Ex-diplomaat en muziekuitgever Charles Adriaenssen organiseert een zomerfestival. De mooiste klassieke-concertlocatie is zijn palazzo in Alessano, Italië.
Als je al van de gemeentes Alessano of Tricase hebt gehoord, ben je ofwel Elio di Rupo, ofwel een kind van een Italiaanse gastarbeider, ofwel de eigenaar van een buitenverblijf in de Salento. Die ‘hak van Italië’ bleef lang een hidden gem, maar lokt de jongste tien jaar steeds meer vakantiegangers en tweedeverblijvers. Onder meer de Britse actrice Helen Mirren, die er een boerderij restaureerde waarin ze op termijn graag een klein theater wil openen. Maria Grazia Chiuri, de Italiaanse creatief directeur van Dior, renoveert momenteel een oude tabaksfabriek in haar geboorteplaats Tricase tot een productieatelier voor Dior. En de Belg Charles Adriaenssen organiseert in ‘zijn’ Alessano – op goed vijftig kilometer ten zuiden van Lecce – elke zomer een festival voor klassieke muziek: Muse Salentine.
Twee edities zijn er dit jaar: van 25 juli tot en met 5 augustus, en een kleinschaligere ‘off season’-variant van 8 tot en met 18 september. ‘In de zomer is het zo druk dat we soms mensen moeten weigeren. Ik kan er zelf meer van genieten in september’, zegt de Humbeekse eigenaar van het klassieke platenlabel Outhere, dat opgericht is in 2004 en zo’n tien verschillende deellabels omvat.
Gevangenis met studs
Adriaenssen organiseert concerten in historische kapellen, op pittoreske marktpleinen en in barokke kerken in en rond Alessano. Maar evengoed in zijn eigen Palazzo Sangiovanni, een imposant stadspaleis op de Piazza Castello. ‘Ik hoop dat het piazza tegen de zomer gerenoveerd zal zijn. In dit tempo zullen ze het niet halen’, zucht hij, wijzend naar de pauzerende arbeiders. ‘Tussen 13 en 17 uur doet hier sowieso niemand iets. Het openbare leven valt compleet stil.’
In het dorp staan pijlen naar het hertogelijk paleis van Charles Adriaenssen en zijn vrouw Diane de Spoelberch, telg van een van de drie grote aandeelhoudersfamilies bij AB InBev. Je herkent het beschermde gebouw meteen aan de zandstenen ‘studs’ in de vijftiende-eeuwse gevel. Uit de renaissance dus, en dat is precies wat Adriaenssen en de Spoelberch er ook mee deden: het pand is herboren sinds hun passage. ‘Hier woonde vroeger de bankiersfamilie Sangiovanni. In de achttiende eeuw lieten ze een vleugel aan hun palazzo bijbouwen. Later werd dat een gevangenis, je kunt de tralies zelfs hier en daar nog zien. En nog later werd het gebouw gebruikt als opslagruimte voor olijven en tabak. Het was nogal onderkomen, om het zacht uit te drukken’, zegt Adriaenssen.
De Sangiovanni’s wonen nog altijd in Alessano, zij het nu aan de overkant van de piazza. Hun ietwat aftandse stadspaleis wordt verhuurd als eventlocatie. Je kunt er trouwen tussen de citrusbomen in de weelderige tuin.
Diplomatieke contacten
In 2007 kochten Adriaenssen en de Spoelberch hun monumentale palazzo. Pas in de zomer van 2014 organiseerde hij er de eerste editie van zijn festival. ‘Dat komt, omdat we zeven jaar hebben verbouwd’, zegt hij. ‘De werf ging nauwelijks vooruit, er heerst hier geen werkersmentaliteit. Sowieso krijg je als buitenlander zeer moeizaam vergunningen. En dan wilde de erfgoedcel zich ook nog eens moeien met het zwembad, ook al waren ze alleen bevoegd voor de geklasseerde gevel. Uiteindelijk heb ik, als ex-diplomaat, mijn contacten moeten inschakelen om dit dossier te ontmijnen. Anders was de renovatie nog niet af.’
Adriaenssen leidt ons binnen langs de monumentale toegangspoort. ‘Zullen we eerst een tour doen en daarna koffie drinken?’, zegt hij, en hij stapt naar de indrukwekkende binnenplaats. Tussen de symmetrische stenen trappen zien we al een glimp van de ‘jardin sec’ van Diane de Spoelberch, een fervente botanist en auteur. ‘Op onze binnenplaats spelen muzikanten concerten voor zo’n tweehonderd man. De akoestiek is er fantastisch. In onze pianozaal kunnen er 120 mensen binnen. Daar zie je nog sporen van een vroegere olijfoliepers, aangedreven door ezels. Ons huis heeft een aparte toegang voor de concertgangers, zodat tijdens het festival niemand in onze privévertrekken moet passeren. Mijn vrouw en ik zijn BV’s, bescheiden Vlamingen.’
De koffie serveert Adriaenssen toch graag in zijn privévleugel. Het privézomersalon – met een fantastisch uitzicht op de tuin – is ook de plek waar muzikanten tijdens het festival graag rondhangen. Buurvrouw Eleonora komt ons zelfgebakken zoetigheden brengen. ‘Vlak naast de deur baat ze een fantastische trattoria uit’, vertelt Adriaenssen. ‘Zij is de motor van het festival, want ze soigneert de muzikanten zo goed dat ze blijven plakken.’
Als platenbaas kent Adriaenssen veel van de muzikanten persoonlijk. Logisch als je jaarlijks zo’n kleine tweehonderd platen met klassieke muziek releaset voor de labels van Outhere. Op Muse Salentine programmeert hij nogal eclectisch, zowel nieuw talent als internationale toppers, zoals dit jaar violiste Patricia Kopatchinskaja en klavecimbelspeler Justin Taylor. ‘Twintig jaar geleden was talent genoeg om als muzikant beroemd te worden. Nu moeten muzikanten in de eerste plaats een boodschap kunnen overbrengen’, zegt Adriaenssen.
‘In het begin programmeerde ik alleen jonge muzikanten. Maar zij begonnen aan elkaar door te vertellen over het festival. En ook over het eten van Eleonora, het strand, de zee, de locaties en het zwembad. Mettertijd kon dat ook wereldberoemde muzikanten overtuigen: ze zien het deels als vakantie. Dirigent en fluitist Giovanni Antonini trad hier al op bijvoorbeeld. Zijn fee kan ik niet betalen, maar hij wil wel komen spelen. De Russische pianist Alexei Lubimov wilde zijn gage vorig jaar ook niet. Hij vroeg me of ik in ruil een vrachtwagen met hulpgoederen voor Oekraïne kon sponsoren. Als Rus vertolkte hij hier beklijvende muziek van de Oekraïense componist Valentin Silvestrov, een heel ontroerend moment. Een mooi bewijs dat muziek grenzen, religies en conflicten overstijgt’, zegt Adriaenssen, die in zijn vorig leven als diplomaat in Rusland en Pakistan ook vaak ‘bruggenbouwende’ concerten organiseerde.
Mirakel van Castellucci
Het klinkt ongeloofwaardig, maar Adriaenssen en de Spoelberch belandden compleet per toeval in Alessano. Via de gerant van een vakantiehuis dat ze bijna twintig jaar geleden huurden in Puglia, hoorden ze over het Palazzo Sangiovanni, dat toen te koop stond. ‘We konden het pand bezoeken in augustus 2006. De makelaar beloofde ons in september opnieuw te contacteren. Maar we hoorden niks. En hij nam ook zijn telefoon nooit op. Dus vergaten we het pand.’
Tot er datzelfde jaar een mirakel gebeurde. ‘Op een dag kreeg ik telefoon van een Belgische vrouw, die voor een bevriende notaris uit Bologna tickets zocht voor een opera van Romeo Castellucci in De Munt. De voorstelling was hopeloos uitverkocht, maar omdat wij mecenas van De Munt zijn, kon ik gemakkelijk nog iets regelen. Na de voorstelling nodigde de notaris ons uit op een diner om ons te bedanken voor de geste. Omdat hij ook een huis in Puglia had, vertelde ik over de slechte ervaring met een vastgoedmakelaar die ons in de steek had gelaten. Dat bleek de zoon van die notaris te zijn. ‘We zullen dat goed maken’, stelde die notaris voor. ‘Ik nodig jullie veertien dagen uit in Puglia. Dan zullen we vastgoed bekijken.’ De panden die we bezochten, waren niets voor ons. En het hertogenpaleis in Alessano bleek helaas verkocht. Tot we twee maanden later telefoon kregen van diezelfde notaris. De verkoop was niet doorgegaan. We kochten het Palazzo Sangiovanni en enkele maanden later kwam ook de rechtervleugel te koop. Meteen was aan onze voorwaarde voldaan: we hadden genoeg plaats om concerten te geven.’
Armbandpercussie
Het festival Muse Salentine lokt al sinds het begin vooral een Italiaans publiek. Ook al komen bijvoorbeeld ook de vrienden van Bozar of De Munt wel eens met een delegatie naar Puglia. ‘Twee derde van de mensen zijn geen muziekkenners. Maar dat stoort me niet. Ik wil ze graag een beetje stimuleren om cultuur te ontdekken. Een gevolg van mijn opleiding bij de jezuïeten zeker?’
Nog zo’n jezuïet met een eigen Italiaans muziekfestival is Philippe Herreweghe. De Brusselse dirigent is elke zomer curator van zijn Collegium Vocale Crete Senesi: een concertreeks waarvoor de Gentse intelligentsia en het Vlaamse bedrijfsleven graag naar Toscane afzakken. ‘Ik ken Philippe goed, op ons label Phi geven we zijn platen uit. Ik heb ook veel respect voor zijn festival, maar veel Italiaans hoor je daar niet spreken’, zegt Adriaenssen voorzichtig. ‘Daarom zie ik ons festival ook niet als concurrentie. Ik wilde veel meer een initiatief voor de lokale bevolking beginnen. Vandaar dat mijn concerten ook gratis zijn. Ik heb de luxe dat ik geen geld moet verdienen aan het festival. Al moet het natuurlijk niet structureel verlieslatend zijn.’
Anders dan Herreweghes festival organiseert Adriaenssen ook geen middagconcerten. Daar is het veel te heet voor in Puglia. ‘Al kan het op een zomeravond nog altijd broeierig zijn’, geeft hij toe. ‘Ik heb op een bepaald moment zelfs gevraagd of de vrouwen in het publiek geen armbanden meer wilden dragen. Doordat ze tijdens het concert zaten te wapperen met een waaier, klingelden hun bracelets als percussie. Dat was storend.’
Verarmde streek
De Adriaenssens kochten hun hertogelijk paleis in een periode dat veel aristocratische families hun eigendommen begonnen af te stoten. ‘De streek rond Alessano was tot in de jaren 70 welvarend, vooral dankzij de tabaksindustrie en de olijfolieproductie. Maar sinds het staatsmonopolie voor tabak is opgeheven, is de regio sterk verarmd’, weet hij. ‘De Salento was ook gekend voor zijn textiel- en lederambacht. Maar dat craftsmanship is grotendeels verdwenen door de onmogelijke concurrentie van het Verre Oosten. Dat Maria Grazia Chiuri in de zomer van 2020 in Lecce het Dior-defilé van haar cruisecollectie liet plaatsvinden, is in die zin hoopgevend. Ze wil het artisanaat weer naar haar geboortestreek brengen.’ Net als Chiuri wil Adriaenssen de ingeslapen streek wakker kussen. ‘Ik heb stilaan het gevoel dat we iets in gang hebben gestoken. Vroeger moesten we drieduizend euro betalen om een concert te mogen geven op het marktplein. Nu krijgen we voor het eerst een subsidie van duizend euro. En de naburige gemeentes bieden hun kasteel, kerk of plein gratis aan voor concerten. Ze smeken ons iets te organiseren’, zegt hij.
‘Voor ons was het nooit een optie om hier ‘gewoon’ een vakantiewoning te hebben. We willen iets teruggeven aan de streek. Als je dit pand alleen als vakantiehuis gebruikt, komt zo’n plek maar een maand per jaar tot leven. Terwijl we dat erfgoed perfect kunnen activeren. Met een muziekfestival. Met de artiestenresidenties die we hier organiseren. Of met onze ‘jardin sec’, die intussen tuinliefhebbers van over heel Italië lokt. Vroeger was die tuin een citrusboomgaard met Engels gras. Maar omdat we hier niet permanent wonen, wilde mijn vrouw een mediterrane tuin met planten die nauwelijks water nodig hebben. Cactussen zou je dan denken, maar de variatie is oneindig veel groter. Diane haalde soorten uit regio’s met een gelijkaardig klimaat als in Puglia: Mexico, Nieuw-Zeeland, Californië en Zuid-Afrika’, zegt hij. ‘Omdat we mandarijn- en citrusbomen hebben gerooid, spraken de lokale kranten er schande van. Maar kijk, nu komen ze van overal de tuin bezoeken. De dingen hebben hier gewoon wat tijd nodig.’
‘Op een van de eerste edities van Muse Salentine kwam de burgemeester van Alessano polsen waarom zijn dorpspianist Filippe er geen concert mocht spelen. Ik legde hem het verschil uit tussen spelen voor FC Alessano en voor Manchester City. Sindsdien is hij fan van het festival.’ Zien we Helen Mirren en Maria Grazia Chiuri dit jaar op het festival? Afspraak in Alessano.
Muse Salentine
| Wanneer? | Van 25 juli tot en met 5 augustus en van 8 tot en met 18 september
| Waar? | In en rond Alessano
| Website | musesalentine.com