Een volwaardig leven leiden zonder je huis te verlaten? Het kan in het ‘metaverse’. Maar wat houdt die term precies in? En wat zijn de mogelijkheden? Ontdek het dankzij Sabato’s metadagboek.
Het was een ‘selfie’ die wereldwijde spot oogstte. Op de voorgrond stond een digitale pop met een glad gezicht die Mark Zuckerberg voorstelde, CEO van Meta – vroeger bekend als Facebook. Op de achtergrond een miniatuurversie van de Eiffeltoren en een paar slordig weergegeven bolvormige struiken. Gaf Meta hier écht tien miljard dollar voor uit? Het beeld, genomen in de virtualrealityapp van Meta, Horizon Worlds, en afgelopen zomer gepost op Instagram, was niet bepaald een sterk debuut voor het ‘metaverse’ waar Zuckerberg van droomt. De miljardair zou later trouwens toegeven dat het allemaal nog ‘behoorlijk basic’ was. Maar gas terugnemen, dat is hij niet van plan. Zuckerberg heeft immers de reputatie van zijn bedrijf op het spel gezet en beschouwt het als zijn persoonlijke missie om die virtuele wereld te creëren.
In Silicon Valley heerst dan ook een nieuwe koorts: het metaverse. Volgens een recent rapport van McKinsey hebben bedrijven in de eerste vijf maanden van 2022 al meer dan 120 miljard dollar geïnvesteerd in metaversegerelateerde technologie en infrastructuur. Meer dan dubbel zoveel als in 2021. De investeringsbank Citi voorspelt dat het metaverse tegen 2030 misschien wel dertien biljoen dollar waard zal zijn.
De term ‘metaverse’ werd voor het eerst gebruikt in ‘Snow Crash’, een sciencefictionboek uit 1992 van Neal Stephenson. Hij verwees ermee naar een digitale wereld waar iemand gedood kon worden als die het verkeerde bestand downloadde. Aanhangers beschouwen het metaverse als de volgende fase van het internet, niet langer gebaseerd op gewone pagina’s en feeds op social media, maar op virtuele werelden in 3D. Zuckerberg omschreef het als ‘een belichaamd internet waar je niet alleen inhoud bekijkt, maar er ook middenin zit’.
De mogelijkheid om je heel dicht bij andere mensen te voelen zonder het huis te verlaten, kan zeer bedwelmend zijn. ‘Ik ken mensen die bijna 24/24 en 7/7 ingelogd zijn.’
In die visie van Zuckerberg speelt VR of virtuele realiteit een centrale rol, samen met augmented reality (AR): je zet een bril op en die loodst je binnen in een virtuele wereld. Bij AR wordt een vergelijkbare headset gebruikt om virtuele objecten toe te voegen aan het beeld dat de drager heeft van de fysieke wereld. Zo kun je naar een verkeersbord in een vreemde taal kijken en het voor je ogen vertaald zien. Meta hoopt dat de VR- en AR-headsets die het bouwt de smartphones van morgen zijn, en ons dus overal zullen vergezellen.
Vandaag bestaat het metaverse nog niet. Sommige deskundigen denken zelfs dat het nooit zal bestaan. Het neemt niet weg dat veel van de bouwstenen er wel al zijn: virtuele werelden waar je met verscheidene spelers in kunt duiken, bestaan al tientallen jaren. Gamingdiensten zoals Roblox laten verscheidene werelden samenvloeien in één bruisende digitale economie. Ook de VR-wereld is snel aan het groeien: dit jaar zullen naar verwachting meer dan negentig miljoen mensen in de States minstens één keer per maand gebruikmaken van virtuele realiteit. Zodat we ons toch minstens moeten afvragen hoe het prototype van het metaverse eruitziet. Wat je ermee kunt doen en wie je er ontmoet. En vooral: of je er een zinvol leven kunt leiden.
Gewapend met de VR-headset van Meta, de Quest 2 – enkele dagen geleden kwam een nieuwe headset uit, de Meta Quest Pro – waag ik me voorbij de digitale grens om te ontdekken wat voor leven ons te wachten staat als de grote droom van Mark Zuckerberg realiteit wordt.
Dag 1 | Op meditatie
Mijn week in het metaverse begint met een lesje boeddhisme. Het eerste wat ik doe, is mijn VR-bril opzetten. De Quest is een bolvormige headset die je zicht vult met beelden uit een synthetische wereld. De bril heeft vier kleine camera’s aan de buitenkant die je positie in de echte wereld volgen, zodat de bewegingen van je virtuele zelf die van je fysieke lichaam perfect weerspiegelen. Kijk je naar beneden in het echte leven, dan doe je dat ook in de VR. Schud met je hoofd en je virtuele zelf doet dat ook. Voorts zijn er twee controllers die de positie van je handen volgen, zodat je gebaren kunt maken en virtuele objecten kunt aanraken en gebruiken. In de toekomst hoopt Meta de controllers te vervangen door een armband die de elektrische signalen decodeert die door je brein naar je vingers worden gestuurd.
Eerste vaststelling: het voelt allemaal zeer natuurlijk aan zodra je het wat gewoon bent. Ik log in op VRChat, een populaire ‘sociale VR’-app, maar als ik eindelijk een account en mijn avatar heb aangemaakt – een cartoonversie van mezelf, zoals de anderen me zullen zien – ben ik al toe aan wat rust. Zo sta ik plots voor een prachtige boeddhistische tempel, ergens op een eiland dat in de lucht zweeft. Dat is een van de vele ‘werelden’ waaruit VRChat bestaat. Werelden van nachtclubs tot golfbanen, meestal gecreëerd door spelers.
De meditatieklas stond vermeld op een communitykalender, maar er blijkt niemand anders te zijn. Ik verken het eiland dan maar alleen, door mijn avatar aan te sturen met de duimstick op mijn linker controller. Ik zou natuurlijk ook echt fysiek kunnen rondlopen, als ik daar ruimte voor creëerde in mijn flat. Maar zittend op verkenning trekken is veel makkelijker. Ik zoek dus een bankje dat uitkijkt over de afgrond en mediteer alleen, vlak bij de tempel. Al snel verschijnt een kleine, elfachtige avatar. Het blijkt de meditatielerares te zijn, Creek. ‘Je bent zeer leergierig’, zegt Creek. ‘Je bent een uur te vroeg.’ Inderdaad. Omdat de vermelde uren op de kalender blijkbaar niet kloppen…
Sommigen voelen zich aangetrokken door de kick die het geeft als niemand weet wie je bent.
Al snel komen er andere deelnemers, waaronder een robot, een wolf en een persoon die samengesteld is uit sterren en planeten. Ik voel me plots heel zelfbewust, want koos voor een eerder saaie, doodgewone en zeer ‘menselijke’ vrouwelijke avatar. Te laat om te veranderen: we zullen ons buiten de tempel opstellen en buigen voor het boeddhabeeld als we naar binnen gaan. Precies zoals we zouden doen in het echte leven. Zodra onze ademhaling rustig is en we ons – echte – lichaam laten ontspannen, vraagt Creek om na te denken over wat we kunnen zien. Ze wijst daarvoor naar de zwarte cirkels van onze VR-bril, omheen de rand van wat we kunnen zien. Merkwaardig genoeg had ik die nog niet gemerkt sinds ik de bril voor het eerst had opgezet. Noem het de vreemde magie van VR: terwijl je door computerwerelden navigeert en je hoofd beweegt om rond te kijken, beginnen je hersenen wat je ziet al snel als realiteit te accepteren. De illusie dat ik fysiek aanwezig ben in de tempel, is verrassend krachtig.
Ik voel me opvallend rustig als ik me laat teleporteren naar mijn volgende afspraak: mijn vriendin Evelyn, die in het echte leven een kilometer verderop woont. Ze heeft me uitgenodigd om met haar vaste VR-gezelschap te gaan ‘wereldhoppen’ – eigenlijk een digitale kroegentocht. Maar eerst laat ze me de verscheidene veiligheidsfuncties van VRChat zien. Seksuele intimidatie komt immers vaak voor in VR, van schunnige opmerkingen in de voice chat tot mensen die een aanranding nabootsen door hun handen door je avatar heen te steken. Dat kan heel verontrustend aanvoelen, als je helemaal ondergedompeld zit in die virtuele realiteit.
Daarop beslis ik om een nieuwe avatar te zoeken die mij wat beter voorstelt. Je kunt immers een avatar bouwen zoals je wilt, met behulp van 3D-software, maar je kunt ook gewoon een kant-en-klaar model kiezen. We slenteren dus door virtuele winkelcentra en proberen allerlei bizarre nieuwe vormen uit, tot ik vastzit in het lichaam van een wel zeer mollige leeuwin en de batterij van mijn headset plots leeg raakt.
Dag 2 | Naar de film
‘Eindelijk leef ik’, brult Johnny Depp met in elke hand een scheermes. Het is vrijdag en ik zit in een virtuele bioscoop te kijken naar ‘Sweeney Todd’, een film van Tim Burton uit 2007. VRChat heeft veel van die locaties waar gebruikers kunnen kiezen uit duizenden – blijkbaar illegaal gekopieerde – films. Mijn avatarlichaam vandaag? Een vrouw met groene huid in een zestiende-eeuws harnas.
Hoewel het pas mijn tweede dag in de virtuele wereld is, ontmoette ik al een verontrustend groot aantal kinderen. ‘Er zou een leeftijdsgrens van dertien jaar moeten zijn, maar ik zag al heel wat jongere kinderen’, zegt Lila, die de filmavond organiseert. Offline is Lila een Amerikaanse van 28. ‘Veel ouders zijn bijzonder nalatig’, zegt ze.
Het is een probleem dat VR-bedrijven moeilijk kunnen oplossen. VRChat verbiedt gebruikers die nog geen dertien zijn en vereist dat jongeren onder de achttien toestemming van hun ouders krijgen om mee te doen. Alleen lijken er heel weinig middelen om dat ook te checken. Zo is er het verhaal van een BBC-journalist die zich voordeed als een dertienjarig meisje en toegang kreeg tot digitale stripclubs in VRChat. Een woordvoerder vertelde ons dat VRChat jongeren meteen uitsluit als de app hen detecteert, en dat de Quest het voor ouders mogelijk maakt om de headset te vergrendelen voor bepaalde apps.
Lila omschreef haar evenement als 18+. ‘Ik kijk zeer graag films en wilde de mensen een alternatief bieden voor hun zuippartijen van het weekend’, legt ze uit en vertelt dat alcohol een probleem is onder gebruikers van VRChat, want gevoed wordt door eenzaamheid, maar ook door de wetenschap dat wat je doet geen gevolgen heeft zoals in de echte wereld. Maar de mogelijkheid om je heel dicht bij andere mensen te voelen zonder het huis te verlaten, kan net zo bedwelmend zijn. ‘Ik ken mensen die bijna 24/24 en 7/7 ingelogd zijn’, zegt Lila. Sommigen voelen zich dan weer aangetrokken door de kick die het geeft als niemand weet wie je bent. Voor anderen is het de vrijheid die het mogelijk maakt om aspecten van je echte zelf waar je je wat ongemakkelijk bij voelt, even opzij te leggen. Of wat tijd door te brengen met gelijkgestemden. En ja, dat kan veel intiemer en opwindender zijn dan een Zoom-gesprek.
Dag 3 | Op speeddate
Het is zaterdagavond. Tijd om virtueel te gaan speeddaten. Maar hiervoor heb ik een betere avatar nodig. Een virtueel reclamebord prijst online-avatarmaker Ready Player Me. Ga ik even uitproberen. Ik voer een selfie in en het systeem gebruikt kunstmatige intelligentie (AI) om een digitale kopie van me te maken. Het resultaat lijkt helemaal niet op mij: ze is veel slanker. Maar wie ben ik om de wetenschap tegen te spreken?
De ontmoetingsplaats is als een Romeinse arena. Twee mensen, een afgesloten ruimte, vijf minuten per date, en niets anders om over te praten dan elkaar. Met onze echte stemmen, zoals veel mensen dat doen in VRChat. De meeste van mijn matches zijn ofwel te jong, saai of pijnlijk verlegen. ‘Dit is wellicht je eerste keer hier, neem ik aan?’, zegt een man behoorlijk laconiek.
Ik voel me opvallend rustig als ik me laat teleporteren naar mijn volgende afspraak: mijn vriendin Evelyn, die in het echte leven een kilometer verderop woont. Ze heeft me uitgenodigd om met haar vaste VR-gezelschap te gaan ‘wereldhoppen’ – eigenlijk een digitale kroegentocht.
Een lief vinden op het internet is me niet vreemd. Veel van mijn onlinevriendschappen zijn trouwens doorgesijpeld naar de echte wereld, en ik weet dat relaties die je online begint net zo echt en intens kunnen zijn als andere. Maar na een tiental virtuele speeddates moet ik vaststellen dat het concept niet werkt voor mij. Er is immers geen enkele hint van een fysieke vonk, noch enige indicatie over hoe de andere als mens is. Misschien is het gewoon niet mogelijk om ieder aspect van de echte wereld na te bootsen in het metaverse.
Dag 4 | Naar de kerk
Na al dat geflirt en gefeest is het misschien maar goed dat ik vandaag naar de kerk ga. De VR-kerk is christelijk en organiseert elke zondag diensten in VRChat en een andere virtuelewereld-app, AltspaceVR.
‘Als nieuwe gelovigen ons vandaag bezoeken, dank u, Heer, voor wat het ook in hun hart is dat hen hier heeft gebracht’, zegt pastoor Alina. Ze leidt ons door een reeks diorama’s die scènes en lessen uit het evangelie van Mattheus illustreren, speciaal gemaakt voor de preek van deze week.
Ik ga in eerste instantie naar de AltspaceVR-mis met mijn dagelijkse laptop, maar als ik mijn bril opzet voor de VRChat-versie, word ik teruggegooid naar de kerk uit mijn kindertijd: het gevoel dat andere mensen aan alle kanten rond mij zitten, de handen ineengevouwen, is griezelig. Ook vreemd is dat het gebed eindigt zonder dat collectieve ‘amen’-gemompel – de andere communityleden hebben blijkbaar hun microfoon op mute gezet.
Dag 5 | Shoppen
Mark Zuckerbergs droom van wat het metaverse moet worden, stoelt uiteraard op virtual reality. Maar dat alleen volstaat niet. Een succesvol metaverse moet ook een bloeiende virtuele economie aansturen met voorwerpen en activa die kunnen worden gekocht, verkocht en overgedragen. De virtuele wereld van Second Life komt misschien wel het dichtst bij die visie: gelanceerd in 2003 en vandaag naar schatting 200.000 mensen per dag die komen chatten, winkelen of cyberseks hebben. Er wordt zakengedaan met een virtuele valuta, de Linden-dollar, die op zijn beurt kan worden gekocht of verkocht met of voor echt geld.
In een avatarwinkel die ik bezoek, zijn fantasiefiguren zoals orcs en trollen te koop voor 2.000 tot 8.000 Linden-dollar per stuk: zo’n 7 à 25 euro. Spelers kunnen echt geld verdienen door om het even wat te verkopen op Second Life: kleren en kapsels voor je avatar, virtueel vastgoed, huisdieren die je overal volgen, maar ook dj-sets of zelfs escortdiensten. Zodra een speler een voorwerp heeft ontworpen, kan hij het op een centrale marktplaats zetten. Linden Lab neemt een procentje op elke transactie.
Second Life beleefde zijn absolute hoogtepunt in de jaren 2000, toen bedrijven als Adidas in allerijl virtuele shops bouwden. Vandaag is de virtuele economie ongeveer 650 miljoen dollar per jaar waard: je kunt er alles kopen, van huis- en tuinartikelen tot voertuigen en wapens. ‘Alle aspecten van het leven komen hier aan bod’, zegt Anya Kanevsky, vicepresident ‘product’ bij Linden Lab. ‘Er is een community, er is interactie, er is entertainment en werk, er zijn relaties, er is rouw en er is mentale gezondheidszorg.’
Beth is schrijfster en een trouwe gebruiker van Second Life. Ze heeft een virtuele kermis gebouwd en haar avatar woont in een Second Life-huis met een badkamer waar een weegschaal staat die je vertelt hoe systeem-intensief je avatar is – het wordt als onbeleefd beschouwd als je de computer van anderen onnodig belast. In de achtertuin heeft Beth een dystopie in miniatuur, helemaal in ‘Blade Runner’-stijl. We zetten Beethoven op, schenken virtuele drankjes in en beginnen te kletsen.
Voor Beth was Second Life een veilige plek om na de dood van haar adoptiemoeder een onafhankelijk zelfbeeld te ontwikkelen. Ze zegt dat veel mensen in het echte leven uiteindelijk op hun avatars gaan lijken. Hier testen ze immers een nieuwe identiteit uit vooraleer ze die elders daadwerkelijk aannemen.
Dag 6 | Naar het werk
Met een deadline in zicht is het tijd voor het echte werk. Zuckerberg praat al lang over het metaverse als aanvulling op of misschien zelfs vervanging van het kantoor. Met AR-headsets die collega’s bij je thuis doen verschijnen als hologrammen uit ‘Star Wars’. Met een beetje moeite slaag ik erin om een virtuele werktafel op te zetten in de VR-vergaderapp van Meta, Horizon Workrooms, en die dan te verbinden met mijn echte werk-pc. De avatar-maker van Horizon is de eerste waarmee ik een lichaam kan kiezen met dezelfde proporties als die van mij – dik of ‘mollig’ als je het vriendelijk wilt uitdrukken. De vingervolgfunctie van de Quest 2 maakt het mogelijk om objecten te manipuleren door mijn echte handen te bewegen, maar het virtuele scherm is wazig en vermoeiend om lang naar te kijken.
Het grotere probleem is Jackie, een onstuimige – echte – hond van een vriend waar ik momenteel op moet passen. Om het kwartier komt ze haar kop op mijn schoot leggen: haar manier om me te vragen haar lappenpop te verstoppen, zodat ze die kan gaan zoeken. Alleen kan ik dat niet zonder mijn headset af te zetten. Inderdaad: wat moet dat dan zijn met een kind in huis?
Toch slaag ik erin om te schrijven: ik ben interviews aan het uittikken en lees mijn mails. Maar die mails ook beantwoorden, dat stel ik nog even uit. Ik lees eerst een rapport waarin staat dat Meta’s VR-divisie zich schrap zet voor bezuinigingen, nadat die afdeling in de eerste helft van het jaar een verlies van 5,8 miljard dollar liet optekenen. Dan stuur ik een paar tweets uit en beantwoord mails. Noem dit gerust een normale dag in het thuiskantoor, maar dan veel ongemakkelijker. Waarom zou iemand dit doen? Workrooms is niet gemaakt om lang te zitten werken. Veeleer is het bedoeld als een alternatief voor Zoom, zodat je je meer verbonden voelt met collega’s op een andere locatie. Helaas heeft mijn hoofdredacteur het te druk en heeft niemand op Twitter zin in een virtuele vergadering.
Op de laatste dag verken ik de app Horizon Worlds: we trekken naar een comedyclub, waar iemand me een reusachtige sigaar toestopt.
Dag 7 | Nightlife
Op mijn laatste dag in het metaverse verken ik de VR social-app van Meta: Horizon Worlds. Een applicatie die nog niet verkrijgbaar is in België en waarvan Zuckerberg hoopt dat ze zal functioneren als een ‘sociaal weefsel over alle lagen van de virtuele realiteit’. Volgens Meta had Horizon Worlds in februari 300.000 actieve gebruikers, veel minder dan concurrent Rec Room, met naar schatting drie miljoen per maand.
Plots sta ik op het podium in een replica van het ‘Shakespeare’s Globe’-theater in Londen en speel een scène uit ‘Much Ado About Nothing’ met mijn vriend Ted – hij is verhuisd en dit is een goede plek om bij te praten. De sfeer wordt levendiger als we naar een comedyclub gaan en Ted op het podium klimt. Iemand stopt me een reusachtige sigaar toe en later gaan we naar Chicago Penthouse, een nachtclub die aanvoelt als een echte discotheek: de muziek is loeihard, zozeer dat je elkaar niet hoort. Net op het moment dat de headset van Ted crasht, komt een man met blazer en pochet naast me staan, en vertelt dat hij hier komt verkennen om zijn eigen virtuele wereld te bouwen. Ja, tijd om te vertrekken.
Mijn grote vraag toen ik aan deze week begon, was hoe het metaverse er zal uitzien op het moment dat het op een volwaardige manier bestaat. Veel bedrijven proberen metaverses te bouwen op basis van cryptogeld, waarin alles een financieel actief is waarmee je kunt speculeren – of al je spaargeld verspelen. Anya Kanevsky, ontwikkelaar van Second Life, is sceptisch. Ze denkt niet dat er een centrale rol ligt weggelegd voor virtuele realiteit. ‘Ik weet niet of iedereen ergens virtueel aanwezig wil zijn’, zegt ze. ‘Dit is niet voor iedereen.’ Andere pioniers zijn dan weer van mening dat AR belangrijker zal worden.
Het besef dat ik zo naar een nieuwe plek kan gaan, zelfs als ik moe of te lui ben om het huis te verlaten, vind ik fascinerend. Aangezien de pandemie ons leven heeft veranderd, met veel werkplekken die nu al virtueel zijn, zal het concept misschien sneller aanslaan dan vermoed. Als Mark Zuckerberg ook maar half gelijk krijgt, wordt het net zo moeilijk om zonder metaverse te leven als zonder sociale media. Maar hoe het metaverse er tegen die tijd zal uitzien en wiens belangen het zal dienen? Inderdaad, dat valt nog te bezien.