De zaterdag/sabato van oesterkweekster Kim Puystjens: zorgen voor de babyoesters, mensen bekeren, en géén vis op de boterham.
‘Zaterdag is voor mij een werkdag zoals alle andere dagen. Mensen vergeten weleens dat oesters levende dieren zijn, ze hebben dagelijks verzorging nodig.’ De vader van Kim Puystjens, Jacky, begon 25 jaar geleden oesters te telen in de Spuikom in Oostende. Toen Kim acht jaar oud was, hielp ze al mee in de zaak. ‘Ik ben later regentaat gaan studeren en heb enkele jaren lesgegeven, maar uiteindelijk kruipt het bloed waar het niet gaan kan. Ik doe dit nu negen jaar, en ben intussen even bezeten door de oesterteelt als mijn pa.’
‘We hebben hier met de ostendaise – de Oostendse oester – een prachtig lokaal ambachtelijk product, maar het wordt nog te weinig naar waarde geschat. Dat is wat me motiveerde om mee in de familiezaak te stappen, ik wil zo graag iedereen overtuigen van de kwaliteit van onze oesters.’
6.30 AM – ‘Mijn dag begint zoals die van elk gezin met jonge kinderen: veel te vroeg. Ik heb een jongen van acht, en twee meisjes van zes en één jaar oud. Ik maak de kinderen klaar en maak een snel ontbijt klaar. De papa staat in het onderwijs en werkt twee dagen mee in de zaak. In het weekend is hij vrij, en blijft hij vaak thuis met de kinderen. Dan hebben ze ‘pyjamadag’. Maar ze vinden het ook leuk om, zoals vandaag, mee te gaan naar De Oesterput. De grootouders zijn daar, en het is een mooie plek om rond te rennen en te spelen. Ik vind het belangrijk dat de kinderen veel buiten kunnen zijn.’
8.50 AM – ‘Hoe mijn werkdag eruitziet, is helemaal afhankelijk van de grillen van de natuur en het weer. Alles is onvoorspelbaar. Het eerste wat ik doe, is alles checken: liggen de boten nog goed vast, is er genoeg stroming voor de kleinste oesters...?’
9.20 AM – ‘Ik ga met de boot het water op en haal enkele lijnen met fuiken uit. Ik spoel alle oesters en verwijder het zeewier en slib. Vooral de ‘nursery’, met de babyoesters, heeft veel zorg nodig. Een grote klus is ook het sorteren per grootte, omdat niet alle oesters even snel groeien. Het spoelen en sorteren neemt al snel vier à vijf uur van mijn dag in beslag.’
12.30 PM – ‘Lunch is een vast moment met de hele familie. We eten boterhammen met charcuterie, eigenlijk nooit vis. Erg hé. (lacht) Als kind lustte ik al niet graag vis, en graten vond ik vreselijk. Ik beken: op feestdagen komen er bij ons zelfs geen oesters op tafel. Ik proef ze al zo veel op het werk, ik kan de kwaliteit wel onderscheiden als de beste.’
1.10 PM – ‘Mijn oudste twee, Mattia en Marie-Julie, gaan met het bootje mee het water op. Oké, oesters zijn niet de knuffeligste diertjes, maar ik vind het leuk dat mijn kinderen beginnen te snappen wat we hier doen. Als er tijd is, gaan we straks nog samen krabben vangen.’
2 PM – ‘Op zaterdag geef ik vaak rondleidingen voor groepen, soms zelfs drie op een dag. Misschien is dat nog een beetje de leerkracht in mij. Als er veel vragen komen, ben ik soms twee uur lang gepassioneerd aan het vertellen. “Ik wist niet eens dat er Belgische oesters bestonden”, zegt iemand. “Waar kan ik die kopen?” Ik zeg dat ze maar eens moeten aandringen bij hun lokale vishandelaar. Wij kunnen op de barricaden gaan staan, maar de vraag moet uiteindelijk van de klanten komen. Willem Hiele serveert onze oesters in zijn zaak, net als het tweesterrenrestaurant De Jonkman in Brugge. Dat bewijst toch dat we topkwaliteit bieden? Bij oesters is er nog veel snobisme, dat frustreert me soms. ‘Koop lokaal’, is het motto, maar waarom staan er overal in België oesters uit Bretagne of Ierland op de menukaart?’
3.40 PM – ‘Ik hou van vaste routines: in de namiddag nemen we een pauze met koffie en een chocolaatje, om met de familie even samen te zijn. Mijn moeder zegt altijd: niet over het werk babbelen. Maar voor mijn vader en mij lukt dat niet, we zijn bezeten door ons werk. Mijn pa heeft vanuit het niets de oesterteelt hier in Oostende opnieuw opgestart en De Oesterput uitgebouwd tot wat hij nu is. We praten veel over de toekomst van de zaak, en ik zie ook alle valkuilen. Goed personeel vinden is moeilijk, de wetgeving is complex.’
3.50 PM – ‘Het gelukkigst ben ik als ik mijn lieslaarzen aanheb en buiten in het water aan het werk ben. Het is moeilijk uit te leggen, maar ik vind het erg ontspannend, ik geniet er elke dag van. Maar bij het runnen van een bedrijf komt veel meer kijken. Deze namiddag moet ik me door mails en administratie worstelen. Morgen hebben we in de aanpalende feestzaal een babyborrel voor honderd mensen. Ik bestel witte en zilveren ballonnen, en stuur een laatste mailtje met afspraken voor de flexi-jobbers.’
6.12 PM – ‘Ik kijk nooit op mijn horloge, de tijd vliegt voorbij. Ik rijd met de kinderen naar huis, schenk een aperitief in en maak balletjes in tomatensaus.’
9.20 PM – ‘Ik heb een job die fysiek soms zwaar is. Wanneer ik eindelijk in de zetel zak, voel ik dat. Ik moet nooit naar de fitness, dat is duidelijk.’ (lacht)