaus bestaan al honderden jaren. Wij zijn nieuwkomers in hun verhaal. We willen het bestaande behouden. Het enige wat we doen, is opblinken. Daarom behoudt elk chateau zijn identiteit.’
Tussen de mode en de wijn is er binnen Chanel weinig samenwerking. Op evenementen schenkt het modehuis wel zijn eigen wijn. En in 2009 ontwierp wijlen Karl Lagerfeld etiketten voor Rauzan Ségla, ter ere van de 350ste verjaardag. Maar er is nog nooit een defilé geweest in een wijngaard. En boetieks hebben geen schap met wijnflessen. Die vind je alleen in goed geselecteerde drankenhandels.
Vragen wij ons nog af of Gabrielle – Coco – Chanel ooit een van de huidige Chanel-wijnen dronk? Dat is niet met zekerheid te zeggen. ‘Nog niet’, klinkt het bij Chanel. Want ze vermoeden dat ze ooit een glaasje Domaine de l’Ile moet hebben gedronken. Ze was namelijk goede vrienden met het echtpaar Noailles, wiens bekende buitenverblijf niet ver van Porquerolles lag.
Hoe dan ook is er een link tussen Coco Chanel en de wijnwereld. Daar vond ze namelijk haar wereldberoemde CC-logo, dat ze ontwierp in 1925, vijftien jaar nadat ze haar modehuis had opgericht. Coco Chanel was goed bevriend met Irène Bretz, een rijke Amerikaanse die de wijngaard van Château de Crémat bezat in Nice. Toen Chanel bij haar op bezoek ging, zag ze op het domein de kapel staan. In de gekleurde glasramen staat het logo van het domein: een gespiegelde verweven dubbele C. Inderdaad, krak hetzelfde als het Chanel-monogram dat nu amper vindbaar is op de wijnetiketten.
Chanel-wijnen
| In België onder meer te koop in Antwerpen bij Esprit des Vins (espritdesvins.com) en Ad Bibendum (adbibendum.be). En bij Delef Fine Wines (delefwine.com) in Watermaal-Bosvoorde.
4 | Notorious A.P.C.
Iedereen kent A.P.C. van zijn logoloze, perfect gesneden basics. Al sinds 1987 tekent Jean Touitou met succes de ultieme capsulegarderobe. En dat terwijl hij eigenlijk een muziekcarrière nastreefde. Hij belandde per toeval in de mode via enkele vrienden die bij Kenzo werkten, toen zijn platenfirma niet van de grond kwam. Maar de melomaan loodste zijn passie zijn modemerk binnen: in zijn winkels verkoopt hij cd’s met zelfgeschreven nummers en al sinds de begindagen organiseert hij er ook hiphopconcerten.
Maar wie zijn Instagram-account bekijkt, ziet naast foto’s van gitaren, versterkers en concertaffiches ook wijnetiketten en borden passeren. Ook die foodpassie dringt A.P.C. binnen met een – hoe kan het ook anders – simpel, maar goed product: olijfolie.
Twintig jaar geleden deed hij dat ook al eens. Maar nu is het grootschaliger. ‘In januari lanceerde ik een eerste batch. Dat was zo’n succes dat we nu voor de feestdagen een nieuwe productie maakten’, aldus Touitou, die in maart zijn meerderheidsaandeel in A.P.C. verkocht aan de Amerikaanse investeringsmaatschappij L Catterton, nadat hij zijn merk 36 jaar in eigen beheer had gerund.
Revolutionair
Touitou spreekt in de ‘wij’-vorm, omdat hij de olijfolie samen maakt met Château de Montfrin in Zuid-Frankrijk. ‘Eigenaar Jean-René de Fleurieu ken ik al heel lang. In de jaren 60, 70 en 80 waren we samen marxistische revolutionairen’, lacht hij aan de telefoon. ‘Ik werkte met hem samen, omdat ik al meer dan tien jaar zijn olijfolie gebruik in de keuken. Zijn product is top. Onze gezamenlijke olie maakten we van urano-olijven. Een zeldzaam, antiek ras van de Romeinen dat Jean-René opnieuw teelt.’
‘Belangrijk is ook dat we vroeg oogsten, vóór de regens van oktober en november. Daardoor geven we dertig procent van de opbrengst op, in ruil voor meer smaak. Eigenlijk wilde ik ‘récolte précoce’ (vroege oogst, n.v.d.r.) op het etiket zetten, maar dat vond ik uiteindelijk toch te nerdy.’
De verpakking werd getekend door grafisch ontwerper Mathias Augustyniak van de studio M/M Paris. De illustratie is gebaseerd op foto’s die Touitou maakte van het landschap bij Château de Montfrin.
Zijn culipassie komt niet uit de lucht vallen: er stroomt culinair bloed door Touitous aderen. Zijn moeder, Odette Touitou, was een begenadigde kokkin. Ze schreef zelfs een kookboek: ‘Tunisie, la cuisine de ma mère’. Een mix van recepten en herinneringen. Jean Touitous zoon Pierre erfde haar talent en maakte er zijn job van. Hij leerde de stiel bij sterrenchef Alain Ducasse in Plaza Athénée in Parijs en bij Sketch in Londen. Nu runt hij in de Franse hoofdstad zijn eigen restaurants, waaronder Déviant en Vivant. Binnenkort opent hij een nieuwe zaak.
Jean Touitou zelf is een hobbykok, die vooral eenvoudige, goedgemaakte gerechten kookt. ‘In mijn vrije tijd ben ik veel bezig met eten, niet voor A.P.C., maar gewoon om me te amuseren. Ik heb een huis op Pantelleria, een eiland tussen Sicilië en Tunesië. In mijn tuin daar oogst ik honing. En sinds drie jaar maak ik ook wijn met muscat d’Alexandrie-druiven die ik teel in Sicilië en Tunesië. Ik ben in de ban van ‘skin contact’ of maceratie: druiven die vergisten samen met de schil. Op dit moment serveer ik mijn wijn alleen op dinertjes. Of ik deel de flessen uit aan vrienden.’
Niet schrikken dus als er over een paar jaar wijn te koop is in de A.P.C.-boetieks. Maar voorlopig stellen we ons tevreden met de olijfolie. Heeft Touitou nog een serveertip voor ons? ‘Ik vind de olie op wat geroosterd brood heerlijk. Wacht niet tot de toast is afgekoeld, maar giet wat olijfolie op het loeihete brood. Werk af met wat zout.’ We hadden niet anders verwacht.
| Te koop in alle A.P.C.-winkels en op apcstore.com.
5 | Breien en bruisen
‘Wijn en mode hebben niets met elkaar te maken. Het is zwart en wit. Vooral het tempo is onvergelijkbaar. Wijn maken is mijn manier om te ontsnappen aan de mallemolen van de mode. Tijdens de dag ga ik soms een halfuurtje naar de wijnkelder. Dan kom ik als herboren terug. Het is mijn yoga.’
Aan het woord is Josep Puig Romeu. Hij is de oprichter van het Spaanse modemerk Bielo, dat luxueus breigoed op de markt brengt. Onder dezelfde naam maakt hij ook bruisende wijn. Een combinatie die hij overnam van zijn ouders. Zij richtten in 1986 Parrillus op: een high-end breigoedatelier dat werkt voor toplabels als Marni, Balenciaga en Carven. Josep zit sinds 2002 mee in de zaak en voegde in 2015 het modemerk Bielo toe aan de portefeuille.
In 1999 plantte zijn vader Salvador Puig vijftien hectare wijnranken aan en nam een oenoloog in dienst. In 2001 bottelden ze hun eerste fles. ‘We wonen in het Spaanse La Llacuna, op 650 tot 800 meter boven zeeniveau.’ Bielo’s bestseller is de schuimwijn. Een ‘brut nature’ van pinot noir en parellada, zonder dosagelikeur. ‘Het mag geen cava heten. Dat is net als champagne een beschermde naam, maar ik heb geen zin om me aan de regels te houden die ze daarvoor opleggen’, aldus Josep.
Voorts produceert het modebedrijf nog verschillende soorten rode en witte wijn, én een vermout. ‘Ik vind het leuk om af en toe iets uit te proberen, een beetje zoals een capsulecollectie. Zo maakte ik dit jaar duizend flessen ‘Pink Cocktail’: een fris, fruitig en licht aperitief van roséwijn die gemacereerd is met verse aardbeien.’
Gemiddeld bottelt Bielo jaarlijks zo’n 30.000 flessen wijn. Het enige exportland is Japan. Je vindt hun wijn in restaurants en bij enkele drankenhandels in Barcelona. ‘Het leukste is om de flessen bij ons te kopen’, vindt Josep. ‘Je kunt dan proeven voordat je koopt.’
| Barri Piscina 5, La Llacuna, Barcelona, Spanje
| Website | puig-romeu.com