‘Ik kan je een simba of tembo aanbieden, twee Congolese biertjes. Of een bissap, een non-alcoholisch drankje met hibiscus- en muntsmaak. Ik heb zelfs rum uit Martinique en Guadeloupe.’
Op de eetkaart van Yaka Afrotoria in Luik vind je kleine gerechtjes om te sharen, zoals makemba – geroosterde bakbananen – en kamundele – gemarineerde rundbrochettes. En veel stoofpotjes. ‘Ik laat veel van mijn gerechten minstens 24 uur marineren. Daarna moeten ze lang sudderen, met veel specerijen.’
Het stond niet in de sterren geschreven dat Mateta ooit een restaurant zou runnen. ‘Hoewel ik altijd wel met mijn vingers in mijn moeders kookpotten zat, was ik tot enkele jaren geleden geen echte foodie. Ik behaalde aan de Universiteit van Luik mijn diploma burgerlijk en chemisch ingenieur. Tijdens een stage in Congo werd ik helemaal verliefd op de Afrikaanse keuken. Vooral de diversiteit ervan: veel mensen zien Afrika als één land en één cultuur. Ik wil de mensen iets bijbrengen over de rijkdom van het continent en vooral het deel ten zuiden van de Sahara.’
Met dezelfde passie praat Mateta over Luik. ‘Op mijn vierde ben ik van Congo naar Luik verhuisd. Ik ben deze stad veel verschuldigd, zeker op het vlak van onderwijs. Vooral de Luikse mentaliteit en openheid maken deze stad uniek. Zelfs als je alleen op café gaat, zul je op het einde van de avond gegarandeerd minstens tien nieuwe vrienden hebben.’
Toen ingenieur Mateta in 2017 besloot om zijn carrière een andere wending te geven, pakte hij dat nauwgezet aan. Drie jaar lang broedde hij, samen met VentureLab, een Luikse incubator, op een goed concept. In 2020, vlak na de eerste lockdown, opende hij zijn restaurant en delicatessenzaak Yaka Afrotoria. ‘Ik had het gevoel dat het nu of nooit was.’