De wereld van de collectioneurs is er een van dromen, bezitten en (ja, af en toe ook) bezeten zijn. In deze aflevering: architect Mathieu Luyens, wiens interieur een eerbetoon is aan zijn moeder
Het interieur van het huis van Mathieu Luyens en Julie van De Keere – die in Sint-Martens-Latem het architectenkantoor Juma runnen – laat zien hoe het materiële ook een immateriële lading kan krijgen. Hier staat niets zomaar. Bijna al het vintage meubilair komt van de moeder van Luyens, die in 2022 overleed. ‘Toen ik architectuur studeerde, bemoeide ze zich meteen met de aankleding van mijn studio. De ‘Soriana’-bank van Afra en Tobia Scarpa voor Cassina kocht ik destijds op haar aanraden. Ik beschouw het als het begin van mijn collectie. Toen was hij nog niet zo populair. Ik betaalde er 1.000 tot 1.500 euro voor. Voor een tweedehandszetel leek dat veel, maar mijn moeder leerde me dat je voor iets speciaals ook wat meer moet betalen.’
Nu tel je voor de gehypete sofa het tienvoudige neer. ‘Ik heb nooit een andere gehad’, zegt Luyens. ‘Toen we hier kwamen wonen, lieten we hem opnieuw bekleden. Al een paar jaar overweeg ik een grotere sofa te kopen, zodat we er met z’n vieren in kunnen liggen. Maar dan zouden veel andere stukken weg moeten, zoals haar Eames-stoelen. Dat gaat niet. De ‘AWC Windsor Chair’ en de iconische ‘Barcelona Chairs’ van Ludwig Mies van der Rohe voor Knoll Studio gaf ze me toen ik naar een appartement verhuisde. Sindsdien hebben ze altijd in mijn interieur gestaan.’
Geen kakofonie
Luyens’ moeder, Brigitte De Lange, liet veel ontwerpen na van de Franse architecte en ontwerpster Charlotte Perriand, zoals de chromen ‘Les Arcs’-stoelen met lederen bekleding. ‘We kochten zelf nieuwe, heruitgebrachte ontwerpen van Perriand, zoals de salontafel en taboeretjes, en de vergadertafel en stoelen voor het kantoor’, vertelt Luyens. ‘Af en toe voegen we iets nieuws toe dat aansluit bij de geërfde stukken, zoals de keukentafel van Knoll en de ‘Tulip Armchairs’ van Eero Saarinen – niet wit zoals je ze meestal ziet, maar zwart, een bijzondere variant met stof. Of de ‘Bertoia Bar Stool’, de keukenlamp en de aluminium tafel van Fractall. Ons interieur is een mix, maar geen kakofonie. Het is een allegaartje, maar een waarin alles past.’
Handtekening weg
‘Fel’ is het eerste adjectief waarmee Luyens zijn moeder omschrijft. ‘Kwam ze ergens binnen, dan werd ze meteen opgemerkt. Ze was joviaal en geliefd. En ze babbelde graag. Ze kon mensen meteen het gevoel geven dat ze hun nieuwe beste vriendin was, en voelde dat zelf ook zo aan. Maar ze stond ook op haar strepen en kon direct en confronterend zijn.’
‘In de jaren 90 bezocht ze elke maand haar favoriete winkel in Merelbeke, soms voor een eierdopje, soms voor een zetel van B&B Italia of iets van Vitra of Alessi. Mijn grootvader had lunaparken, onder meer in de Langestraat in Oostende. Daar ging ze geregeld naar White Interiors. Zo evolueerde haar smaak richting vintage: echt oude, verweerde stukken – op het laatst kon er geen patina genoeg zijn. Deze ‘Lounge Chair’ en ‘Ottoman’ van Eames kocht ze daar. Hij was gesigneerd door een beroemdheid, maar ik weet niet wie: de poetsvrouw heeft de handtekening weggepoetst. Het verhaal is weg.’
Containers op Ibiza
De Lange kocht gráág bij, maar de plaats was beperkt, waardoor veel spullen werden gestockeerd. ‘Dat is zonde’, zegt haar zoon, ‘want zo kunnen vocht en schimmel ze aantasten. Toen mijn broer en ik het huis verlieten, mochten we spullen kiezen die bij ons appartement pasten. De overdracht gebeurde geleidelijk en organisch. Laurens heeft minder interesse in design, dus verzorgde mijn moeder de inrichting van zijn huis, waardoor hij toch zeer hippe dingen heeft staan. Ook na haar overlijden waren we er onderling na een halfuurtje uit, zonder schattingen.’
Moeder had alles driedubbel, ook borden, bestek en glazen. ‘Dat is zeer mooi, en ik ben er dankbaar voor, maar onlangs realiseerde ik me dat erfenissen ook belemmerend kunnen zijn: er is bijna niets wat ik zelf heb gekozen. We erfden ook haar ‘casa payesa’, een van de oudste authentieke boerderijtjes op Ibiza. Maar Julie en ik willen eigenlijk geen buitenverblijf: we reizen graag de wereld rond. Dat is wat je een luxeprobleem noemt. Op Ibiza kocht mijn moeder ook de ruïne van een oude finca. Ze was mateloos geboeid door de geschiedenis ervan en droomde over wat het kon worden. Nu bouwen we daar iets voor onszelf. Ik kijk ernaar uit om het in te richten, maar ik zal weer niet veel moeten kopen. Ook haar huis op Ibiza staat vol design, en in de tuin liet ze twee containers plaatsen voor de rest.’
In prijs verdubbeld
‘Alles bij elkaar komen we gauw aan honderd meubelstukken. Als ze iets echt wilde, deed het budget er niet toe. Maar dat betekent niet dat ze alleen dure stukken kocht. Ze vond ook schatten op rommelmarkten en in brocantewinkels. Iets verkopen deed ze zelden – misschien was ze een beetje een hoarder. Ook op modegebied had ze op het einde van haar leven een beetje een shopverslaving. Vintage meubelen zijn wel net zoals een goede oldtimer: doorgaans krijg je de aankoopwaarde terug. En heruitvoeringen zijn tegenwoordig zeer populair. Sinds we minder dan vijf jaar geleden naar Latem zijn verhuisd, zijn sommige nieuw gekochte stukken al in prijs verdubbeld.’