De eerste Brusselse veiling van het Franse huis Piasa vindt op 26 juni plaats in La Patinoire Royale. Zowel het gebouw als de scenografie is van de hand van Pierre Yovanovitch. Sabato mocht binnenkijken in het nieuwste gesamtkunstwerk in Brussel van de Parijse interieurarchitect: een herenhuis vol kunst, kleur en gesofisticeerd craftmanship.
Pierre Yovanovitch is geen onbekende in Brussel. In 2015 transformeerde de Franse topinterieurarchitect La Patinoire Royale tot de grootste kunstgalerie van het land. Ook het Parijse veilinghuis Piasa vond zijn weg naar La Patinoire Royale: voortaan wil het drie keer per jaar een veiling organiseren. De eerste veiling van Scandinavisch, Braziliaans en Amerikaans design en Venetiaans glaswerk wordt een weerzien voor Yovanovitch en zijn team: zij ontwierpen de scenografie voor de kijkdagen. 'Het is tijdelijke architectuur die impact moet creëren', zegt de Parijse interieurarchitect. 'We konden theatraler, speelser en gewaagder ontwerpen dan voor een privéwoning.'
Monumentale traphal
Gewaagd en theatraal is nochtans wél deze Brusselse privéwoning die Yovanovitch recentelijk aanpakte. Behalve de beschermde façade met rondbogen liet hij niets heel van de laat-19de-eeuwse architectuur. 'Zelfs de achtergevel lieten we niet staan. Het huis had bitter weinig bijzondere authentieke architecturale elementen. Het was in de loop der jaren meermaals verbouwd. De jongste keer zelfs tot kantoren.'
Yovanovitch' grootste transformatie is meteen ook zijn meest iconische: het trappenhuis. De Parisien tekende een monumentale traphal die als een vloeiend couturekleed is gedrapeerd langs alle verdiepingen. De link met het New Yorkse Guggenheim-museum is gauw gelegd. 'De traphal is voor mij een getheatraliseerd volume. De sculptuur van Alexander Calder die er nu hangt, kocht de eigenaar speciaal voor de ruimte. De architectuur inspireerde hem voor de speelse mobile, die dartelt in de vide.'
Kroon op het trapwerk is het grafische glasraam, dat speelse kleurplassen tot diep in de woning projecteert. 'De vroegere trap liep zelfs niet tot aan de bovenverdieping. Nu is de traphal de wervelkolom van de woning', zegt Yovanovitch. 'Hij sluist zenitaal zonlicht door naar alle niveaus.' Nooit eerder was het herenhuis zo verlicht en baadde het interieur in zoveel luxe.
Typisch Brussel
Behalve de beschermde façade liet Yovanovitch niets heel van het 19de-eeuwse herenhuis. Zelfs de achtergevel sneuvelde.
'Zelfs de deurknoppen zijn op maat ontworpen', zegt Yovanovitch. 'Alles is tot in de kleinste details uitgewerkt. Het resultaat neigt naar een gesamtkunstwerk à la Adolf Loos en de Wiener Werkstätte. Al zijn de vintage interieurelementen uiteraard niet door mij ontworpen, alleen door mij gekozen.' De Fransman selecteerde 20ste-eeuws design van minder evidente namen als Axel Einar Hjorth, Paavo Tynell, Viggo Boesen en Svend Aage Holm Sørensen. Die combineerde hij met eigen meubelontwerpen en handgemaakte pièces uniques.
'Het huis is heel erg Brussels, vind ik. Neem nu de hall, met die typische oude terrazzo- en mozaïekvloer. Ook de volumes zijn kenmerkend voor Brussel. Voor ons, Parisiens, zijn zulke grote woningen ongewoon. Omdat ruimte schaars en duur is, zijn dit soort huizen bij ons meestal opgedeeld in appartementen.'
Meubilair, sculptuur en kunst
Voor Yovanovitch is het Brusselse huis een belangrijke realisatie. De eigenaars - een Belgische zakenman en een mecenas, actief in Zuidoost-Azië - pushten hem tot het uiterste. Zowel qua niveau van detaillering, materiaalkeuze als kleurgebruik. Naar Yovanovitch' normen is er opvallend veel kleur. 'Ik wil mezelf blijven uitdagen en vooral niet in herhaling vallen', zegt hij. 'Kleur duikt steeds nadrukkelijker op in mijn werk. Ik amuseer me er enorm mee.'
De kleuren verraden misschien ook dat Yovanovitch geen zin had om deze woning als blanco canvas te ontwerpen voor de indrukwekkende kunstcollectie van de eigenaars. Frida Kahlo, Stephan Balkenhol, Alberto Giacometti, Philippe Hiquily, David Altmejd, Henry Moore, Jonathan Horowitz: hun werken zijn stuk voor stuk sterke persoonlijkheden die nu bijna achteloos in het interieur opduiken. Ze blenden met de architectuur en de interieurkleuren, ze slorpen niet alle aandacht op. 'We hebben eerst de architectuur ontworpen. En de kunstwerken hebben daarna op een natuurlijke manier hun plek erin gevonden. Dit huis mocht echt geen museum worden.
De rijkdom van dit project is net de naadloze integratie van de verschillende collecties: meubilair, sculptuur en kunst', zegt Yovanovitch. 'De nissen, schouwen en rondbogen die we voorzagen, stellen zich gastvrij op voor kunst. Net zoals het huis ontvankelijk is voor gasten. Die convivialiteit op alle niveaus is essentieel voor dit project. Het is ook typisch Belgisch, vind ik. In Parijs missen we die spirit toch.'
Beste ambachtslui
Wat wél typisch Frans is, is het niveau van het handwerk. 'Het zit in onze cultuurgeschiedenis gebakken om interieurdetails door de beste ambachtslui te laten uitvoeren. We hebben dat ambacht nog in de vingers. Met hun traditionele skills in hout, natuursteen of metaalbewerking weten zij van een interieur een pièce unique te maken', zegt Yovanovitch.
'Voor dit huis zijn veel elementen speciaal ontworpen en met de hand gemaakt. Ik ben niet vies van industriële productie of van zogenaamde woonmachines. Maar met handwerk van topniveau geef je een interieur een gesofisticeerdheid die je nooit machinaal kan evenaren. Je voelt de hand van de mens erin. En die blijft altijd de protagonist in de woning, hoeveel kunst er ook hangt.'
Piasa-veiling
Pierre Yovanovitch selecteerde zijn drie coups de coeur op de eerste Brusselse Piasa-veiling, waarvan hij de scenografie verzorgt. De Piasa-veiling vindt plaats op 26 juni in La Patinoire Royale, Brussel. De kijkdagen lopen van 22 tot en met 26 juni. www.piasa.fr