Precies drie jaar nadat de laatste Habitat-winkel in ons land de deuren sloot, is de bekende interieurketen terug. Kersvers creatief directeur Franck Galibert vertelt over de nieuwe wind in zijn imperium.
‘Onze manier van wonen staat voor een gigantische transformatie. Het is tijd om back to basics te gaan.’Franck Galibert
‘Voor mij is dit - los van het menselijke leed - een heerlijke periode’, verzucht Franck Galibert (46) vanuit het Habitat-hoofdkwartier in Parijs. ‘Ik heb de afgelopen weken de volledige collectie kunnen herbekijken, daar had ik tot nog toe geen tijd voor gehad.’
Galibert werd immers pas vorig jaar bij Habitat binnengehaald om een nieuwe wind door de collectie te laten waaien. Daarvoor werkte hij als creatief directeur bij het Belgische interieurbedrijf Pomax. ‘Ik heb vier jaar in Brussel en vier jaar in Antwerpen gewoond’, vertelt hij. ‘En eerlijk gezegd beviel me dat beter dan het leven in een grootstad als Parijs. Ik heb vorig seizoen zelfs een collectie aan Antwerpen gewijd.’
Dat Galibert vandaag niet in Londen werkt - waar Habitat in 1964 door Sir Terence Conran werd opgericht - dankt hij aan de Franse Cafom-groep, die Habitat in 2011 opkocht. Nu ja, niet het volledige imperium, want de Britse winkels behoren tot de eveneens Britse Sainsbury’s-groep.
‘Het is een ingewikkelde historie’, aldus Galibert. ‘Cafom is de eigenaar van de naam en het merk Habitat. Alles wat dus in de Britse winkels terechtkomt, moet onze goedkeuring krijgen.’ Alle andere winkels, van Spanje en Zwitserland tot Thailand en Turkije, zijn wel in handen van Cafom, al gaat het in de meeste gevallen om franchises. Een systeem met voor-, maar ook nadelen. Zo leidde onenigheid tussen Cafom en de Belgische franchisehouder in 2017 tot de sluiting van de Belgische Habitat-winkels.
Belgische webshop
‘Habitat had niet echt een eigen smoel, een eigen stijl. Het is mijn missie om daarvoor te zorgen.’Franck Galibert
‘Uiteraard is de Belgische webshop een eerste stap in de richting van nieuwe fysieke Habitat-winkels. Belgen zijn designliefhebbers met een goede smaak, dus ben ik blij dat we hier opnieuw kunnen landen’, aldus Galibert, die er prat op gaat dat er een groot verschil is tussen het Habitat van 2017 en het bedrijf anno 2020.
‘Habitat had niet echt een eigen smoel, een eigen stijl. Het is mijn missie om daarvoor te zorgen. Ik ben begonnen met een bezoek aan alle producenten, zowel lokale producenten als onze partners in India, China, Vietnam en Thailand. Ik stond versteld van het vakmanschap dat ik daar heb mogen aanschouwen. Het is een van de drie pijlers waarrond ik de Habitat-collectie heb opgebouwd, samen met aandacht voor kleur en materiaal.’
Galibert lanceerde al een reeks gelimiteerde edities, kleine collecties die in een beperkte oplage worden aangeboden, omdat ze met de hand worden vervaardigd en dus niet massaal kunnen worden verspreid. Zoals de Perla-vazen, beschilderd door illustratrice Floriane Jacques van het Habitat-designteam. Vrouwelijke vormen die de fijne lijn tussen kunst en design bewandelen.
‘Emotie is voor mij onlosmakelijk verbonden met design. Lokt het geen enkele reactie uit, dan is een object waardeloos’, legt Galibert uit. Getuige daarvan ook de handgeschilderde Pékin-vazen in onvervalste Ettore Sotsass-stijl. ‘Ik wil bij Habitat een eerbetoon brengen aan de oprichter: Sir Terence Conran. Hij is een groot designkenner en een liefhebber van stromingen als Memphis en Bauhaus’, aldus Galibert.
‘Ik zag de Pékin-vazen dan ook vooral als een gelimiteerde oplage voor design-aficionado’s. Tot mijn moeder van 83 onlangs te kennen gaf dat het haar favoriete stuks zijn uit de zomercollectie. Dat gekke kantje à la Sotsass kan dus ook een groot publiek bekoren.’
Comfortabel design
Galibert wil niet alleen het erfgoed van Terence Conran in ere houden, als creatief directeur vult hij ook grote schoenen die ooit door Tom Dixon werden gevuld. Een Brit die na zijn carrière bij Habitat volop voor een eigen label ging, en met succes.
‘Laten we eerst hier maar een succes van maken’, lacht Galibert wanneer ik naar zijn ambities pols. ‘We bevinden ons in bijzonder interessante tijden. Ik denk dat de interieursector zichzelf moet heruitvinden. Comfort wordt de allereerste bezorgdheid. We zagen dat duidelijk in onze onlineverkoop. In de eerste weken van de lockdown verkochten we dubbel zoveel sofa’s. Dat zijn geen mensen die nog geen sofa hebben, he. Dat zijn mensen die niet langer tevreden zijn over hun sofa.’
‘De eisen zijn tijdens de voorbije quarantainemaanden omhooggegaan. Ik zet op dit moment dan ook hoog in op het comfort van de sofa’s, en op het werkcomfort van onze bureaus. We moeten terug naar de basis van design: het optimaal vervullen van een functie.’ Waarna hij er toch nog aan toevoegt: ‘Maar dat houdt niemand tegen om design ook esthetisch heel interessant te maken.’