Ex-bankier Didier Eeman creëert een nieuwe Tuin van Eden rond zijn Laluka Safari Lodge met zes luxesuites in natuurreservaat Welgevonden in Zuid-Afrika.
‘If it feels cold, just close the windows!’ Ranger Christian (32) van de Laluka Safari Lodge, een 2022-versie van Crocodile Dundee, inclusief lichtbruine hoed, opent met een Paul Hogan-grapje. Er zítten helemaal geen ramen in de kakikleurige Toyota Land Cruiser waarmee we over de hobbelige rode aarde door het Welgevonden Game Reserve in Limpopo sjokken, een Zuid-Afrikaanse provincie zo’n 250 kilometer ten noorden van Johannesburg.
In het stukje door de Unesco erkende Waterberg-biosfeer torenen enkele giraffen uit boven de kruin van een wildepeperboom. Verderop staan twee olifanten elkaar te besnuffelen. Over elk wezen dat we kruisen, vertelt Christian iets waarvan je mond openvalt. Over de creepy ‘dark side’ van de zebra bijvoorbeeld: zebrapatriarchen dwingen hun zwangere veroveringen vaak tot een abortus. Of over hoe jakhalzen hun hele leven lang monogaam blijven.
Geen blad dat Christian niet kan identificeren. Geen pootafdruk die hij niet kan thuisbrengen. Hij laat me ruiken aan neushoornpoep. En toont hoe de Bosjesmannen met de ‘monsonia patersonii’-plant duizend jaar geleden vuurtoortsen maakten. ‘Beschouw me maar als de Scotland Yard van de bush’, lacht hij. Waarna hij met de 4x4 een sprintje trekt – ‘zet je schrap voor een Ferrari-safari’ – om uit te komen bij een stukje savanne.
Dáár, in de open vlakte, staan een witte neushoorn en haar anderhalf jaar oude kalf in alle rust te grazen. Een lieflijk moeder-dochtermomentje. Maar nog geen vijf meter verderop sluipt een jonge leeuw dichterbij. Gevolgd door een tweede, derde, vierde en uiteindelijk een vijfde. Vijftig minuten lang volgen Christian en ik – verrekijker in de hand – de estafette van geplaag, gestalk en gejaag. ‘These lions aren’t gonna sleep tonight’, parafraseert hij de hit van The Tokens uit 1961.
Hoe de thriller afloopt? Daar kunnen we helaas niet op wachten. Over de bergkam schuift langzaam de laatste strook oranje zonlicht. De nacht maakt zich klaar. Op de terugweg naar Laluka Safari Lodge hoor ik in mijn hoofd alleen maar ‘Weeheeheehee dee heeheeheehee weeoh aweem away...’
African Wilderness Reborn
De Laluka Lodge (spreek uit: la-loe-kah, en zeker niet te verwarren met Lukaku) is 100 procent Belgisch. ‘De naam betekent zoveel als ‘groeien in wijsheid’ in het Zulu’, vertelt eigenaar Didier Eeman (61) als hij me staat op te wachten in de ‘main lodge’ van Laluka. De plek baadt in een warm, zacht licht. Hij vergezelt me naar enkele eigentijdse sofa’s rond een 360° designerhaard. ‘Wijzer word je hier vanzelf. Want hoe meer je begrijpt van de natuur, hoe meer je leert van het leven en om van elke seconde van dat leven te houden.’
Het gestileerde huislogo van Laluka – te zien op zowat alles hier, van de flessen bodylotion tot het brandmerk op de hamburgerbroodjes – is niet toevallig een olifant. Een van ’s werelds meest wijze dieren. Wezens die niets vergeten, ook.
Of het nu olifanten zijn, witte of – uiterst zeldzame – zwarte neushoorns, jachtluipaarden, gnoes of impala’s: de Afrikaanse wildernis waarin Eeman zijn lodge heeft, lijkt wel een soort Neverland. Een plek die altijd Tuin van Eden is gebleven. Ik kijk rond en bedenk: deze landschappen, kuddes en luchten moeten exact dezelfde zijn als toen onze vroegste voorouders deze plek twee miljoen jaar geleden bezetten.
‘Wijzer word je hier vanzelf. Hoe meer je begrijpt van de natuur, hoe meer je leert van het leven en om van elke seconde van dat leven te houden.’Didier Eeman
Eeman doorprikt de gedachte meteen. ‘Dit hele gebied was sinds begin negentiende eeuw tot in 1993 ingepalmd door Afrikaanse boeren. Hier zaten alleen intensieve veeteeltbedrijven, wild was er in de verste verten niet te spotten, of het moest een verdwaalde koedoe zijn. De grond hier is schraal. Zuur zelfs. De gigantische veestapels vonden daardoor onvoldoende mals gras; landbouw bleek op den duur nog nauwelijks rendabel.’
Het was Pienkes Du Plessis, de eigenaar van de boerderij ‘Welgevonden’, die in 1987 bij enkele collega-farmers aanklopte om hun percelen samen te voegen en een soort ‘African Wilderness Reborn’ te creëren. Du Plessis wilde alle sporen van menselijke activiteit uit het landschap wissen en opnieuw de dieren introduceren die hier duizenden jaren eerder vrij over de grasvlakten hadden gelopen.
Na zes jaar plannen smeden, erkenningen aanvragen en universiteiten aanschrijven – de universiteit van Wageningen in Nederland speelt tot op vandaag een belangrijke rol bij het zoeken naar een ecologisch evenwicht in het reservaat – zag in 1993 het Welgevonden-natuurreservaat het levenslicht. Koeien werden afgevoerd, stallen, boerderijen en omheiningen gesloopt, en op de samengevoegde gronden werden samen met de eerste grazers ook de eerste vijf leeuwen uitgezet. In de jaren daarna volgden duizenden andere (roof)dieren. ‘Alleen al tussen 2005 en 2021 zijn hier bijna 18.000 dieren geherintroduceerd’, aldus Eeman. ‘Daarmee zijn we wereldwijd koploper, toch onder de privéreservaten. We doen zelfs beter dan de Amerikaanse mediamagnaat en filantroop Ted Turner met zijn bizonreservaten in de VS en Argentinië.’
Beurskoersen en obligatiemarkten
Een mediamagnaat is Eeman niet. Al komt de Belg net als Turner uit een branche die weinig met natuurbehoud gemeen heeft. ‘Ik ben letterlijk in een bankkantoor geboren’, vertelt hij, de glinsterende ogen gericht op het vuur in de open haard. ‘Mijn ouders waren zelfstandige filiaalhouders van het Gemeentekrediet en runden twee bankkantoren in en om Aalst. Als klein ventje ging ik met mijn vader mee op klantenbezoek.’
Meer dan dertig jaar draaide de wereld van Eeman om rentetarieven, beurskoersen en obligatiemarkten. Het Gemeentekrediet werd Dexia, Dexia ging op in Belfius. ‘Ik leidde zes kantoren en een team van veertig bankiers, met een businessafdeling én een divisie vermogensbeheer met tentakels van Aarlen tot Oostende. Toch heb ik altijd geweten dat ik mijn carrière niet in de bank zou eindigen. Diep in me knaagde iets: ik besefte dat rijkdom niet in het financiële zit, maar in het geluk van elke dag. Dus heb ik eind 2020 mijn aandelen in de vennootschap overgedragen aan mijn medevennoten om voor een ander soort geluk te kunnen gaan.’
Het was zoon Simon (30) die hem dat geluk liet ontdekken. Na één jaar studie geschiedenis wist hij al dat een leven met de neus in boeken over de middeleeuwen niets voor hem was. Hij pakte zijn koffers, reisde naar Zuid-Afrika, schreef zich in het Krugerpark in voor een opleiding tot ranger. Hij leerde er zijn Italiaanse vrouw Giulia Avanzi (28) kennen. Samen trokken ze naar Tanzania en manageden daar twee jaar een beachlodge. ‘Simon en Giulia hebben me hun passie voor Afrika en de natuur doorgegeven’, zegt Didier Eeman. En dus reisden ze in 2017 met drie per 4x4 van het zuiden van het Krugerpark in Zuid-Afrika tot ver in Botswana. Een paar duizend kilometer, op zoek naar een lodge die hun nieuwe thuis zou worden.
Kaapstad-vibes
De tocht eindigde in Welgevonden, in Limpopo, de noordelijkst gelegen provincie van Zuid-Afrika. Hier kocht de familie in januari 2019 van een koppel Zuid-Afrikanen een compleet afgeleefde lodge: een eenvoudig bouwsel met roestende douches, lekkende kranen en donkere, beklemmende huisjes. ‘Zeven jaar lang was er geen enkel onderhoud gebeurd.’
Van de gebouwen hielden de drie alleen de mooie rieten daken over – zelfs de muren gingen tegen de vlakte. Ook de inrichting hielden ze binnen de familie: de Eemans deden een beroep op de interieurarchitecten Tanguy de Clippele (een neef van Didier) en Nathalie Sagaert uit Genval. De opdracht? ‘Laluka moet familiaal aanvoelen, maar evengoed comfort en luxe uitstralen, zonder in blingbling te vervallen. Geen gouden kranen dus, maar een interieur dat een mix is van Europees en Afrikaans – met vibes die je evengoed in Kaapstad zou kunnen aantreffen.’
Zoek daarom geen safari-antiek, opgezette dieren of nostalgische Karen Blixen-kleuren in de Laluka Lodge; de armtierige huisjes van weleer maakten plaats voor zes adembenemende glazen boxen, uitkijkend over de Tshwene-vallei. Allemaal met hun eigen terras met loungezetels, plungepool en buitendouche. (Natuurlijk heeft het terrein ook een infinitypool en een spa.) Net naast de waterpoel liet Eeman een observatiehut bouwen die aanvoelt als een Imax-cinemazaal voor natuurdocumentaires – zebra’s, gnoes en olifanten bekijk je hier op ware grootte vanuit een bioscoopstoel, maar dan in real life. Alleen de popcorn en cola moet je erbij denken. Of bestellen bij een van de zeventien lodgemedewerkers, die allemaal Zuid-Afrikaans of Zimbabwaans zijn.
In het interieur overheersen licht en luchtigheid, en veel hout (het parket is van Rhodesian teak), natuurlijke stoffen en goed uitgekozen meubelen en interieurobjecten, die ook allemaal te koop zijn. Net zoals de ecologische zepen en homemade shampoos uit de badkamer. Of de handmade citroenconfituur, kazen of honing die ’s ochtends in het Laluka-restaurant worden geserveerd – een corona-erfenis.
Piet Huysentruyt
Toen het virus het leven in Zuid-Afrika deed stilvallen in 2021, kreeg Simon Eeman het idee om wat groenten en kruiden te planten. Eerst voor zichzelf en Giulia. ‘We begonnen met een klein stukje vruchtbaar land net buiten het reservaat. En enkele koeien, schapen, geiten, een paar varkens en kippen. Oorspronkelijk besefte ik niet wat het potentieel kon zijn van de ‘biofarm’ voor de Laluka-keuken’, vertelt Simon tussen de acht hectare artisjokken, wortelen, kerstomaatjes, paarse basilicum, romatomaten, chili’s, rode bieten en rabarber. ‘Ik wist helemaal niets van groenten kweken en dieren houden: via YouTube en Google leerde ik stap voor stap wat hier gedijt.’
Enter Piet Huysentruyt. De Belgische chef, die een groot deel van het jaar in Franschhoek woont (toch 1.600 kilometer verwijderd van dit natuurpark), coachte bijna twaalf maanden lang de ploeg van ‘Laluka head chef’ Tintswalo Nodbe. Maar hij legde ook de link tussen de Laluka-boerderij en het restaurant van de lodge. ‘De gastronomiebeleving volgde vanzelf’, zegt Simon. ‘Toen Piet hoorde dat we bijvoorbeeld de roquettebloemen aan de varkens voederden in plaats van ze te gebruiken in de restaurantkeuken, keek hij ons aan alsof we in ‘SOS Piet’ zaten.’ En, wat hebben ze die dag geleerd? ‘Het was zijn idee om microkruiden te gaan kweken. Om in het restaurantconcept Afrikaanse, Belgische en Italiaanse elementen te mixen. Om naast de springbokfilet ook verfijnde groentemenu’s te serveren. En om onze dieren nose-to-tail te verwerken.’
Als de Belgische chef vandaag de Laluka Farm bezoekt, krijgt hij volgens Didier Eeman kippenvel. Die volledig biologische boerderij geeft intussen werk aan zeven vaste medewerkers en een hele rist dagwerkers uit het naburige stadje Vaalwater, onder leiding van Simon en een Zuid-Afrikaanse boerderijmanager. De groenten en kruiden, de zuivel, het vlees, de honing, confituur, koekjes en het brood worden niet alleen geleverd aan de Laluka Lodge, maar ook al aan negen andere lodges in de buurt. ‘En onze logees kunnen bij hun vertrek een box met Laluka-producten bestellen. Origineler dan de typische safarisouvenirs.’
Experiences à gogo
Laluka is in nog wel meer opzichten origineler dan de doorsnee safaribestemming. ‘We hebben máár zes suites’, zegt Didier Eeman. ‘Noem dit dus a.u.b. geen hotel.’ De ‘experiences’ die Laluka aanbiedt, zijn – óók anders dan in andere lodges – allemaal in de prijs inbegrepen. Een avonddiner met vrienden in de boma (een cirkelvormige witte zandplek rond het vuur)? Check! Een sundowner-aperitief na een avondsafari? Check! Een brunchtafeltje voor twee met gesteven wit tafelkleed én personal chef op een open plek aan een rotsachtig beekje? Check! Een nacht in een tent in de savanne met een ranger die de wacht houdt? Check! En natuurlijk de onvermijdelijke gamedrives en bushwalks.
En zo’n bushwalk: dat is wat ik op mijn laatste ochtend wil doen. Samen met mijn gids Christian. Maar zonder 4x4 deze keer. ‘Als je wegvlucht van een leeuw, heb je nul procent overlevingskans. Als je roerloos blijft staan, heb je vijftig procent kans om je date te kunnen navertellen.’ Christians introotje schudt me abrupt wakker. Zodra je het beschermende omhulsel van de 4x4 achter je laat, word je in de bush een dier tussen alle andere. Kwetsbaar, maar merkwaardigerwijs ook levendiger dan ooit. Elk van je zintuigen staat op scherp, klaar om elke kleine beweging op te merken – het kan letterlijk het verschil betekenen tussen leven en een nogal vervelende dood.
‘Bukken, en snel!’
Wat in ieder geval snel duidelijk wordt tijdens onze ochtendlijke walk: de bush mag dan al vol sporen zijn van hordes dieren, veel van de wezens die we tegenkomen, zoeken hun voedsel in hun eentje: een gnoe die graast, een wrattenzwijn dat in de aarde wroet, een ‘blessbok’ – een soort antilope – op zoek naar een groen blaadje. Maar dan komen op zo’n driehonderd meter van ons opeens vijf enorme witte neushoorns uit de struiken tevoorschijn. De prehistorisch uitziende wezens zwaaien hun enorme kop heen en weer terwijl ze kauwen. ‘Bukken, en snel!’, gebiedt Christian. We sluipen naderbij. Stap voor stap. Tot ze nog zo’n 75 meter van ons verwijderd zijn.
De enorme romp van de dieren, de sensatie om ze te naderen, van nooit helemaal te weten of hun grote kop onze geur zal opvangen: dat alles maakt de ervaring onvergetelijk. Hoe verschrikkelijk is het dat deze vijftig miljoen jaar oude soort zo routinematig en bruut wordt afgeslacht omwille van de keratine in hun hoorns, en daardoor met uitroeiing bedreigd wordt? Niet in Welgevonden, gelukkig maar. Hier is het van 2017 geleden dat er nog een rhino werd gedood. ‘Zodra je een neushoorn op zijn rechtmatige plaats hebt gezien, weet je dat geen enkel Afrikaans landschap nog compleet zal zijn zonder’, zegt Didier Eeman als we terug zijn in de lodge. En hij voegt eraan toe dat hij al heel wat – anders onverschrokken – mannen en vrouwen een traan heeft zien wegpinken bij de eerste aanblik van zo’n groep giganten. ‘Ze konden zich niet inbeelden dat de wereld nog zulke wonderen bevatte.’ Er is geen twijfel mogelijk: Laluka maakt mensen écht wel wijzer.