In 'Kennis van maken' geven we het woord aan makers die het gemaakt hebben. Deze week: de Zwitserse paardenhaarmatrassenmaker Daniel Heer (46) over ‘Emily in Paris’, luxe in 1907 en een gebroken vinger.
Hoe maakt u het? ‘Goed, behalve dan dat ik deze zomer mijn vinger brak tijdens een wandeling in de Zwitserse Alpen. Ik kan dus op dit ogenblik geen matrassen maken. Om me te helpen, zijn mijn ouders uit Zwitserland overgekomen naar mijn Berlijnse atelier om de huidige bestellingen af te werken. We zijn al sinds 1907 een familiebedrijf. Hoe we vandaag matrassen met de hand stikken, is niet anders dan toen mijn overgrootvader ze maakte. Behalve dat mensen toen geen kingsize bedden hadden. Ik slaap zelf op de matras die mijn grootvader in de jaren 1950 heeft gemaakt. Om de 20 jaar moet je zo’n matras refurbishen. Niet om de paardenvezels te vervangen, wel om dat haar te laten ademen in de buitenlucht. Met dat oude paardenhaar kun je perfect een nieuwe matras vullen. Het kan oneindig worden hergebruikt.’
Heb je het gemaakt in het leven? ‘Dat is een work in progress, vrees ik. Ik sta op de schouders van mijn voorouders. Ik leerde het ambacht van hen, ik heb nooit iets anders gedaan in mijn leven. Het is niet dat ik ons product wil heruitvinden, ik wil vooral ons craftsmanship verder verfijnen. Vroeger was het helemaal normaal om een paardenhaarmatras te hebben. Wat in overgrootvaders tijd een evidentie was, krijgt nu het etiket ecologisch en duurzaam. Ik vraag me soms af: hoe kan iets dat zo utilitair is na verloop van tijd een luxeproduct worden, ook al is er niks aan veranderd?’
‘In één matras zit het gesponnen haar van 43 paarden.’
Waar maakte je een potje van? ‘Van het ijsje dat ik probeerde te eten bij 35 °C, terwijl ik een gebroken vinger had.’
Waar maak je je zorgen over? ‘Hoe ik zaken eenvoudig kan houden in een steeds ingewikkeldere wereld. Mensen weten almaar minder hoe zaken worden vervaardigd. We zijn de voeling met de artisanale productie verloren, er zijn te veel tussenschakels in de productieketen. Hoe vaak heb je nog een directe uitwisseling met een maker? We zijn een uitstervend ras: in Europa zijn er nog maar een paar traditionele makers van paardenhaarmatrassen. En bijna allemaal zijn het zestigplussers. Pas op: makers worden de jongste jaren nogal gemakkelijk gefetisjeerd. Daar ben ik wat allergisch voor. We zijn geen helden die levens redden of problemen oplossen. Het enige wat ik kan: een goeie matras maken.’
Wat maakt je dag? ‘Een goede nacht. Ik kan gelukkig bijna overal slapen. Slapen is een evidentie, maar tegelijk ook erg moeilijk. De nacht is niet passief, maar actief. Mensen bedenken van alles om beter te kunnen slapen. Maar slapen is iets heel persoonlijks. Uiteindelijk moet je het zelf doen.’
Hoe maak je het verschil? ‘Een matras is 100 procent handwerk, gemaakt in ons familieatelier. We doen hier alles, van a tot z. Ruim vijf dagen kost het om één matras te vervaardigen, dus we kunnen er ongeveer vier per maand maken. Grotere aantallen zijn gewoon niet haalbaar. Er zal nooit massaproductie zijn. In één matras zit het gesponnen haar van 43 paardenstaarten. Het paardenhaar komt van een spinnerij in Zwitserland, waar mijn overgrootvader indertijd al mee samenwerkte. Het is een magisch natuurproduct, gesponnen tot vezels van 25 centimeter lang. Het ademt, absorbeert vocht en is antiseptisch. Ik heb nog geen enkel ander materiaal gevonden met betere eigenschappen.’
Waar moet je dringend werk van maken? ‘Leren om rustig te blijven nu mijn vinger gebroken is. De kunst van het rusten hoort onlosmakelijk bij de kunst van het werken. Rust is ons werk. Onze matrassen zijn niet gemaakt om mooi te zijn, ze zijn gemaakt om te performen: hun stresstest is de nacht. Vandaar dat we ook slaapplekken openen, zodat gasten op onze matrassen kunnen slapen. In Berlijn hebben we de Schöneberger Zimmer: een guestroom boven het bel-etageappartement waar we de matrassen maken. Gasten kunnen binnenkijken in het atelier en zien hoe we te werk gaan. Ze worden deel van het proces. In plaats van mijn uitleg te doen over het product, kunnen ze het live zien maken én erop slapen. Ook in Parijs hebben we op de zesde etage van een appartementsgebouw een minimalistisch eenkamerappartementje waar je kunt overnachten op een van onze matrassen. En we willen ook graag in Antwerpen zo’n slaapplek openen.’
Wat is er momenteel in de maak? ‘We zijn bezig met kussens voor daybeds, bestemd voor een creatief bureau in Berlijn. We zullen die kussens opnieuw bekleden met stof en de vulling hergebruiken. Ik kreeg recent ook telefoon van Markus Odermatt, de gerant van Villa Feltrinelli, een vijfsterrenhotel aan het Gardameer en een plek waar de Italiaanse dictator Benito Mussolini blijkbaar nog heeft gewoond. Odermatt bleek afkomstig van hetzelfde dorpje in Zwitserland als ik. En zijn grootvader had ooit een paardenhaarmatras besteld bij mijn grootvader. Hij zei dat hij alle luxematrassen, van V-Spring tot Hästens, al had getest. Maar hij wilde voor zijn hotel het verhaal van zijn en mijn grootvader voortzetten. Hij bestelde al twee matrassen, een voor zichzelf en een voor zijn zoon. Hij wil het hotel nu heruitvinden, dus brainstormden we over een slaapzaal met onze matrassen. Zoals een jeugdherberg, maar dan premium.’
Wat maakt je boos? ‘De tv-reeks ‘Emily in Paris’. Ik hou niet zo van de overdreven decoratieve decors die erin voorkomen. Geef mij maar een minimalistische esthetiek. Mijn Berlijnse kant zeker?’
Heer en meester
Daniel Heer woont en werkt in Berlijn, waar je zijn atelier kunt bezoeken en kunt overnachten in zijn guestroom, op een van zijn handgemaakte paardenhaarmatrassen. In België heeft Heer een partnership met interieurarchitect Gert Voorjans en met de conceptstore Graanmarkt 13, beide in Antwerpen. Dankzij Voorjans kon je de Zwitser dit jaar zelfs live een paardenhaarmatras zien maken op Collectible, de Brusselse beurs voor hedendaags collectible design. ‘Paardenhaar is soepel en ademend: in de winter voelt het warm aan, in de zomer koel’, zegt Heer. ‘Het haar komt uitsluitend van de staart van paarden. We kopen het aan bij de Toggenburger & Co.-spinnerij in Zwitserland, waar men het eerst kookt in natuurlijke zeep, droogt en daarna spint tot fijne strengen.’