Ze zijn innovatief, duurzaam en simpelweg oogstrelend: deze designobjecten hebben voedselresten als basisingrediënt.
Keramiek van melk
Ontworpen door: Ekaterina Semenova, een Russische ontwerpster die in Amsterdam woont en werkt. Drie jaar geleden studeerde ze af aan de Design Academy Eindhoven na een uitgebreide stage bij Ikea. Dit experiment met melk is eenuitloper van haar eindwerk.
Culinair ingrediënt: magere, halfvolle en volle melk. Met haar keramiek wil Semenova het respect voor melk als ingrediënt opnieuw opkrikken.
‘Ik heb het gevoel dat de industrialisatie van de melkproductie en de daaropvolgende prijsdalingen het imago van het natuurlijke product erg beschadigd hebben. Melk wordt als voor de hand liggend beschouwd, terwijl het eigenlijk een kostbaar goed is’, aldus de ontwerpster.
Het resultaat: een keramiekcollectie met een glazuurlaagje in melk. Semenova experimenteerde eerst met melkoverschotten van gezinnen in haar omgeving.
‘Ik ontdekte dat de kleur van het glazuur verschilt naargelang het vet- en suikergehalte van de melk. De suikers in de melkkaramelliseren tijdens het bakken van de keramiek: hoe meer suiker, hoe donkerder het glazuur wordt.’
Door verschillende soorten melk en verschillende baktijden te gebruiken, verkreeg Semenova verschillende tinten. De poriën van het aardewerk nemen de melk ook echt op: ze vormt geen laagje op de keramiek, maar dringt volledig in het object door. ‘Dat maakt het aardewerk niet alleen mooier, maar ook duurzamer, en volledig waterproof.’
Het Care for Milk-project werd dit jaar voorgesteld tijdens de designweek in Milaan, als onderdeel van het Nederlandse architectuurplatform Het Nieuwe Instituut. Semenova biedt het servies te koop aan via haar website.
Bureau van veenbessen
Ontworpen door: Nathalie Van Reeth, voor kantoorspecialist Bulo. Het was het onderzoeksteam van Bulo dat op een beurs in contact kwam met een revolutionair materiaal en in de ontwerpen van Van Reeth de ideale vormentaal zag om ermee te experimenteren.
‘Ik was meteen gewonnen voor het idee om met een ecologisch product te werken. Maar ik zag wel nauw toe op het esthetische. Duurzaamheid mag niet inboeten op schoonheid’, aldus Nathalie Van Reeth.
Culinair ingrediënt: het restmateriaal van de verwerking van veenbessen in voedingsmiddelen.
Het resultaat: een collectie kantoormeubelen, waarvan sommige een tafelblad uit afval van veenbessen hebben. Zeno Aerts, productdesigner bij Bulo, legt uit: ‘Het materiaal hebben we ontdekt bij een Belgische start-up die overschotten uit de voedselproductie ophaalt en gaat mengen met biohars. Zo krijg je een vloeibare massa die je kan gieten voor verschillende toepassingen: vloeren, werkbladen en tafeloppervlakken bijvoorbeeld. De veenbessen zorgen niet alleen voor een dieprode kleur, ze binden de vloeistof en dragen zo bij tot de stevigheid van het materiaal.’
Voorlopig moeten de tafelbladen een voor een gegoten worden, in een mal. Dat is heel arbeidsintensief en dus duur. ‘Wij volgen de ontwikkelingen op de voet.
Het is de bedoeling om het proces zoveel mogelijk te industrialiseren, zodat we ‘platen’ uit voedselresten krijgen. Als we dat duurzame materiaal in onze andere collecties kunnen gebruiken, wordt het nog interessanter.’
Trouwens: niet alleen overschotten van veenbessen komen in aanmerking om tot bureautafel verwerkt te worden. Dezelfde start-up experimenteert ook met koffie, bosbessen, mais, kokos en frambozen. ‘De kans dat je een van die voedingswaren in onze toekomstige collectiestegenkomt, is zeer reëel’, aldus Aerts.
Meubelcollectie van schelpen
Ontworpen door: de Britse ontwerpster Bethan Gray en Nature Squared, dat unieke materialen op basis van natuurlijke producten maakt. Bethan Gray staat in het Verenigd Koninkrijk vooral bekend om haar luxueus meubilair in marmer, velours en messing. Ze werkt samen met gerenommeerde retailketens als John Lewis & Partners en Anthropologie.
Culinair ingrediënt: afval van zeevruchten,zoals venus- en sint-jakobsschelpen.
Het resultaat: een collectie van tien pronkstukken, met een loungestoel, tafels en een ladekast, en accessoires zoals boekensteunen, presse-papiers en stolpen. ‘De kleuren die ik gebruik, zijn altijd geïnspireerd op de natuur’, aldus Gray, die de schelpresten overgiet met zwarte hars.
‘Dankzij het iriserende karakter van schelpen krijg je een bijzonder chique uitstraling.’ Doorheen het hars zijn nog duidelijk de contouren van de schalen zichtbaar, maar dat is uiteraard de bedoeling.
Nature Squared koopt zijn schelpen rechtstreeks van vissers in de Filipijnen, die de zeevruchten in blik stoppen. De omhulsels werden weggegooid, tot het Londense bedrijf die begon te verwerken tot hoogwaardige materialen voor de inrichting van luxejachten en privéjets. Nature Squared en Bethan Gray werken vanuit hetzelfde gebouw in Londen en raakten bij toeval aan de praat over een gezamenlijke collectie.
Lampen van rodekool
Ontworpen door: de Londense Nir Meiri Design Studio, in samenwerking met de Indiase ontwerpster Vaidehi Thakkar. Die laatste gaf de vormelijke input, Nir Meiri experimenteerde met het materiaal.
De van oorsprong Israëlische Meiri staat erom bekend weinig alledaagse materialen te hanteren. Zo maakte hij in 2013 al eens een lamp uit zeewier. Meiri wordt vertegenwoordigd door gerenommeerde galeries als Nilufar en Rossana Orlandi in Milaan.
Culinair ingrediënt: rodekool, versneden in flinterdunne laagjes.
Het resultaat: een bijzonder organisch ogende lampenkap waar het licht gedempt doorheen valt, afhankelijk van de dikte van de koollaag. ‘Het proces begint met de selectie van de mooiste koolbladeren’, aldus Nir Meiri. Die worden vervolgens in een organische lijm gedrenkt en behandeld zodat ze niet langer vatbaar zijn voor zwammeninfecties. ‘De bladeren worden daarna in een vormgesculpteerd en volledig gedroogd.’
Tijdens dat droogproces ontstaan hier en daar oneffenheden in het oppervlak, maar daar wordt niets aan gecorrigeerd. Ook de randen van de koolbladeren worden niet behandeld. Daardoor is het meteen duidelijk dat de Veggie Lights geen doordeweekse lampen zijn.
‘Het was net onze bedoeling de schoonheid van de nerven van de rodekool zo zichtbaar mogelijk te maken’, aldus Meiri. Waar het blad een kromming maakt of overlapt met een ander blad, wordt het licht feller gedimd dan op andere plaatsen. Daardoor ontstaat een diffuus licht dat vooral dienstdoet als sfeerlicht.