Afhankelijk van aan wie je het vraagt, woont Massimiliano Locatelli in het mooiste, dan wel het lelijkste gebouw van Milaan. Het kan de architect weinig schelen: 'Ik ben er in de hemel.'
In Milaan kent iedereen hem. De Velascatoren is de brutalistische wolkenkrabber uit 1958 die je vervaarlijk ziet opdoemen aan de skyline terwijl je vanaf het dak van de frivole Duomo over de stad kijkt.
Criticasters noemen het Milaans lelijkste toren, maar Massimiliano Locatelli was onmiddellijk verkocht: boven de eerste 18 kantoorverdiepingen is de robuuste top goed voor negen woonetages met grote ramen en een panoramisch uitzicht.
Van het grauwe sfeertje dat buiten om de betonnen toren hangt, is binnen geen sprake meer. Hoe kan het ook anders? Zijn 85 vierkante meter grote appartement op de 23ste verdieping heeft een overdekt dakterras: zelfs als het regent, zit de architect goed.
3D-geprint
Locatelli is een van de grote krachten achter de hedendaagse Italiaanse architectuur. Net zoals de vroegere 'starchitects' Aldo Rossi, Giò Ponti en, meer recentelijk, Renzo Piano en de Spaanse Patricia Urquiola studeerde hij aan de prestigieuze Politecnico di Milano.
In 1993 richt hij samen met drie kompanen zijn eigen bedrijf op: CLS Architetti. De groep, waarvan de naam eind 2018 werd veranderd in Locatelli Partners, realiseert zowel particuliere als commerciële projecten, zowel nieuwbouw als reconversies, met minimalisme als grootste gemene deler. Al liep hij vorig jaar met zijn 3D-geprinte House 05 tijdens het Salone del Mobile wel in de kijker. Tijdens de voorbije editie transformeerde hij de vergaderzaal van de Italiaanse redactie van Vogue. Het modetijdschrift zet elk jaar de who's who van de design- en architectuurwereld in de kijker.
Als beste vriend van wijlen Franca Sozzani, de Vogue Italia-hoofdredactrice die in 2016 overleed, heeft Locatelli al een pak modeprojecten achter zijn naam staan: van winkels voor MSGM en Marella over meubilair voor het Londense public-relationsbedrijf Karla Otto) tot en met fabrieken voor Onward Luxury Group, die de schoenen van de modeontwerpers Paul Smith en Marc Jacobs maakt.
Tussen de fresco's
De architect zocht een woning die hem kon verleiden om 's avonds tijdig te stoppen met werken en naar huis te gaan. Het appartement moest de concurrentie aankunnen met de San Paolo Conversokerk in Milaan.
Zijn architectenbureau transformeerde de 17de-eeuwse kerk tot zijn hoofdkantoor, inclusief originele fresco's. 'Als je in zo'n omgeving werkt, is het niet gemakkelijk om die 's avonds te verlaten. Daarvoor heb je een woning met kracht en schoonheid nodig', zei hij in een eerder interview. 'Ik vond dit appartement toevallig, maar wist onmiddellijk dat het was wat ik zocht.'
Ondanks zijn ervaring met reconversies veranderde Locatelli zo weinig mogelijk in de 'torre'. Hij was tweeënhalve maand bezig met het ontdoen van lelijke aanpassingen van zijn voorgangers in de eighties. Het appartement moest weer op de originele plannen van de architecten lijken. Die bedenkers, de BBPR-architecten, zijn Milanese iconen: tussen 1956 en 1958 bouwden ze de toren op het snijpunt van verleden en toekomst.
Op een platgebombardeerd deel zou een hypermoderne, in-situ gegoten betonnen toren verrijzen, die dankzij zijn silhouet knipoogde naar de Milanese geschiedenis: de vorm - breed bovenaan, smal onderaan, verwijst naar de opvallende toren van de Castello Sforzesco-burcht in het Sempionepark.
Tot en met de klinken ontwierp BBPR, dus ging Locatelli uit respect restaureren in plaats van renoveren. Hij schilderde de muren weer gebroken wit, hervond de diepe kleur van de mahoniehouten deurlijsten en vloeren en speurde de volledige keuken bijeen. Die zat er niet meer in, dus moest Locatelli op zoek naar vervangdelen uit andere, oude appartementen. Een carrossier schilderde het metaal weer poederroze. Het is de enige keuken in het hele gebouw die weer historisch intact is.
Tussen de modernisten
Locatelli is gepassioneerd door kunst: in de voormalige kerk richtte hij deze maand zijn eigen kunstgalerie Converso op. En die passie zie je ook in zijn woning, waar werk van onder meer de Britse digitale-mediakunstenaar Alexander May en de Italiaan Bruno Munari geniet van het daglicht. Niet gehecht aan materiële zaken - 'Herinneringen zitten in je hoofd' - is het huis voorts vrij leeg.
Zelf schatplichtig aan de klassieke modernisten verzamelde Locatelli vooral designstukken, zoals enkele tafels en een bed van LeCorbusier die passen bij zijn eigen ontwerpen: sinds 2015 maakt Locatelli meubels in samenwerking met Nilufar, waarvoor hij onlangs nog het lofty Nilufar Depot bouwde. Zijn meubels zijn pretentieloos maar vernuftig, zoals Garda: een modulaire tafelset in de vorm van het bekende meer. Die dekt hij bij bezoek met zijn eigen servieslijn, die je onder de naam Untitled Homewear in de winkels vindt.
Zo weet je vanaf nu dat, als je vanaf de Duomo over Milaan uitkijkt, de gezelligste etentjes zich voordoen in die duistere toren voor je, waar het uitzicht altijd mooi is. Zelfs bij slecht weer. 'Als er wind en regen is, dan fluit de toren. Als het stormt, lijkt hij een boot op zee. Maar wel met het allerbeste uitzicht op Milaan: steeds ben je in contact met je omgeving, die langs de ramen binnenkomt. Als ik in de weekends in Milaan ben, heb ik het gevoel dat ik in de hemel ben.'