De wereld van de collectioneurs is er een van dromen, bezitten en (ja, af en toe ook) bezeten zijn. In deze aflevering: Christel Dauwe, de vrouw met 64.000 kerstballen.
Christel Dauwe (57)
- Studeerde handelswetenschappen.
- Opende in 1991 een winkel in de Kloosterstraat in Antwerpen, waar ze eerst alleen nieuwe kerstballen verkocht, maar intussen ook vintage modellen.
- Opende in 2017 een tweede winkel in Sint-Niklaas.
- Heeft wellicht de tweede grootste privékerstcollectie in België.
In de kerstboom bij Christel Dauwe (57) thuis hangen maar liefst 1.840 ballen – of beter gezegd: figuren. De boom is 3,60 meter hoog. Bij de verbouwing van haar achttiende-eeuwse woning offerde ze er zelfs een kamer voor op. ‘Toen we een open hal suggereerden, vond de architect dat maar niets’, lacht Dauwe. ‘Maar voor mij is kerst alles. Met het opstellen van mijn boom ben ik een volle week bezig. Doorgaans staat hij er al rond 1 november. Daarover hebben Harry en ik nog ruzie gehad. Hij blijft minstens staan tot Valentijn, want begin februari sneeuwt het vaak.’
Het is géén echte boom, want ‘die gaat al na drie, vier weken dood’. Dauwe herinnert zich de echte kerstboom van haar oma nog goed. ‘Die stond in de voorplaats, een kamer die nooit verwarmd werd, behalve op kerstavond en kerstdag. Dan hingen er ook kaarsen in de boom. In de hoek stond een emmer met water en zand. En wij, de kinderen, moesten stilzitten. Het is een wonder dat er toen niet meer huisbranden waren.’
In Dauwes boom hangen vooral ballen van na 1990. Maar haar indrukwekkende collectie bestaat uit niet minder dan 64.000 antieke en vintage ornamenten. ‘Die bevindt zich elders’, zegt ze. ‘Hier kan ze nooit binnen.’
In de Poolse hemel
De verzamelwoede ontstond in haar tienerjaren. ‘Onze buren handelden in brocante en antiek. Opdat ze de kerstdecoratie voor mij apart zouden houden, ging ik er poetsen. In 1990 ontmoette ik Harry. Hij groeide op in protestants Nederland en had een voorkeur voor sobere kerstversiering: effen ballen, lichtjes en wat engelenhaar. Ik was verliefd op hem, dus stemde ik in met zo’n boom. Maar op kerstdag stond ik erbij te huilen: géén huisjes, boompjes of paddenstoelen meer.’
‘In die tijd was er nog geen internet, dus moesten we echt de baan op om kerstdecoratie te vinden. Elk jaar had zijn trends: het ene jaar blauw, het andere roze... Maar dat was niets voor ons. Tot onze au pair ons naar Polen stuurde. Daar waande ik me in de hemel: dit was het mooiste van het mooiste, dachten we toen. Later ontdekten we op beurzen in Duitsland stukken met nog méér finesse: wondermooi beschilderde, bijzondere vormen. Zo leerden we nieuwe producenten kennen en transformeerden we onze antiekzaak geleidelijk tot een winkel voor kerstdecoratie.’
Ruzie met de paus
Harry de Vet zit al sinds 1979 in het antiek- en brocantevak. ‘We kwamen vaak op rommelmarkten en bij inboedels van overledenen, waar we dikwijls antieke Belgische kerstballen vonden’, vertelt Dauwe. ‘Neem nu Ajeko, een merk dat tot 2009 nauwelijks wat waard was, tot er een boek over verscheen.’
Die decoratie werd vanaf 1938 in Hemiksem geproduceerd door een Tsjech. ‘Zijn vrouw vond de metalen kapjes onhandig, dus ontwierp hij een glazen oogje en kreeg er een octrooi voor. De ballen werden deels vervaardigd van gerecupereerde bier- en wijnflessen – vandaar de groene, rode en bruine tinten. Kijk, dit hier is een van hun meest zeldzame figuren. Daarover kregen ze zelfs ruzie met de paus: volgens hem mocht Jezus niet in de boom hangen, hij moest plat liggen.’
Het echte mekka van de kerstballen lag evenwel in de voormalige DDR. ‘Toen de Berlijnse Muur viel, werden enkele fabrieken teruggegeven aan de oorspronkelijke eigenaars, die tijdens de Koude Oorlog naar West-Duitsland waren gevlucht. Zo ook Krebs Glas Lauscha in Thüringen, een producent die een nieuw imperium had uitgebouwd met productie in de VS en Hongkong. Meneer Krebs werd een vriend, en toen de Duitse fabriek in 2010 failliet ging, konden we de hele ‘Musterzimmer’ opkopen voor een spotprijsje: 40.000 verschillende, mondgeblazen, handgedecoreerde en individueel gelabelde ornamenten, inclusief stuks van vóór de Koude Oorlog.’
Het stadje Lauscha was ooit het centrum van de glasblazerij, met meer dan vijfhonderd glasblazers. ‘Ze maakten niet alleen kerstballen, maar ook glazen ogen – voor poppen én mensen’, zegt Dauwe.
Kosmonauten en ufo’s
Bij de val van de Muur belandden de oude decoraties vaak bij het afval. Ze toont een zeppelin met het opschrift ‘CCCP’, verwijzend naar de voormalige Sovjet-Unie. Op andere stukken prijken de communistische hamer en sikkel. Er zijn ook patriottische ballen uit de VS én kerstballen met hakenkruisen. En opmerkelijk: ‘Feldpost’-ornamenten, kleine gedecoreerde nepkerstboompjes die soldaten van het thuisfront kregen toegestuurd om de loopgraven op te smukken.
Kerstversiering weerspiegelt ook de technologische tijdgeest. Tussen 1900 en 1920 waren treintjes populair, terwijl de jaren 60 draaiden om astronauten, kosmonauten en ufo’s. Over dat alles diept ze dikke boeken op. ‘Mijn passie bracht me ertoe Pools te studeren’, lacht ze. ‘Russisch ken ik nog niet.’
De waarde van de ornamenten is grillig. ‘Wat vandaag 1.200 euro kost, kan morgen zeshonderd en overmorgen tweehonderd euro kosten als er een groot lot op de markt komt. Momenteel zijn de duurste objecten afkomstig uit Sebnitz, aan de Duits-Tsjechische grens. Met afval van de kunstbloemenproductie knutselden mensen daar kerstversiering in elkaar.’ Dresdner Pappen gebruikte dan weer afval van de kartonindustrie. ‘Kleine stukken zoals dit hondje kosten zevenhonderd tot duizend euro. Grotere, museale stukken zag ik al verkocht worden voor 15.000 euro.’
Ze toont een ornament met Maria en Jezus, wellicht rond 1870 gemaakt in een klooster. Maar haar meest zeldzame stuk is wat ze liefdevol haar ‘kribbeke’ noemt: een ‘Weihnachtsberg’, een tafereel van de Heilige Familie in een sneeuwlandschap. ‘Het is Tsjechische volkskunst van omstreeks 1800, wellicht gemaakt door een vader voor zijn gezin.’ Ze kocht het ruim tien jaar geleden op een veiling. Wat ze betaalde? ‘4.500 euro’, fluistert ze stilletjes. ‘Maar kijk eens met hoeveel geduld, overgave en liefde dit in elkaar is gezet. Dat is alles waar kerst om draait.’