Balenciaga-expo in Den Haag | De man die het silhouet van de vrouw radicaal veranderde
De expo ‘Balenciaga – Meesterlijk zwart’ opent op 24 september in Den Haag. Maar wie was Cristóbal Balenciaga? En zal ook de volgende generatie het merk blijven volgen?
Op het einde van de expo ‘Balenciaga – Meesterlijk zwart’ krijg je een film te zien van het couturedefilé van Balenciaga van afgelopen zomer. Creatief directeur Demna Gvasalia liet voor die show de crème de la crème van de internationale entertainmentwereld als model overvliegen: Nicole Kidman, Kim Kardashian én Dua Lipa. A-listers met een gouden randje en een diamanten boord, wat hun wereldpopulariteit betreft.
Daarmee knoopt Gvasalia aan bij de Balenciaga-traditie. Het kleden van de beau monde loopt immers als een rode draad door het merk én het leven van zijn oprichter, Cristóbal Balenciaga. De moeder van Cristóbal was naaister en had klanten in prominente kringen. Zelf kon de twaalfjarige Cristóbal in de leer gaan bij een kleermaker in San Sebastian, omdat hij werd gesteund door de markiezin van Casa Torres. Toen hij daar in 1917 zijn eerste modehuis opende, waren zijn ontwerpen al erg geliefd bij de Spaanse koninklijke familie en bij modieuze leden van de aristocratie.
Advertentie
Advertentie
Later, tijdens zijn hoogdagen in de jaren 1950 en 1960 in Parijs, kleedde hij vooral Hollywoodactrices. Ava Gardner en mode-icoon Gloria Guinness waren topklanten, evenals de hertogin van Windsor en Pauline de Rothschild. Ook koningin Fabiola bestelde in 1960 haar trouwjurk bij haar landgenoot.
Al deze vrouwen waardeerden de discrete, maar o zo belangrijke accenten in zijn kleding: kragen die van het sleutelbeen af stonden om hen een zwaanachtig uiterlijk te geven en verkorte mouwen om beter met sieraden te kunnen pronken. Allemaal details die hun schoonheid opwaardeerden.
Mona von Bismarck, een van ‘s werelds rijkste vrouwen, was zelfs zo dol op zijn ontwerpen dat ze letterlijk álles bij hem bestelde, van baljurken tot tuinbroeken. Toen Balenciaga zijn modehuis in 1968 opdoekte, schokte dat nieuws haar zozeer dat ze zichzelf drie dagen lang in haar kamer opsloot.
Van meester tot god
Wie in Den Haag op de expo ‘Balenciaga – Meesterlijk zwart’ rondloopt, begrijpt meteen waarom Balenciaga (1895-1972) ook door zijn collega’s zo op handen werd gedragen. Christian Dior noemde hem ‘De meester van ons allemaal’. Coco Chanel zei: ‘Cristóbal was de enige couturier in de echte zin van het woord’. Hubert de Givenchy beweerde: ‘Je hebt God, en je hebt Balenciaga’.
Advertentie
Advertentie
De adoratie voor Cristóbal in de modewereld blijft, zelfs decennia na ’s mans dood. Wie in modekringen de naam Cristóbal Balenciaga in de mond neemt, doet dat niet zelden half fluisterend, met een bezwerende traagheid en met een minuscuul zijwaarts knikje van het hoofd. Om maar te zeggen: Cristóbal Balenciaga heeft er de status van een heilige.
Dat komt niet alleen omdat Balenciaga werd gezien als een modevernieuwer: hij veranderde radicaal het modieuze silhouet van de vrouw in het midden van de twintigste eeuw.
Hij werkte ook op een heel atypische manier. In tegenstelling tot veel andere couturiers was Balenciaga bijvoorbeeld in staat om zijn eigen ‘toiles’ (basisontwerpen) te draperen, te snijden, aan te passen en met de hand te naaien. Opmerkelijk was dat Balenciaga die proefstukken in zwarte stof maakte, omdat je de vorm dan beter zag. Niemand anders deed dat. Enkele van die toiles zijn ook te zien in de zestien zalen van het Kunstmuseum in Den Haag, net zoals meer dan honderd modesilhouetten, die zijn tentoongesteld als sculpturen.
Nooit eerder gezien
Cristóbal Balenciaga werd in 1895 geboren in Getaria, een klein vissersdorp in het Spaanse Baskenland. Toen in de jaren 1930 in Spanje de burgeroorlog losbarstte, verhuisde hij zijn activiteiten naar Parijs. In augustus 1937 gaf hij zijn eerste defilé in de salons van zijn splinternieuwe couturehuis aan de avenue George V. Balenciaga werd al gauw in de Franse pers, Vogue op kop, geprezen als een revolutionaire couturier. De celebs uit die tijd vochten om toegang te krijgen tot zijn presentaties.
In de naoorlogse jaren werden Balenciaga’s ontwerpen complexer en sculpturaler. En hoe ouder hij werd, hoe gedurfder zijn mode. Hij provoceerde met het silhouet dat hij creëerde, omdat het radicaal anders was dan de populaire zandlopervorm die Christian Dior promootte met zijn ‘new look’. Balenciaga vond de ingesnoerde taille van Dior maar niks. Zijn focus lag op de ruimte tussen lichaam en stof, die aan een vrouw een maximale elegantie kon geven, ook al had ze het perfecte lichaam niet. In de jaren 1950 bedacht hij vormen die nooit eerder gezien waren: het ballonjasje, de babydolljurk, een coconjas en een ballonrok. Met zijn ‘sack dress’ en de ‘chemise’ liet hij de taille helemaal weg.
Mei 1968
Balenciaga werd in Parijs niet alleen de hemel in geprezen, ook zakelijk werd hij alom bewonderd. Zijn couturehuis haalde in de jaren 1960 de hoogste inkomsten van alle Parijse modehuizen. Curieus feit: Cristóbals mode was officieel geen ‘haute couture’, maar het equivalent van ‘méthode champenoise’, omdat hij in ruzie lag met de ‘Chambre syndicale de la Haute Couture Parisienne’ – hun regels waren volgens hem te streng.
Balenciaga hield ook van onconventionele materialen. Samen met het Zwitserse stoffenhuis Abraham ontwikkelde hij een soort zijde, ideaal voor zijn architecturale en volumineuze ontwerpen: ‘gazar’.
Ook voor de rijkelijke details waarvan hij sommige van zijn avondjurken voorzag, was Balenciaga uniek. Zijn inspiratie daarvoor haalde hij niet zelden uit de Spaanse folklore, uit historische kostuums en uit schilderijen van Velázquez, De Zurbarán, Goya en El Greco.
Tijdens de jaren 1960 bleef Balenciaga collecties tonen van een ongeëvenaarde techniek en esthetiek. Maar toen de wereld zoals hij die kende met de revolutie in Parijs in mei 1968 op z’n kop kwam te staan, had Cristóbal Balenciaga er ineens genoeg van. De vulgarisering van de mode en van de wereld werd de streng katholieke man, die altijd in sacrale stilte werkte en de wereld liever in een vaste sociale structuur zag, stilaan te veel. In 1968 sloot hij zijn couturehuis en trok zich ontgoocheld terug in zijn huis in Valencia. Balenciaga overleed er vier jaar later.
Na zijn dood verkochten zijn neven de naam en de licenties van het modehuis in 1978 aan Hoechst, het chemisch bedrijf dat ook de Balenciaga-parfums produceerde. Nieuwe kledingcollecties bleven uit.
Dat Balenciaga zoveel succes kent, bewijst dat mensen nog steeds vernieuwing willen en geen herkauwde versies van vroeger.
Prins Demna
Pas in 1986 – na de nodige eigenaarswissels – werd er weer een designer aangesteld. Maar de eerste wederopstanding kwam er pas echt in 1995 met de jonge ontwerper Nicholas Ghesquière, half Belg, half Fransman: hij maakte Balenciaga opnieuw relevant in de modewereld én zorgde voor inkomsten, dankzij zijn razend populaire ‘Motorcycle Bag’.
In 2001 werd het huis overgenomen door de Gucci Group, die daarna op haar beurt werd ingelijfd bij de Kering Group van François-Henri Pinault. Die vond dat het dringend tijd werd voor verandering.
Demna Gvasalia, afkomstig uit Georgië, studeerde af in Antwerpen aan de Modeacademie. Hij woonde al een tijdlang in Parijs, waar hij werkte voor Maison Martin Margiela en vervolgens voor Louis Vuitton. Als zijbaantje had hij, samen met een collectief van bevriende ontwerpers, zijn eigen low fi-merk Vetements. Snuggere headhunters bij Kering deden er niet lang over om zijn talent te spotten toen Vetements de ‘talk of tinseltown’ werd. Zijn opdracht: zich met volle overgave storten op de erfenis van Cristóbal.
Helemaal uit de haak
Meteen begon Gvasalia het DNA van het merk te bestuderen. Hij maakte zich de principes in coupe en techniek van meester Cristóbal Balenciaga eigen en bleek al snel in staat om ook diens plechtige spirit van vroeger naar iets anders te vertalen: als het silhouet niet ellen te groot is, is het achterstevoren of helemaal uit de haak. Precies zoals Cristóbal Balenciaga het ook deed, is het de ruimte tussen lichaam en stof waarmee hij speelt.
Gvasalia interpreteert Balenciaga’s ideeën met moderne stoffen en technieken. Hij transponeert vormen voorbij deze tijd, de toekomst in. De sculpturale envelopjurk van Cristobal Balenciaga vertaalt hij bijvoorbeeld naar een hardroze jurk in technische stof met een soort rugvin.
Vaak balanceert hij op het randje van de goede smaak: Crocs op hoge hakken, Buffalo-achtige schoenen met new beatachtige metalen plaatjes. Hij drijft de logomania op naar een metalevel, zodat het weer artistiek wordt.
Gvasalia’s spectaculaire revitalisering van Balenciaga katapulteerde het huis in een paar jaar tijd naar de top van de modewereld, precies waar Cristóbal Balenciaga zo’n dertig jaar lang had getroond. Dat het storm loopt voor alles wat de naam Balenciaga draagt, is daarvan het resultaat. De massaal gekochte luxestreetwear van Balenciaga, van ‘Triple S’-sneakers tot baseballcaps: alle zijn ze verantwoordelijk voor de torenhoge omzet. De handtassen van Balenciaga, door kenners ook wel ‘B Bags’ genoemd, zijn al even gewild, met de ‘Hourglass Bag’ (2019) als nieuw populair paradepaard.
De laatste stap voor Balenciaga was de investering in een coutureafdeling en -ateliers, waar alles nog altijd op maat van één specifiek lichaam wordt ontworpen en helemaal met de hand wordt gemaakt uit de duurste materialen. Meer ‘upmarket’ wordt het niet.
Dat er overigens geen spatje oubolligheid aan Gvasalia’s haute couture is, bewijst de rijzende vraag naar de handtassen/speakers uit de jongste show, ontworpen naar de vorm van de ‘Hourglass Bag’ en uitgerust met technologie van Bang & Olufsen. Ook de vreemde rubberen Space-pumps waarop de modellen liepen, blijken dé hit van het moment, hoe onelegant ze er ook mogen uitzien. Als het van Gvasalia en Balenciaga afhangt, dan is de toekomst nú.
Laat het misschien een les zijn voor investeerders die liever het veilige pad kiezen: de kracht van artistiek subversief talent is groter dan welk algoritme de zoekmachines ook mogen voorschrijven, op basis van bestaande hits. Dat het merk Balenciaga zoveel succes kent, is het grootste bewijs dat mensen nog steeds vernieuwing willen en geen herkauwde versies van wat vroeger goed verkocht. Dat is namelijk de impasse waarin veel modemerken van vandaag blijven zitten. François-Henri Pinault, zelf verzamelaar van hedendaagse kunst, weet het als geen ander.