Eerder vertolkte hij al Maurizio Gucci in ‘House of Gucci’. Nu kruipt de Amerikaanse acteur in de huid van automagnaat Enzo Ferrari. Een gesprek met Adam Driver.
Het lijkt wel alsof Adam Driver iets heeft met Italiaanse zakentycoons. Nadat hij eerder al Maurizio Gucci vertolkte in ‘House of Gucci’, kruipt de Amerikaanse acteur (40) nu in de huid van de legendarische automagnaat Enzo Ferrari op het moment, het jaar 1957, dat die met een hoop kopzorgen zit. ‘Ik voelde een verantwoordelijkheid om deze rol niet te verknoeien.’
Op zijn veertigste kan de Amerikaanse acteur Adam Driver prat gaan op een carrière waar veel collega’s groen jaloers op zijn. Nochtans maakte hij zijn debuut voor de camera pas toen hij al 28 was: één korte scène in ‘J. Edgar’ van Clint Eastwood. Meteen daarna leerde het grote publiek hem kennen via de sappige serie ‘Girls’, waarin hij Lena Dunhams occasionele lief speelde. Vervolgens ging het enorm snel. In tien jaar tijd stond hij op de set bij de ene na de andere bekende cineast, van Spielberg (‘Lincoln’), de Coens (‘Inside Llewyn Davis’), Jim Jarmusch (‘Paterson’) tot Scorsese (‘Silence’), Soderbergh (‘Logan Lucky’) en Spike Lee (‘BlacKkKlansman’). Ridley Scott deed twee keer vlak na elkaar een beroep op hem (‘House of Gucci’ en ‘The Last Duel’), Noah Baumbach zelfs drie keer, met ‘Marriage Story’ als grote uitschieter. En tussendoor dook hij ook nog op als de getormenteerde Kylo Ren in de jongste ‘Star Wars’-trilogie.
Op de vuist
Indrukwekkend, maar Drivers privéleven zou pas echt een film waard zijn. Hij groeide op in een klein stadje in Indiana, met zijn moeder en stiefvader, een baptistendominee. Als jongeling wist hij niet goed wat hij met zijn leven moest aanvangen en hij vulde zijn dagen met baldadigheden. Hij raakte als tiener zodanig geïnspireerd door de film ‘Fight Club’ dat hij samen met een vriend een eigen vechtclubje begon. Ze spraken af met al wie zin had om met elkaar op de vuist te gaan op een wei achter een cultureel centrum. Toevallige voorbijgangers mochten ook deelnemen.
Rond die tijd raakte hij ook geïnteresseerd in schooltheater. Na zijn studies deed hij auditie voor de prestigieuze Juilliard School in New York, maar hij ving er bot. Als alternatief koos hij ervoor – ook vanwege de aanslagen van 11 september 2001 – om zich te laten inlijven bij het Amerikaanse leger. Hij zou uiteindelijk bijna drie jaar bij de mariniers blijven. Actieve dienst zag hij nooit, want net voor hij uitgestuurd zou worden naar Irak brak hij tijdens het mountainbiken zijn borstbeen en werd hij om medische redenen ontslagen.
Hij besloot een tweede poging te wagen bij Juilliard, deze keer met succes. Het klikte niet meteen met zijn studiegenoten, die de boomlange ex-militair vooral intimiderend vonden, maar hij leerde er wel zijn latere echtgenote Joanne Tucker kennen. Samen hebben ze twee kinderen en tot vandaag staan ze aan het hoofd van Arts in the Armed Forces, een vzw die artistieke voorstellingen organiseert voor militairen en hun families.
Legendarisch
Driver is een man met principes en discipline, en je begrijpt dan ook waarom regisseur Michael Mann (‘Heat’, ‘The Last of the Mohicans’) in hem de ideale hoofdacteur zag voor zijn nieuwe film ‘Ferrari’. Daarin speelt Driver de legendarische en zelfverzekerde Enzo Ferrari, als jongeling een gevierd racepiloot, vervolgens oprichter van een raceteam en uiteindelijk ook de drijvende kracht achter het vermaarde automerk dat zijn naam draagt.
In ‘Ferrari’ leren we hem kennen op een cruciaal moment in zijn leven. Zijn bedrijf heeft het moeilijk, sportief gaat het hem niet voor de wind, zijn huwelijk met Laura (rol van Penélope Cruz) staat sinds de dood van hun enige zoon Dino op springen en zijn langdurige maîtresse Lina Lardi zet hem onder druk om hun zoon officieel te erkennen. Stof genoeg voor een gespannen drama, dat vorig jaar op applaus werd onthaald op het filmfestival van Venetië. Het is ook daar dat we Driver konden ontmoeten.
Kun je omschrijven wat jou precies aantrok in dit verhaal?
Adam Driver: ‘De kans om met Michael Mann te werken, uiteraard. Die regisseur stond altijd al op mijn wishlist. We hebben elkaar ongeveer een jaar geleden ontmoet, en hij stuurde me dit script. Toen ik het las, was ik geïntrigeerd door hoe iedereen een eigen beeld heeft van Enzo Ferrari. De echte motor van het verhaal is dan weer het verdriet dat hij in zich draagt en de uiteenlopende relaties met vrouwen die hij op dat moment in zijn leven had, zijn echtgenote Laura versus zijn minnares Lina Lardi versus zijn moeder. Het was een onderwerp waar ik weinig van afwist en dat prikkelde me. Het leek me logisch om toe te happen.’
In de film is Ferrari al bijna zestig, maar als jonge kerel was hij een gevierd racepiloot. Hoe heeft hem dat gekneed als man, denk je?
‘Het is een essentieel onderdeel van wie hij is. Om hem te kunnen spelen, moest ik daar dan ook voeling mee krijgen. Tijdens de voorbereiding heb ik veel geracet, tijdens de opnames mocht dat niet meer. Als je in zo’n wagen zit, wordt het je al snel pijnlijk duidelijk dat je aan niets anders kunt denken dan aan die ene activiteit. Het is bijna het tegenovergestelde van escapisme. Je moet je honderd procent concentreren op elke bocht, want als je dat niet doet, bestaat de kans dat je over de kop gaat of van het circuit knalt en jezelf serieus bezeert. Iedereen was nerveus toen ik met zo’n racewagen rondvlamde, want die modellen hebben geen beschermende rolkooi. Maar ik moest er toch snel mee rijden, om het gevoel te krijgen van ‘Als ik nu over de kop ga, ben ik er geweest’.’
‘Het zegt ook veel over hoe Ferrari in elkaar stak. Hij liet zelden of nooit het achterste van zijn tong zien en keek altijd vooruit. Als je hem vroeg wat zijn favoriete Ferrari-model was, antwoordde hij steevast: ‘Het volgende’. Het verklaart ook waarom hij in de film niet in een hoekje zit te huilen om zijn zoon. Zijn verdriet komt naar buiten in zijn werk en in de relaties met de vrouwen in zijn leven. Hij heeft altijd oog voor de volgende bocht, anticipeert en is een gesloten boek, om zijn tactiek niet te verraden.’
De vraag is wel of hij zichzelf en zijn omgeving daarmee helpt.
‘Het is wat hem menselijk maakt. Ik vind het altijd interessant om te zien hoe mensen omgaan met trauma, tegenslag of mislukking. Indien ‘Ferrari’ alleen maar over succes zou gaan, weet ik niet of je geboeid zou blijven. Los daarvan heb ik bewondering voor iemand die niet snel emotioneel wordt. Ik ben zelf ook een fatalist, denk ik. Ik vind het een kwaliteit om te zijn zoals een eend – rustig aan de oppervlakte, maar onder water furieus aan het peddelen. Ik wilde dat ik zo was, maar het lukt me niet. Als je dan, zoals Enzo Ferrari, zoveel brandjes tegelijk moet blussen, professioneel en privé, en toch ook zelfvertrouwen probeert uit te stralen, dan vind ik dat bewonderenswaardig.’
Heb je zelf iets met snelle auto’s?
‘Ik heb altijd van sportauto’s gehouden, alleen kon ik me er geen veroorloven toen ik jonger was. Nu heb ik er een paar. (lacht) Eigenlijk zou ik dat niet mogen vertellen, maar ik rijd met een Porsche 933. Een prachtige auto.’
Vuurwerk met Penélope Cruz
Penélope Cruz vertolkt in Michael Manns biopic Enzo Ferrari’s echtgenote Laura, net op het moment dat hun huwelijk sinds de dood van hun enige zoon Dino op springen staat en zijn maîtresse Lina Lardi hem onder druk zet om hun zoon officieel te erkennen. Vuurwerk gegarandeerd dus. Hoe was het voor Adam Driver om met Cruz samen te werken? ‘Een droom’, zegt hij. ‘Soms ontmoet je acteurs met wie je meteen een kameraadschap voelt, bij wie je onmiddellijk het gevoel hebt dat je op dezelfde golflengte zit. Zodra Penélope op de set kwam, voelde het comfortabel aan. Ze geeft veel, waardoor je vlot een interactie kunt aangaan.’
Dit is de tweede keer in drie jaar tijd dat je een bekende Italiaanse figuur speelt, na modeondernemer Maurizio Gucci in ‘House of Gucci’ van Ridley Scott. Voel je als acteur een grotere verantwoordelijkheid als je zulke iconen tot leven moet wekken?
‘Zeker, want het zijn figuren die niet tot mijn cultuur behoren. Het heeft allemaal te maken met waar je de film maakt. Een film als ‘Ferrari’ zou je niet in pakweg België kunnen draaien, omdat je daar toevallig belastingvoordelen krijgt. Je moet naar de authentieke locatie gaan, de mest van de stallen ruiken, de landschappen zien, de fabriek bezoeken, de motoren horen. Je moet jezelf onderdompelen in die wereld. Het is alsof je een nieuwe taal leert. Je pikt ook veel op van de crew waarmee je samenwerkt. Je krijgt onmiddellijk feedback. Een andere cultuur doorgronden is trouwens waar ik het meest van hou als acteur. Het mooie aan acteren is dat het je dwingt om empathisch te zijn.’
Wat bedoel je daarmee?
‘Voor je aan de opnames begint, moet je je een paar maanden of zelfs een jaar inleven in iemand die anders is dan jij, die andere keuzes heeft gemaakt op een ander moment. Je moet eerlijk naar hun leven kijken, zonder een oordeel te vellen en met een gevoel voor perspectief, en proberen om jezelf in hun situatie te verplaatsen. Acteren is een bizar vak, maar het is wat me boeit en het schept een band met mensen met wie ik normaal gezien waarschijnlijk nooit zou omgaan.’
En daar speelt locatie ook in mee?
‘Het zou moeilijker zijn om me Enzo Ferrari in te leven als ik me niet bevond waar hij geleefd heeft. Maar daar hangt ook een risico aan vast. We hebben gedraaid in Modena, omringd door de iconografie van Ferrari. We zijn naar het Museum Enzo Ferrari geweest. We hebben gezien hoeveel Ferrari betekent voor de mensen daar, het logo, de naam, de man, de tegenstrijdige verhalen, de persoonlijke associaties, de restaurants waar Enzo ging eten. Om naar je oorspronkelijke vraag terug te keren: je voelt inderdaad extra verantwoordelijkheid om het niet te verknoeien, om het ernstig te nemen. Maar tegelijk mag je ook niet zodanig afgeleid raken dat je iemand anders’ versie van die persoon begint te spelen. Dit is onze versie, ons verhaal, ons script. Daar focussen we op.’
Je stond altijd bekend als iemand die nooit naar zijn eigen vertolkingen kijkt. Maar daar wil je vanaf nu verandering in brengen. Waarom precies?
‘Als ik mezelf aan het werk zie, krijg ik altijd spijt dat ik bepaalde dingen niet anders heb aangepakt. Die reflex is een straatje zonder einde. Je zou eeuwig kunnen blijven sleutelen aan een film. Maar het is ook normaal om zo te reageren, denk ik. Als jij iets schrijft, denk je waarschijnlijk ook soms: ‘Ik wilde dat ik het kon terugnemen en opnieuw publiceren’. Alleen moet er een manier bestaan dat het niet je leven opslorpt en dat andere dingen voorrang kunnen krijgen – kinderen, familie, de dood! (lacht) Eigenlijk vind ik het gezond om gewoon niet te kijken naar wat ik gedaan heb. Maar met deze film heb ik beslist om dat te veranderen. Vanaf nu wil ik mijn films bekijken, net omdat ik het nooit heb gedaan. En het is niet gemakkelijk om mezelf op het scherm te zien.’
Voor de rest gaat het prima met je carrière. Michael Mann is de zoveelste in het rijtje van geweldige filmmakers met wie je hebt mogen samenwerken. Sta je daar ooit bij stil?
‘Soms wel, ja. Ik ben bijzonder trots op de mensen met wie ik heb samengewerkt, maar ik zie het niet als een prestatie of een bewijs van kunde. Ik vind dat ik vooral veel geluk heb gehad. Ik heb zoveel van hen geleerd. Het zijn de mensen die de films hebben gemaakt waar ik als kind dol op was. Daar probeer ik Michael overigens niet aan te herinneren. (lacht) Dingen als ‘The Insider’ bijvoorbeeld (uit 1999, met Russell Crowe en Al Pacino, n.v.d.r.). Dat is het soort cinema waarvan ik deel wil uitmaken, omdat het zo specifiek is en de acteurs zo goed zijn. Alles staat op punt. Film bundelt alle kunstvormen in één pakket. ‘Ferrari’ straalt dat volgens mij ook uit. Het is een verhaal dat gedreven wordt door de personages, het gaat over iets wat filmisch is en het is vervolgens ook toegankelijk voor iedereen. Dat hoop ik toch.’
‘Ferrari’
| Vanaf 14 februari te zien in de bioscoop.