Noem haar de mater familias van het buitenmeubilair. Paola Lenti slaagde er krak twintig jaar geleden als eerste in om met touw en koord knappe, weerbestendige outdoormeubelen te maken. Die worden vandaag nog altijd met de hand vervaardigd in Italië. We gingen op atelierbezoek.
In een spierwitte loods doorvlecht een veertiger een ligstoel met koorden. Wat verderop snijden enkele medewerkers stoffen met grote kartonnen mallen en zetten drie kerels samen een Otto-zetel in elkaar. Die is volledig opgebouwd uit touwen die driedimensioneel gestikt worden. ‘Dat kun je niet alleen. Dus heb ik twee man nodig die rechtstaand op de grote tafel rond mijn naaimachine de zetel vasthouden.’ Achteraan zit een nonna achter een naaimachine een blauw Spin-tapijt te stikken. ‘Ik ben hier al aan de slag sinds het prille begin en kan het atelier niet missen’, zegt ze. ‘Ik was erbij toen Paola begon, samen met haar moeder’, vertrouwt ze ons toe. Ook zij werkt aan een XXL tafel. ‘Die is nodig omdat we vaak grote formaten maken voor hotels of restaurants. Eén keer kregen we een aanvraag voor een tapijt van acht meter diameter. Daarvoor hebben we zelfs de fabriek moeten verbouwen, zodat we extra tafels konden zetten.’
Haute couture
Niet alleen de grote tafels doen aan een coutureatelier denken. Veel werknemers dragen ook witte stofjassen met een geborduurd ‘Paola Lenti’-logo. We horen een oudere dame aan twee jonge mensen uitleggen hoe je een stoelhoes in elkaar zet. ‘De manier waarop je de stof stikt, is van essentieel belang. Want losser of steviger bepaalt het gedrag van de stof en dus de vorm van het product.’
Ook in de meubelsector is de stielkennis aan het verdwijnen. ‘Het is niet gemakkelijk om nog mensen te vinden die met hun handen kunnen werken. Gelukkig hebben we een trouw team en werken de meesten hier hun hele carrière. Zo wordt de kennis behouden én doorgegeven. De meeste artisans zijn intern opgeleid. Noem ons één grote familie.’
En net als in de couture wordt hier alles op maat gemaakt. Van stocks of serieproductie hebben ze bij Paola Lenti nog nooit gehoord. Alles is hier te personaliseren, van de stoffen tot de kleuren en zelfs de afmetingen.
Passie of obsessie?
We ontmoetten Paola (63) samen met haar zus Anna (60), de CEO van het bedrijf, in Meda, het meubelwalhalla even buiten Milaan waar zowat alle grote Italiaanse designmerken huizen. De zussen Lenti lijken niet alleen op elkaar, ook hun look is dezelfde: zwarte broek, gekleurde cardigan – Anna groen en Paola blauw – kleurige sjaal en parelsnoer. Zelfs hun brilmontuur is gelijkaardig.
En ook: beiden zijn vriendelijk, maar vooral bedeesd. Liever dan met de pers te praten, duiken ze in hun eigen universum. ‘Voor hen is dit geen job, maar een passie’,
vertrouwt een medewerkster ons toe. ‘Een obsessie zou ik zelfs durven te zeggen. Als ze bezig zijn, vergeten ze alles om zich heen. Ze denken dan zelfs niet aan eten. Vaak moeten ze tegen
16 uur nog lunchen.’
De twee zussen houden de touwtjes van het bedrijf dan ook stevig in handen. In een klimaat waarin veel onafhankelijke spelers opgaan in grotere groepen zijn zij nog zelf eigenaar; van investeerders willen ze niet weten. ‘Onze onafhankelijkheid is ons veel waard’, aldus Anna. Het is een echt familiebedrijf. Hun moeder haakte jarenlang de tapijten met de hand, tot ze elf jaar geleden stierf. ‘Je kon haar steevast vinden in het atelier, met een schort aan en op haar sletsen’, zegt Saskia De Mits van de outdoorwinkel ’t Huis Van Oordeghem, die het merk sinds de eerste collectie verkoopt. ‘Ik herinner me nog die eerste outdoorpresentatie op het Salone. Een piepkleine stand, maar ik was meteen onder de indruk van de poefs en de tapijten die ze toonden.’
Labs en universiteiten
Meer nog dan ‘Made in Italy’ zijn de meubelen van Paola Lenti ‘Made in Meda’ én gemaakt uit de door Paola Lenti zelf ontwikkelde ‘Rope’. Een übergaren, bestand tegen onder meer water, zon, schimmel en bacteriën en geïnspireerd op traditionele materialen zoals riet, rotan of wicker.
‘Ik wist dat ik textiel wilde gebruiken, omdat het alle vormen kan aannemen. Bovendien leent het zich voor allerhande technieken, zoals haken, weven en borduren’, aldus Paola Lenti.
‘In die tijd was er behalve hout en plastic letterlijk niks. Onbegrijpelijk vond ik dat. Ik wilde buitenmeubels evenwaardig aan die voor binnen. Dus ging ik op zoek naar het juiste garen.’
‘Mijn vertrekpunt was polypropyleen, een materiaal waarmee je heel veel kunt doen. Ik ging ermee experimenteren en werkte samen met labs en universiteiten. We maakten veel fouten, maar langzaamaan lukte het.’
‘Al was het knokken, zeker als vrouw in deze mannenwereld. Pionier zijn klinkt leuk, maar het is complex en duur. Want je moet alles zelf uitzoeken. Er bestond niks. Na ruim twee jaar onderzoek hebben we in 2002 eindelijk onze ‘Rope’ kunnen lanceren.’
Back to the 50s
Om de 20ste verjaardag van die ‘Rope’ te vieren, lanceert het merk nu twee nieuwe producten. Meubelen die níét door Paola Lenti zelf zijn ontworpen, maar in 1957 al door de Cubaans-Mexicaanse Clara Porset werden getekend. Porset werkte in die jaren intensief samen met de beroemde Mexicaanse architect Luis Barragán.
‘Ik was het werk van architect Luis Barragán aan het bestuderen en vooral zijn wonderlijke kleurgebruik, toen ik in een oud boek een foto van het zwembad van het Pierre Marquez Hotel in Acapulco zag met daarrond prachtige stoelen in zuivere lijnen’, zegt Paola Lenti.
‘Die bleken van Clara Porset, iemand die ik niet kende. Via haar stichting kregen we de toestemming om ze in productie te nemen.’ Maar niet zonder ze naar haar hand te zetten: aan het ontwerp veranderde Paola Lenti niks, maar het oorspronkelijke rotan verving ze door een vlechtwerk van koorden.
Dat de Italiaanse een bestaand ontwerp heruitbrengt, is atypisch. Het liefst houdt ze alles zelf in de hand. Je zou haar daarin maniakaal kunnen noemen. Want ze tekent niet alleen de meubelen, ze ontwikkelt ook de materialen en kiest de kleurstelling van alle stoffen. ‘Bijna alle designmerken ontwerpen alleen de meubelen. Stoffen kopen ze bij een producent. Die maakt op zijn beurt producten zonder te weten op welk meubel ze zullen eindigen. Dat zou ik nooit kunnen. Voor mij zijn die twee onafscheidelijk: de stoffen zijn ontworpen om bij de meubelen te passen en vice versa.’
In dat opzicht zou je Paola Lenti ook wel de Dries Van Noten van de designwereld kunnen noemen: de Antwerpse designer maakt er ook een halszaak van al zijn stoffen zelf te ontwerpen in plaats van ze aan te kopen.
Copycats
Met het succes kwamen ook de copycats. ‘Ik moet toegeven dat ik dat heel frustrerend vind, ook door de zware pioniersjaren’, reageert Paola. ‘Maar ik probeer er zo weinig mogelijk mee bezig te zijn en de concurrentie voor te blijven. Twintig jaar expertise en knowhow haal je niet zomaar in. Een product of look kun je kopiëren, een proces of onderzoek veel moeilijker.’
Anna dist een anekdote op: ‘Vorig jaar kregen we een aanvraag van een hotel voor buitentapijten. Uiteindelijk koos het voor een goedkopere concurrent, maar bij de eerste wind vlogen die tapijten door de lucht. Ze waren te licht. Uiteindelijk klopten ze toch nog bij ons aan.’
Om de kopieerders steeds een stap voor te blijven, investeert het bedrijf fors in onderzoek en ontwikkeling. Zo lanceerde het in 2020 ‘Twiggy’: een sterk en tegelijkertijd heel dun garen, minder dan 2 mm, waardoor je bij het weven kunt blijven variëren met kleuren, materialen en vormen. Wat de Italiaanse outdoorproducent weer nieuwe pistes geeft.
Tegelijk blijft het uitbundig inzetten op kleur. ‘We hebben zo’n 50 stoffen en technische materialen in zo’n 400 kleuren’, vertelt ze trots terwijl ze ons meetroont naar het stoffenarchief. Een soort grot van Ali Baba. ‘Mijn inspiratie is de natuur zelf. Daarin vind je de mooiste kleuren. De kleurstelling, het mengen van verschillende garens tot een bepaalde stof doe ik volledig op gevoel. Kleur is mijn taal. Die feeling met kleur heb ik altijd gehad. Ik herinner me nog hoe ik als vijfjarige een album cadeau kreeg waarin je collages kon maken met papier. De intense kleuren, zoals diepturquoise en feloranje herinner ik me tot op vandaag.’
Snoepgoed
Die jeugd speelde zich af in Alessandria, een stadje zo’n honderd kilometer ten zuiden van Milaan. Later trok Paola naar Milaan, waar ze grafisch ontwerp studeerde aan de beroemde Scuola Politecnica di Design. Daarna werkte ze als graficus voor verschillende modehuizen. Ze ontwierp en bouwde ook beursstands. ‘Maar
al snel werd duidelijk dat ik niet het karakter had om voor een baas te werken. Ik wilde mijn eigen ding doen. Dus begon ik kleine objecten te maken in papier, hout en later ook vilt, de materialen die ik kende uit mijn jobs. Zoals papieren bonbonnières voor snoepgoed die wij in Italië cadeau doen bij een huwelijk. Ik deed dat aanvankelijk na mijn uren en mijn moeder en oma hielpen me. Alle hulp was welkom, want ik verkocht goed. Vanaf het eerste moment wilde ik internationaal gaan. Ik trok naar een beurs in New York en deed mee aan het Salone del Mobile in Milaan.’
Gevangene
Klein probleem, wel: Paola Lenti sprak – en spreekt nog altijd – geen woord Engels. Alleen Italiaans en Frans. Dus troonde ze haar jongere zus Anna mee naar de meubelbeurs. Anna werkte toen als nucleair ingenieur in de helikoptersector en kon wel Engels. ‘Die reizen waren uitdagend. Want Paola reist niet graag. Ze heeft heimwee en telt de dagen af als een gevangene. Ze is het liefst thuis’, vertelt Anna, die in 2000 mee in de zaak stapte. Zes jaar nadat haar zus ermee begonnen was.
‘Paola zeurde jarenlang of ik voor haar kwam werken. Maar ik heb een wetenschappelijk brein. Van design kende ik niets. Maar toen ik in 2000 moeder werd, veranderde mijn leven en besloot ik het toch een kans te geven. Het begin was heel moeilijk, maar al gauw besefte ik dat het de juiste keuze was. Het is fantastisch om samen te werken’. In Italië is het moeilijk ontkomen aan ‘la famiglia’.