Louis Sarkozy, zoon van de voormalige Franse president, ontwierp een loafercollectie voor intellectuelen en schreef een biografie over Napoleon. Een gesprek.
Zijn cv oogt best indrukwekkend. Louis Sarkozy, zoon van de voormalige Franse president, bracht een deel van zijn vroege jeugd door in het Elysée, omringd door bodyguards. Op zijn dertiende al trok hij naar de militaire academie van Pennsylvania. Studeren deed hij later aan de universiteit van New York, waarna hij aan de slag ging bij een bank in Bogota en later bij de Franse ambassade in Washington D.C. Samen met zijn moeder schreef hij een boek, lanceerde daarna een capsulecollectie met luxeloafers en trouwde met een Kroatische die opgroeide in Congo. En ja, hij schreef zopas een 440 bladzijden tellende biografie over Napoleon, zijn held. De Britse historicus Andrew Roberts – die zelf onder meer het boek ‘Napoleon the Great’ schreef – noemde het werk al ‘bijzonder impressionant’. Sarkozy’s toekomstplannen? Hij wil officier worden in het Amerikaanse leger.
Zes seksscènes
Officieel wonen Louis Sarkozy en zijn vrouw Natali in Washington, maar momenteel verblijven ze in het huis van zijn halfzus Jeanne-Marie Martin, in Fulham, West-Londen. Louis Sarkozy is – verrassend – groot, knap en is zeer goed opgevoed – dat merk je in alles wat hij doet en zegt. Hij mag dan pas 26 jaar zijn, hij lijkt veel ouder. En tegelijk op sommige manieren weer veel jonger. Sarkozy heeft iets kinderlijks, tenminste toch als je je een kind kunt voorstellen met snor en tatoeages, en een onnavolgbaar brein als het over de geschiedenis gaat. En hij praat graag, ja. Niet zozeer over zichzelf, maar vooral over Napoleon.
Er zijn al ontelbaar veel boeken over Napoleon geschreven, de man die Frankrijk en Europa in twintig jaar tijd transformeerde. Er zijn ook heel wat films, de meest recente van regisseur Ridley Scott, met Joaquin Phoenix in de hoofdrol, een epos dat een slordige 175 miljoen euro kostte. Louis Sarkozy keek er heel erg naar uit, naar die film. Hij is immers fan van zowel Scott als Phoenix. Maar hij noemt het beest meteen bij zijn naam als je naar zijn mening vraagt. Sarkozy, helemaal op dreef en met een stem die vrolijk klinkt: ‘Troep, die film!
Niet vanwege de historische onnauwkeurigheden, die er wel degelijk zijn. Ridley Scott zei het zelf, en hij heeft honderd procent gelijk: leer je geschiedenis niet aan de hand van Hollywood. Zijn andere historische films vind ik geweldig, ‘Kingdom of Heaven’ is een van mijn favoriete films aller tijden. Weliswaar vol onnauwkeurigheden, maar een geweldige film.
Waarmee ik bedoel: ik aanvaard best dat niet alles honderd procent juist is, maar dit is ook gewoon een slechte film. Met een beschamend slecht scenario. Ik weet niet wie Phoenix denkt te spelen, maar het is zeker Napoleon niet. Ik vind het een zeer vulgaire film, en er zijn geen echte nevenpersonages. Ook de veldslagen waarnaar iedereen uitkeek, zijn niet goed. De grootste cavaleriecharge uit het Napoleontische tijdperk, nabij Eylau, in het toenmalige Oost-Pruisen, raakte zelfs niet in het scenario. Maar er zijn wel zes seksscènes met een Napoleon die als een met cocaïne vol gesnoven konijn tekeergaat.’
‘En het scenario?’, willen we weten. Sarkozy is nu helemaal ontketend: ‘Die scène waarin ze allemaal aan het dineren zijn, en Joséphine zegt: ‘Je bent serieus bijgekomen.’ Waarop hij: ‘Ik eet graag. Het lot heeft me dit stuk lamsvlees gebracht.’ Hoezo, het lot heeft me dit stuk lamsvlees gebracht? Is dat alles wat je mag verwachten van een heel team scenarioschrijvers die een film over de grootste man uit de Europese geschiedenis moeten maken? Over die grote wetgever, die grote filosoof en die grote krijger? Het lot heeft me dit stuk lamsvlees gebracht, komaan.’ ‘De film,’ zo vat hij samen, ‘is een catastrofe.’
Koks en bodyguards
Louis Sarkozy werd geboren in 1997. Vader Nicolas was minister van Binnenlandse Zaken en van Financiën onder Jacques Chirac, en werd in mei 2007 de 23ste president van Frankrijk. Moeder Cécilia was adviseur van haar man, tot ze van hem scheidde en samen met Louis – toen elf – naar Amerika verhuisde en daar trouwde met Richard Attias, een zakenman. Hoe het was om op te groeien in Parijs? Louis was het enige kind in huis, want zijn halfbroers en -zussen waren ouder en woonden allemaal elders. ‘Tot mijn elfde bevond ik me in de hoogste regionen van het politieke leven’, lacht hij. ‘Het ministerie van Financiën, daarna het ministerie van Binnenlandse Zaken en uiteindelijk het Elysée: het was de meest bevoorrechte, zalige en geweldige ervaring. Alleen was ik te jong om dat ook naar waarde te schatten. Was ik toen een paar jaar ouder geweest, ik had alles wat daar gebeurde op een heel andere manier beleefd.’
Op die leeftijd leek het voor Louis heel normaal om na school thuis te komen en zijn huiswerk te maken in de paleiskeuken, omringd door tal van koks en ook bodyguards, die zijn beste vrienden en mentoren werden. ‘Ze waren letterlijk de beste rolmodellen die een kind zich kon wensen, tenminste toch voor een onzekere jongen als ik die van militaire dingen hield. Die kerels die ons moesten beschermen, waren immers allemaal politieofficieren die daarvoor ook militair waren geweest, en ik bracht 24 uur per dag met hen door, zeven dagen per week. Ik vond dat geweldig. De indruk die ze op me maakten, dat is niet te beschrijven. Ik dank mijn militaire roeping aan hen.’
In New York ging Sarkozy een jaar naar het Franse Lyceum en trok dan op zijn dertiende naar een militaire academie. ‘In iets meer dan een jaar tijd verhuisde ik van het presidentiële paleis naar een gore kazerne in Pennsylvania. Godzijdank, zou ik zeggen!’ Sarkozy heeft het over de Valley Forge Military Academy. De beroemdste alumnus is J.D. Salinger, de Amerikaanse schrijver die in Manhattan zakte voor een ‘prep school’ (die studenten voorbereidt op hogere studies) en dan maar naar de Forge werd gestuurd.
Maar de voorbije jaren was de militaire school in Pennsylvania ook het onderwerp van controverse en rechtszaken. Zo wordt beweerd dat de academie een ‘cultuur van agressie, verbaal misbruik, bedenkelijke ontgroening en seksueel geweld’ predikt. ‘En toch’, zegt Sarkozy, ‘was het een geweldige instelling.’ Zijn vader stond trouwens helemaal achter zijn keuze toen hij naar Pennsylvania trok, beweert Louis. ‘Omdat hij wist dat die opleiding perfect was voor mij. Ik was immers heel onzeker. Die opleiding was ook een manier om discipline te kweken. En iets om trots op te zijn.’ Zijn moeder was minder enthousiast. Louis moest haar overtuigen. ‘Voor zover een twaalfjarige dat kan, natuurlijk. Maar ze besefte natuurlijk wel dat ik dat militaire ding in mij had.’
Muziek, nachtclubs, meisjes
Aan de Forge waren er gewone lessen, met burgers of militair personeel als docent, maar ook parades en oefeningen in het veld. ‘De leiding voor het dagelijkse doen en laten is er in handen van medecadetten die al een jaar opleiding achter de rug hebben en dan meteen een soort rang krijgen. Dat viel vaak tegen, want die jongens kunnen gewoon dom zijn, soms zelfs gewelddadig en masochistisch, maar ook vaak beneveld door de plotse macht die ze krijgen. Tegelijk is de Academy een van de weinige plaatsen op aarde waar je als zestien- of zeventienjarige luitenant kunt worden en de leiding krijgt over dertig kinderen. Dat vond ik geweldig.’
Ook Sarkozy kreeg verantwoordelijkheid, maar dan wel over een afdeling die niemand wilde. Er zijn immers drie soorten cadetten: nieuwe jongens, kerels die al een rang hebben en wat Louis omschrijft als ‘shit bags’, jongens die zeer tegen hun zin in de Forge terechtkwamen. ‘En ja, ik kreeg de leiding over die laatste groep. Ik was verantwoordelijk voor alles: hun uniform, hun prestaties en resultaten. Dat was een zeer leerrijke ervaring.’
Het was een omgeving waarin Louis Sarkozy helemaal openbloeide. Naar huis ging hij alleen nog tijdens de vakanties. Toen hij in 2015 de Forge op zijn achttiende verliet, was hij al toegelaten voor de United States Naval Academy, maar had hij er eventjes genoeg van, van ‘dat militaire gedoe’. Omdat hij ondertussen de muziek had ontdekt, en de nachtclubs, en tot de vaststelling was gekomen dat er ook zoiets bestond als meisjes. Sarkozy wilde iets ‘normalers’ en ging geschiedenis en filosofie studeren aan de universiteit van New York. Na drie jaar had hij er zijn diploma behaald en een lief gevonden: Natali Husic, die opgegroeid was in Kinshasa omdat haar vader er diplomaat was en waar haar moeder liefdadigheidsinstellingen beheerde. Ze trouwden in 2022.
Vandaag volgt Natali een master in de internationale menselijke ontwikkeling aan de prestigieuze Georgetown University – amper dertig op de duizend aanvragen worden er aanvaard. Tegelijk werkt ze voor een evenementenbedrijf van Sarkozy’s stiefvader. Louis werkte na de universiteit voor een politiek adviesbureau in Denver, dan voor een bank in Bogota en voor de Franse ambassade in Washington D.C. Intussen schreef hij samen met zijn moeder een boek over ruziemaken, ‘Une envie de désaccords’. ‘Iedereen in mijn familie is het over talloze onderwerpen oneens’, zegt hij. ‘Dat boek was bedoeld als dialoog tussen de generaties, tussen mijn moeder en mij. Maar het gaat tegelijk over die drang van politici om gesprekken af te breken in plaats van moeilijke onderwerpen gewoon te bespreken.’
Sarkozy geeft trouwens toe dat hij in de familie ongetwijfeld degene is die het vaakst kibbelt. ‘Ik hoop dat het niet arrogant klinkt als ik dat zeg’, lacht hij, alsof ruzie maken iets is waar je als mens naar moet streven.
‘Zeer close met mijn vader’
Louis Sarkozy schiet goed op met al zijn broers en zussen, en ook met de tweede man van zijn moeder. En zeer zeker met Carla Bruni, zijn stiefmoeder. ‘Allemaal geweldige mensen’, zegt hij. ‘Carla is niet alleen zeer succesvol zoals iedereen weet, maar ook bijzonder aardig en een fervent lezer. Ik vond het een absoluut voorrecht om bij haar op te groeien. Ze is geweldig. Ik vind ze fantastisch.’
Louis zegt dat hij zeer close is met zijn vader. ‘Zo close als een zoon kan zijn.’ Maar hij wil geen vragen over de problemen waarmee zijn vader nu kampt. Nicolas Sarkozy ging in 2017 met politiek pensioen, maar ligt sindsdien overhoop met het gerecht. Drie jaar geleden werd hij veroordeeld voor poging tot omkoping van een magistraat in een gerechtelijke zaak waarbij hij betrokken was. De voormalige president ging in beroep, maar daar werd het vonnis bevestigd: een jaar huisarrest met elektronische enkelband. Ondertussen tekende Nicolas Sarkozy opnieuw beroep aan, nu bij het Hof van Cassatie, het hoogste beroepsorgaan van Frankrijk.
Enigma Collection
Louis Sarkozy zegt dat hij altijd geweten heeft dat hij in het leger zou eindigen. Maar eerst kwam, totaal onverwacht, die loaferlijn, schoenen zonder veters. Hij noemt het ‘een leuke opportuniteit’. ‘Een goede vriend had in Spanje een bedrijf dat instappers maakte, Boonper. Ik had het idee om intellectuele figuren uit de geschiedenis te eren met schoenen.’
Het was het begin van de Enigma Collection. ‘Mode om grote denkers te eren’: de Sigmund (Freud) met een dromenvanger, de TJ (Thomas Jefferson) met dertien sterren die de oorspronkelijke koloniën voorstellen, en de William (Shakespeare) waarin een citaat uit ‘Romeo en Julia’ gegraveerd staat. Er was ook een paar instappers ter ere van Marie Curie, en zelf stellen we Sartre voor. Maar dat was blijkbaar geen optie, want Sarkozy is geen fan: ‘Hij werd misleid door het Sovjetcommunisme…’
De schoenencapsulecollectie deed het in ieder geval goed, zegt Sarkozy, hoewel ze niet langer te vinden is en hij er zelf geen heeft. Zelf draagt hij laarzen van Thursday Boot Company, exemplaren die hij al jaren heeft. ‘Tot grote wanhoop van mijn vrouw heb ik die al zowat overal gedragen: in Egypte, Congo, Londen, Parijs, Denver of Tennessee en Californië. Ik hoefde zelfs nooit de veters te vervangen.’
Uppercut
De grootste obsessie in zijn leven is Napoleon: een vuur dat werd aangestoken door de bestsellerbiografie van Andrew Roberts, ‘Napoleon the Great’. Sarkozy was zeventien toen hij ze las. Natuurlijk had hij op school over Napoleon geleerd, ‘maar ik had nog nooit echt diep over de man nagedacht. Die biografie kwam als een uppercut die me helemaal liet ontwaken.’ Sarkozy zegt maar wat graag dat Napoleon op zijn 24ste al generaal was, en keizer op zijn 34ste: ‘Hij was de ster met om zich heen de planeten.’
Er wordt vaak gezegd dat er meer boeken zijn geschreven over Napoleon dan over om het even welke andere historische figuur. Ruw geschat zijn het er intussen 60.000. Het kon Sarkozy niet afschrikken. En zie, hij raakt helemaal opgewonden als het gesprek – eindelijk – over Napoleon gaat. ‘Hij was de man die alles oversteeg. Iedereen keek naar hem op als militair leider. Hij boezemde zijn manschappen toewijding in, hoewel ze tientallen jaren lang de verschrikkelijkste oorlogen meemaakten. Zelfs toen hij niets meer te bieden had, bleven sommigen zich aan hem vastklampen. Napoleon had een aura, charisma, een energie die zelden door iemand in de wereldgeschiedenis werd geëvenaard. Eigenlijk is het onwaarschijnlijker dan fictie: die jongen uit een achtergestelde buurt in Ajaccio die geen woord Frans spreekt. Maar hij wordt keizer van Frankrijk, verovert Europa en verliest dan alles om te sterven op een vulkanisch eiland, meer dan duizend kilometer verwijderd van de Afrikaanse kust. Niemand zou zo’n verhaal geloven, maar het gebeurde wel degelijk.’
Voor zijn eerste boek over Napoleon koos Sarkozy de boekenobsessie van Napoleon en de invloed ervan op het Napoleontische tijdperk als onderwerp: ‘Napoleon’s Library’ is vlot geschreven en stoelt op nauwgezet onderzoek. Het boek vertelt het verhaal van Napoleon met zijn intellectuele leven en obsessieve honger naar boeken als rode draad. Napoleon pochte ermee dat hij op zijn negende al twee keer Rousseau had gelezen. Sarkozy betwijfelt dat, maar zegt: ‘Boeken waren zijn gezellen, zijn meest loyale vrienden. Ze bleven bij hem tot zijn dood. Het lukte hem nooit, maar op een bepaald moment besliste hij dat hij een exemplaar wilde van elk boek dat in Europa was gepubliceerd, in de oorspronkelijke taal én vertaald in het Frans.’
Een mens zou zich voor minder afvragen hoe Napoleon de tijd vond om al die boeken te lezen en intussen Europa te veroveren. Sarkozy: ‘Dat is inderdaad de grote openbaring. We kennen allemaal mensen die zeggen dat ze meer zouden willen lezen, maar er de tijd niet voor hebben. Napoleon verwijst die uitspraak naar het rijk der excuses.’
Macron en Trump
Natuurlijk is Napoleon niet de enige held naar wie Louis Sarkozy opkijkt. Abraham Lincoln, Winston Churchill, Ulysses Grant: ja, ook die. Maar op dat lijstje staan geen politici van nu. Hij heeft respect voor Emmanuel Macron, ‘hoewel ik het niet eens ben met alles uit zijn beleid’, en in Amerika is hij een Republikein, maar geen fan van Donald Trump. ‘In 2016 zou ik op hem hebben gestemd, maar nu is hij me volledig kwijt. Trump is een atheïst, wat ik waardeer. En ik stemde grotendeels in met zijn beleidsvoorstellen, toen. Maar ik haakte helemaal af toen hij de verkiezingsuitslag aanvocht, want die is heilig. Daar blijf je af. Er is trouwens geen enkel bewijs dat de verkiezing ‘gestolen’ was.’
Tijd voor de fotoshoot. Sarkozy haat het, gefotografeerd worden. ‘Ik ga dood vanbinnen’, zegt hij ietwat dramatisch, terwijl hem wordt gevraagd te poseren en zijn vrouw het allemaal zeer vermakelijk vindt. Met tegenzin ruilt hij zijn T-shirt in voor een shirt met lange mouwen, waarbij hij heel even nog meer tatoeages laat zien. Zoals een Amerikaans revolutionair symbool op zijn arm en een citaat van filosoof John Locke, maar ook een paar tattoos van middeleeuwse kruisvaarders en twee Romeinse munten op de borst en ribbenkast. En, uiteraard, een Napoleontische strijdvlag op de rug.
Wat volgt nu voor Louis Sarkozy? Hij is toegelaten tot de Officer Candidate School van het Amerikaanse leger in Georgia. Het contract is getekend, de eed afgelegd. ‘Natuurlijk is het een zeer zware opleiding, maar ze is duizend procent de moeite waard. Andere mannen leiden in het gevecht is de hoogste verantwoordelijkheid en het grootste voorrecht voor een mens. Het is een angstaanjagend vooruitzicht dat tegelijk nederigheid inboezemt, maar vooral iets wat me vervult met vreugde en ambitie. Leiderschap fascineert me als concept.’
Enorme woede
Sarkozy bezig horen, is ook de vraag stellen: identificeert hij zich op enige manier met Napoleon? ‘Ik zou mezelf nooit met hem vergelijken’, zegt hij heel bescheiden. ‘Dat zou immers een recept tot depressie zijn. Maar ik ben de man wel zeer genegen, hij kan me met alles verleiden. Tegelijk voel ik een enorme woede tegenover hem. Omdat hij het allemaal om zeep heeft geholpen. Napoleon heeft gefaald.’
‘Hij weet waarover hij spreekt, niet?’, zegt historicus Andrew Roberts later aan de telefoon. ‘Als Louis bij het Amerikaanse leger gaat, dan is dat een verlies voor de geschiedkunde. Hij is een getalenteerd historicus, heeft een brede kennis, en is ook zeer objectief, wat je lang niet altijd kunt zeggen van Fransen als het over Napoleon gaat. Bovendien hanteert hij een soort zelfspot, een leuk en bijna Engels gevoel voor ironie. Ja, hij is een verfijnd schrijver. Voor iemand van 26 jaar is dat zeer indrukwekkend.’
‘Napoleon’s Library’
| Auteur | Louis Sarkozy
| Publicatiedatum | 30 mei
| Uitgeverij | Pen & Sword Books
| Taal | Engels
| Prijs | 27,12 euro
| Website | pen-and-sword.co.uk
© The Telegraph