‘Internationaal associeert men de Belgische woonstijl vooral met landelijkheid in alle varianten van beige en greige’, zegt Sabato-journalist Thijs Demeulemeester. In zijn nieuwste boek ‘Belgique Excentrique’ toont hij dat België wél een land is van durvers. Hij selecteerde 16 extravagante interieurs vol kleurrijke curiositeiten, exotische vondsten en drukke prints die een loopje nemen met de designclichés. Want (een beetje) lelijkheid mag, zolang je het met bravoure doet.
Leo Coolen en Susan Theunissen leiden een sprookjesleven. Letterlijk, want via hun bedrijf 'Sprookjes' verkopen en verhuren ze alle mogelijke decoratiespullen. In hun immense loodsen in Mortsel staan knotsgekke rekwisieten, ideaal voor regisseurs, decorateurs of standbouwers. Hun herenhuis vlakbij Antwerpen-Berchem ademt dezelfde excentrieke sfeer, maar is (gelukkig) veel minder volgestouwd. 'We wonen niet in een showroom. Hier is niks te koop. Dit is in de eerste plaats het huis van een verzamelaar, niet van een handelaar', zegt Leo Coolen.
'Toen we dit huis 23 jaar geleden kochten, was het erg donker en onaangepast. Maar door de onfunctionele puisten weg te snijden, ontstond een praktische woning met veel lichtinval', vertelt Theunissen. 'Ik ben architecte en deed de ruimtelijke ingrepen, Leo is vooral verantwoordelijk voor de decoratie.'
Meteen bij het binnenkomen valt de XL-vitrinekast op: ze doorsnijdt het huis van de kelder tot de bovenste verdiepingen. Achter glas staat een collectie beschilderde houten kermisattracties, onder meer rudimentaire versies van Kuifje, Mickey Mouse, Popeye en Donald Duck. Ook al hebben Coolen en Theunissen hangars vol met ongewone interieurobjecten, toch verandert hun interieur niet om de haverklap. 'We hebben wel honderd tafels om uit te kiezen, maar onze plectrumvormige eettafel staat hier al sinds altijd. Net als de prachtig gesculpteerde houten sater in het midden', zegt Leo. 'Wat wel eens wisselt, is onze kunstcollectie.'
Leo Coolen begon zijn carrière als een van de eerste antiquairs in de Antwerpse Kloosterstraat. Maar al snel schakelde hij van klassiek antiek over naar excentriciteiten van de jongste honderd jaar. 'Op een bepaald moment was ik al die bruine meubels beu. Ik had genoeg boenwas gesmeerd in mijn leven. Het is niet omdat een antiek stuk zeshonderd jaar oud is, dat het mooi is. Een object van de jaren negentig kan veel meer allure hebben. Ik koop altijd wat niemand anders mooi vindt.'