Hij maakte modeclips voor Prada en videoclips voor Oscar & The Wolf. Maar vooral staat Leonardo Van Dijl vandaag als enige Belg op het filmfestival in Cannes, met zijn kortfilm 'Stephanie'.
‘We raden u af om het masterjaar te volgen.’ Verliefd op film trok een jonge Leonardo Van Dijl (29) van West-Vlaanderen naar het Brusselse RITCS om er de richting documentaire te volgen. Foute keuze, zijn bachelor werd maar nipt gedelibereerd. Het daaropvolgende advies aan Van Dijl was duidelijk. ‘Ik werd vriendelijk verzocht om de school te verlaten.’
Maar goed ook. Anders had hij nooit het lef verzameld om zich op fictie te gooien aan de Brusselse Luca School of Arts. ‘Als student mag je falen, zei ik tegen mezelf. Een jaar lang zou ik me toeleggen op fictiefilms.’
Vandaag, 27 oktober, staat Van Dijl op de Croisette in Cannes. Zijn kortfilm ‘Stephanie’ haalde de officiële selectie van het internationaal filmfestival: hij is de enige Belg op de rode loper tijdens deze speciale corona-editie, als de reisadviezen het toelaten tenminste.
Videoclips
Met ‘Stephanie’ sluit Van Dijl een sporttrilogie af, hoewel sport eerder dienstdoet als metafoor voor persoonlijke zoektochten. Al is de kans groter dat je Van Dijls clair-obscure handtekening al in videoclips van Oscar and the Wolf, Warhola en ook Clouseau zag dan in de cinema. Tegelijkertijd met zijn eerste kortfilm werkte hij aan reclame- en muziekprojecten en experimenteerde hij met fotografie. Vorig jaar nog in de najaarsshoot van Sabato.
Side-jobs, terwijl zijn échte project onophoudelijk doorliep op de achtergrond. Zijn drieluik begon in 2013 met ‘Get Ripped’, zijn eerste film aan de Brusselse Luca School of Arts, waar Van Dijl wél zijn master behaalde, zij het in fictie. ‘Get Ripped’ gaat over een fitnessende jongen die via sport zijn onzekerheid probeert te camoufleren, op zoek naar zijn mannelijkheid.
De kortfilm werd meteen opgepikt en leverde Van Dijl in 2014 al de Grand Jury Award op tijdens het Outfest-filmfestival in Los Angeles. Het jaar daarna studeerde hij af met ‘Umpire’, waarin een jonge tennisster het seksueel misbruik door haar coach maar moeilijk kon toegeven. De ‘Wildcard’ van het Vlaams Audiovisueel Fonds die hij daarmee won, leverde 60.000 euro op.
Dat is een peulschil in de filmwereld, maar wel voldoende om onder de vleugels van het productiehuis De Wereldvrede zijn ‘Stephanie’ te regisseren en nu de gooi naar een hattrick te wagen op het filmfestival van Cannes.
Kortfilm 'Stephanie'
‘Ik moet nog vragen of iemand mij een kostuum voor op de rode loper kan uitlenen.’Leonardo Van Dijl
In 15 minuten vertelt ‘Stephanie’ het verhaal van een elfjarige gymnaste. Ze is vastberaden om de landstitel op te eisen onder het zoemende tl-licht van een sportzaal in Luik. Dat ze daar heel ver voor wil gaan, is wat de atleet van de doorsnee mens onderscheidt. Maar als die atlete een stil gelipglosst meisje is dat nauwelijks boven de oksels van de andere tieners uitsteekt, wordt dat voor de kijker een ongemakkelijke evenwichtsoefening.
Gaat het dan niet te ver? En wie gaat te ver: de turnster of de trainster die het toelaat? Die laatste, een mooie vertolking in een lelijke joggingbroek door Sofie Decleir, de dochter van Jan Decleir.
‘‘Stephanie’ verweeft twee verhaallijnen. Hoe kon ik vanuit een geëmancipeerd perspectief tonen wat het is om een meisje of vrouw te zijn in de sportwereld?’, zegt Van Dijl.
‘Dit is een meisje dat gewoon de beste wil zijn, vanuit een competitieve kracht. Ze is niet gedreven door een dominante moeder of uit jaloezie voor iemand uit de club. Jonge meisjes zijn vaak het slachtoffer in films. Hier niet, in die zin is mijn film anti-‘Black Swan’. Dat Stephanie gewoon het beste van zichzelf wil geven, is nerdy: eerder dan om de roem legt ze de lat hoog uit perfectionisme, omdat ze zichzelf en haar coach niet wil teleurstellen.’
Is dat niet willen teleurstellen ook een karaktertrek van jou?
‘Cannes was geen doel op zich, de best mogelijke kortfilm uit dit scenario halen wel.’Leonardo Van Dijl
Leonardo Van Dijl: ‘Helemaal. Kijk naar deze film, gemaakt met belastinggeld. De enige manier waarop ik voor mezelf kon rechtvaardigen dat ik daarvoor mensen hun talent mocht engageren, was door een zo goed mogelijke film te maken. Cannes was geen doel op zich, de best mogelijke kortfilm uit het scenario halen wel: dat was ik mezelf én ook iedere belastingbetaler verschuldigd.’
De capriolen van de Kempense Charlotte Verwimp op de balk zijn echt, maar acteren was haar eerste keer. Jongeren krijgen zelden de hoofdrol, in jouw films wel.
‘Naar kinderen kijken is louterend: als je de hardheid die volwassenen voor elkaar kunnen hebben op hen projecteert, worden we milder. Stephanie kon ook 18 zijn, maar nu is de complexiteit duidelijk: kinderen moeten soms ook volwassen zijn en dat is moeilijk. Maar ook volwassenen valt het soms zwaar om volwassen te zijn.’
Escapisme
Zelf groeide Van Dijl op in Harelbeke, als oudste zoon van een Italiaanse moeder en een Nederlandse vader. Zijn zachte West-Vlaamse accent is een souvenir van zijn jeugd op een boogscheut van Kortrijk – een stad die voor hem allesbehalve the middle of nowhere was. ‘Qua cultuur had je er alles. Ik was vrijwilliger in concertzaal De Kreun, bij kunstencentrum Buda en Theater Antigone.’ Maar gemakkelijk was het niet altijd.
Hoe belandde je in de filmwereld?
‘Ik bekeek films om beter te begrijpen hoe ik met de wereld om me heen kon omgaan.'Leonardo Van Dijl
‘Het was een soort van escapisme. Als een niet populair homojongetje in West-Vlaanderen voelde ik me toch een vreemde eend in de bijt. Naar films kijken was een manier om uit mezelf te treden. De overgang van de lagere naar de middelbare school was hard: je wilt normaal zijn, maar wordt alleen geconfronteerd met je anders zijn.’
‘Ik bekeek geen films om regisseur te worden, maar om beter te begrijpen hoe ik met de wereld om me heen kon omgaan. Tot ‘The Virgin Suicides’: dat was een kantelpunt (het regiedebuut en intussen een cultfilm van Sofia Coppola uit 1999 met Kirsten Dunst, nvdr.). Het was een audiovisuele ervaring waarin alles samenkwam: prachtig gefilmd, mooie kleren, decors en die muziek. Op zoek naar nog meer muziek van Air dook ik de bibliotheek, en zo stilaan ook de wereld in.’
Van ontsnappen in films naar zelf films maken en daarmee als tiener deelnemen aan een jongerenkunstwedstrijd zoals De Kunstbende, dat is best een grote sprong.
‘Mijn eerste inzending was gewoon een montage – ik wilde pas het volgende jaar iets regisseren – maar ik behaalde wel meteen de tweede plaats. Een klein, maar belangrijk moment: voor het eerst ervoer ik erkenning en vond ik iets waar ik goed in was. In die tijd schreef ik ook gedichten waarmee ik deelnam aan poëziewedstrijden, maar waarmee ik nooit iets won. Ik sportte, maar was geen held. Ik studeerde, maar behaalde geen goeie punten.’
‘Dat is het mooie aan film: je bent misschien geen goeie muzikant of fotograaf, maar in film kan alles samenkomen waarmee je affiniteit hebt. Ook als je er au fond niet zo goed in bent.’
Prada en Dries Van Noten
Net zo met mode. Van Dijl was als jonge hogeschoolstudent aan de slag bij de Belgische afdeling van Vice Magazine, een alternatief streetcultureblad en nieuwsmedium dat vandaag alleen nog digitaal bestaat. ‘Er was nooit budget, en omdat ik het beu was mensen om gunsten te vragen, ging ik zelf stylen. Dat was leuk, maar niet mijn roeping.’
'Het maken van de teasers voor Parada was een van de allerleukste projecten die ik in mijn leven al heb gedaan.'Leonardo Van Dijl
Dat mode weer in zijn vizier kwam nadat hij ‘resoluut voor film’ had gekozen, is een fijne speling van het lot. Van Dijl regisseerde en werkte de jongste jaren aan modeprojecten: de shows van de Antwerpse Modeacademie, een teaserfilmpje voor de volgende Dries Van Noten-collectie, en zelfs de backstagefilm voor een reclamecampagne van Prada.
Je maakte de onlineteasers van een Prada-campagne. Hoe was dat?
‘Het is een van de allerleukste projecten die ik in mijn leven al heb gedaan. Al sinds mijn 14de waren mijn helden ontwerper Raf Simons, fotograaf Willy Vanderperre, stylist Olivier Rizzo en Prada. Plots stond ik via via op een set en was ik aan het werk voor het grootste merk dat er is, met de stylist en fotograaf die ik het meest van al bewonder. Het was een droom die werkelijkheid werd.’
Ook leuk omdat modejobs goed betalen?
‘Vaak wordt mode geassocieerd met kapitalisme, met iets oppervlakkigs en excentrieks dat te veel geld kost. Voor mij is mode poëtisch. Hoe geef je met kleren expressie aan het dagelijkse leven? En daarin maak ik geen onderscheid tussen high en low fashion. Ik kijk liever naar de kleren van mensen op het openbaar vervoer dan naar iemand in een full look van Gucci. Mode overvalt je beter als je haar niet kunt labelen.’
Eerste langspeelfilm
‘Film is een fucking traag en duur medium, het vergt veel geduld. Een collage duurt 30 seconden, ook dat heb ik soms nodig.’ De lockdown was de uitgelezen periode voor Van Dijl om andere projecten én een oude hobby op te diepen, zoals de collages op het Instagramaccount van ‘Stephanie’.
Nochtans is hij al bezig aan het volgende ‘fucking traag’ project. De regisseur zou zich gelukkig prijzen als hij over tien jaar een goede langspeelfilm op zijn conto heeft staan. Tijdens de lockdown begon hij eraan te schrijven. Al wil hij er maar weinig over kwijt, ‘want dat brengt ongeluk’.
Hoe beleefde je de bekendmaking van je selectie dit voorjaar?
‘Met ‘Stephanie’ op Cannes staan, was van bij de start een streefdoel. Toen corona begon, dacht ik: dit is mijn jaar. ‘Stephanie’ zal op Cannes staan en dankzij corona hoef ik er niet naartoe. Letterlijk the best of both worlds voor mij.’
Was je niet bang dat je ongelijk zou krijgen?
'Zeker. Begin juni kreeg ik een paniekaanvalletje. Meer dan een maand na de initiële festivalstart had ik nog steeds niets gehoord. Telkens als mijn producer me in die periode belde, negeerde ik haar oproepen. Ik was er echt van overtuigd dat ze slecht nieuws had. Ik was pissed toen ik dan toch oppakte: ah, ik was erbij…’
Door de coronacrisis debuteren volgende week alleen de vier hoofdfilms en de elf kortfilms uit de officiële selectie in Cannes. Is dat een anticlimax?
‘Natuurlijk niet. Het is een upper, mijn selectie is een houvast in deze onzekere tijden. Alle nieuws is nu goed nieuws. Mijn droom was dat mijn film op de Croisette stond, eerder dan dat ik er stond.’
Enig idee hoe het ter plaatse zal verlopen?
‘Omdat Frankrijk intussen dieprood kleurt, verdiep ik me daar bewust niet in. Het leven staat nu toch on hold.’
En weet je al wat je op de rode loper zult dragen?
‘Nog geen idee. Ik moet nog een Facebookpost maken om te vragen wie mij een kostuum kan uitlenen. Of wacht, is dat wel Sabato om te zeggen?’
‘Stephanie’ gaat op 5 december in Belgische première op het Internationaal Kortfilmfestival Leuven.