Vijf jaar geleden was ze nog dakloos, vandaag staat de Brusselse Lous & The Yakuza aan de vooravond van een internationale doorbraak. Wij doorliepen één van haar zeldzame zaterdagen thuis in Brussel.
‘Gravir les échelons, ça prend du temps’, zingt de 23-jarige Marie-Pierra Kakoma, beter bekend onder haar artiestennaam Lous & The Yakuza, in haar hitsingle ‘Tout est Gore’. Al ging het voor de Congolees-Rwandese r&b-zangeres zelf pijlsnel. Sliep ze vijf jaar geleden nog op de Brusselse metroroosters, dan vliegt ze nu van Parijs tot New York voor haar debuutalbum ‘Gore’ en is ze een van de nieuwe gezichten van het Franse luxehuis Louis Vuitton.
Als het toch eens wat kalmer is, brengt ze haar zaterdag door in haar appartement in Vorst, tussen de verfborstels en haar Japanse mangaseries.
9.00 AM – ‘Elke ochtend begin ik met hetzelfde ritueel: ik neem een douche en mediteer. Ik maak mijn hoofd leeg en lees mijn emoties. Die vertaal ik vervolgens in tekeningen op mijn gezicht. Vandaag: een lijn met een halve cirkel, symbool voor twee opgeheven handen.
De tekening stelt mijn spiritualiteit voor en mijn extreme emoties. Voorts schreef ik “YAKS” erop, een afkorting van Yakuza, om me te herinneren aan mijn team. Ik tekende ook de Romeinse letters XII, het aantal muzieknoten. En hier staat “RAGER”, het kernwoord in mijn Black Lives Matter-speech, waarin ik opriep om onze woede te kanaliseren in liefde.’
9.30 AM – ‘Ik besteed veel aandacht aan mijn outfits, al ben ik niet elke dag helemaal dressed up. In het weekend draag ik vooral matching sweaters en joggingbroeken, maar wel fancy ones. Ik wil voorbereid zijn op gasten die onverwacht voor de deur staan, een zeer hardnekkige gewoonte onder mijn vrienden.’
10.00 AM – ‘Schrijven doe ik de hele dag, zodra ik wakker ben tot ik ga slapen. Ik schrijf songs, maar ook romans, kortverhalen en nu zelfs een kinderboek, met mijn eigen tekeningen. Tja, ik doe veel rare shit.’ (lacht)
12.00 PM – ‘Als ik niet schrijf, sla ik aan het schilderen. Vroeger gaf ik mijn schilderijen weg aan vrienden, sinds de quarantaine hang ik ze aan mijn muren. Als ik schilder, zing ik ook. Héél, héél luid. Dan keel ik mee in talen die ik niet eens begrijp: met de Italiaanse diva Loredana Bertè, de Malinese muzikant Salif Keïta of met zelfs Japanse ballads. Ik woon in een nieuw appartementsgebouw dat nog grotendeels leeg staat. Van de buren nog geen klachten, nee.’
1.30 PM – ‘Met mijn huidig werkritme is het niet simpel om vriendschappen te onderhouden. Dus elke vrije dag plan ik propvol afspraken. Vaak lunchen we bij Peck in de Louizawijk en eindigen we op het Sint-Gillisvoorplein.’
4.00 PM – ‘Als ik geen andere plannen heb, wandel ik wel eens naar Naamsepoort. Dat is de wijk waar ik vijf jaar geleden enkele maanden op straat heb geleefd toen ik mijn studies had gestopt om in de muziek te gaan en mijn ouders de geldkraan dichtdraaiden. Ondanks alles heb ik ook mooie herinneringen aan die buurt.’
6.00 PM – ‘Ik sport niet in de klassieke zin van het woord, maar ik dans thuis bijna elke dag. Soms urenlang. Mensen snappen niet dat ik betrokken ben bij iets als Black Lives Matter en een paar uur later kan twerken. Alsof je altijd serieus moet zijn als je met politiek bezig bent.’
8.00 PM – ‘Ik heb eindelijk leren koken. Ik ben dus niet langer de sukkel die elke avond eten bestelt. Taco’s en chili con carne zijn mijn specialiteit.’
11.00 PM – ‘Vanavond heb ik een Zoomdate met mijn familie. Ik ben geboren in Congo, woonde daarna in Brussel en Rwanda om op mijn vijftiende naar België terug te keren. Mijn moeder woont in Rwanda, mijn vader in Congo, mijn grote zus in Canada en mijn broer in Kenia. Dankzij Zoom en Whatsapp blijven we toch een echt gezin.’
0.00 AM – ‘Mijn huis staat vol geurkaarsen en sfeerlampen, een spiritueel, bijna Indiaas sfeertje, en dan bid ik. Ik hecht geloof aan allerlei religies, zolang ze maar over liefde gaan.’