Waarom is Italiaanse vintage verlichting plots zo gezocht? Wat maakt haar uniek? En als je zo’n lamp hebt, mag je de schakelaar dan zomaar vervangen?
Verlichting is niet meer het ondergeschoven kindje van het collectible design. Toch niet als je de beurzen, de veilingen en de toonaangevende interieurbladen in de gaten houdt. ‘De vintage designerlamp staat intussen op dezelfde hoogte als de salontafel, de sofa of de eetkamerstoel. Een interieur met design en kunst van hoge kwaliteit, daar horen ook verfijnde lampen in.
Die maken het helemaal af’, vindt designgaleriehouder Dries Vanlandschoote. ‘Is er in de jaren 70 echt zo’n verlichtingsinnovatie nodig geweest om nu gewoon op banale peertjes te moeten kijken? Met een goeie klassieker haal je een stuk geschiedenis in huis, en het is een waardevolle investering.’
De Bruggeling heeft zelf al tien jaar een zwak voor Italiaanse lampen van de jaren 50 tot 70. En laat dat net een niche zijn die de jongste jaren enorm aantrekt. Hij zoekt actief naar zeldzame en bijzondere stukken, die hij wereldwijd verkoopt, vooral via zijn galerie in Brugge, maar ook via Instagram.
Ook op beurzen als Pad Paris, Tefaf Maastricht en Brafa in Brussel liep je dit jaar al serieus tegen de (Italiaanse) lamp. En als je de prijslijst opvroeg, ging het licht helemaal uit. De invloedrijke designhandelaar Morentz uit Waalwijk, Nederland, vroeg op Brafa maar liefst 22.500 euro voor een vloerlamp uit 1959 van Angelo Lelii.
Het zeldzame vloerlampmodel ‘344’ van Angelo Ostuni voor Oluce (circa 1955) mocht zelfs nog vijfduizend euro meer kosten. ‘Om steil van achterover te vallen, die prijzen’, zegt Pieterjan, een Gentse interieurarchitect en designverzamelaar met een goed oog voor lampen. ‘Sommige modellen heb ik drie jaar geleden nog voor een derde van de prijs te koop zien staan.’
Mode-effect
En wat dan te denken van de zeldzame vloerlamp nummer ‘77’ van Angelo Lelii voor Arredoluce, die in mei 2022 werd geveild voor 152.664 euro, maar liefst vijftien keer meer dan de hoogste schatting? ‘De zotste prijzen halen momenteel de plafondlampen van Studio B.B.P.R. voor Arteluce. Er is al een exemplaar geveild voor 370.000 euro’, weet Stanislas Gokelaere, bezieler van galerie Gokelaere & Robinson in Brussel, Parijs en Knokke.
‘Een irrationeel mode-effect noem ik dat. Vergelijk het met de sculpturen van Les Lalanne of het meubilair van Diego Giacometti: voor hun ultrarijke klanten jagen de topdecorateurs allemaal op dezelfde herkenbare stukken. Niet bijster origineel, maar bon, het doet de prijzen wel stijgen.’
Gokelaere doet er zelf aan mee. Hij toonde in januari op Brafa een prachtige ‘Medusa’-lamp (1951) van Gino Sarfatti voor Arteluce. En begin juni neemt hij naar Design Miami/Basel een zeldzame vloerlamp van Sarfatti mee, naast FontanaArte-lampen van Max Ingrand: de Franse glaskunstenaar wiens meest gezochte lampen momenteel tot 150.000 euro gaan.
‘Voor hun ultrarijke klanten jagen de topdecorateurs allemaal op dezelfde herkenbare stukken. Niet bijster origineel, maar bon, het doet de prijzen wel stijgen.’Stanislas Gokelaere
‘Ik heb al langer een zwak voor Italiaanse vintage lampen’, zegt Gokelaere. ‘Maar als ik er een vind, kan ik ze nooit lang houden. De vraag is groot bij klanten uit Azië, Europa en Amerika.’
‘Blijkbaar wil iedereen gerustgesteld worden in zijn ‘voorspelbare’ smaak’, zucht Deborah Landman van de Brusselse galerie Jean-Claude Jaquemart. ‘Dus grijpen ze naar dezelfde stukken van Angelo Lelii, Gino Sarfatti of Giò Ponti. Onze galerie is al vijftig jaar gespecialiseerd in Italiaanse vintage verlichting. Aan hypes doen wij niet mee. In onze galerie ontdek je nog vintage Italiaanse verlichting van minder grote namen voor correcte prijzen.’
De eerste editie van de ‘Gravita’-tafellamp van Antonio Macchi Cassia voor Stilnovo – een avant-gardeontwerp met glazen bol en verplaatsbare spot – kost er bijvoorbeeld 7.800 euro. Goedkoop kun je dat niet noemen, wel origineel.
Klassieke peertjes
Wat maakt Italiaanse verlichting zo bijzonder en zo gewild? Is ze zoveel meer avant-garde dan pakweg Franse of Scandinavische vintage verlichting, die soms ook topprijzen haalt (denk maar aan Jean Royère of Paavo Tynell)? ‘Na de Tweede Wereldoorlog bracht het gros van de fabrikanten nog klassieke peertjes met lampenkappen op de markt. Maar vooral in Italië kwamen enkele bedrijven en ontwerpers zeer origineel uit de hoek’, weet Vanlandschoote.
Hij noemt Oluce, opgericht in 1945 en het oudste Italiaanse verlichtingsmerk dat nog niet is overgenomen. Hij vermeldt ook Stilnovo, een producent van typische jarenvijftigverlichting, waarvoor onder meer Joe Colombo en Gaetano Sciolari klassiekers ontwierpen.
Hij citeert uiteraard ook Arredoluce, het bedrijf dat geleid werd door de flamboyante designer Angelo Lelii (1911-1989), een naam als een klok bij lampenverzamelaars. ‘In zijn succesvolle firma investeerde hij consequent in machinerie om vooruitstrevende lampen te kunnen maken in gedraaid messing, gegoten brons, gewalst aluminium of gesculpteerd marmer. Sommige modellen bleven jaren in productie. Andere zijn unieke ontwerpen of bestaan maar in enkele exemplaren. Die zijn per definitie zeldzaam en halen navenante prijzen.’
Indrukwekkend en chic
Opgepast: als je een vintage lamp van Arredoluce hebt of vindt, hoef je je nog niet meteen rijk te wanen. Niet alles is gezocht of duur. ‘Hun catalogus van net na de Tweede Wereldoorlog tot de jaren 70 is gigantisch en zeer gevarieerd. Hun lampen zijn speels, indrukwekkend en chic. Van typisch jaren vijftig of space age tot tijdloos of radicaal: het is van alles. Sommige modellen ervaren we nu als gedateerd. Maar de toppers halen tegenwoordig toch vlot 30.000 tot 60.000 euro’, aldus Vanlandschoote.
Lelii produceerde bij Arredoluce vooral eigen designs, maar ook ontwerpen van bijvoorbeeld Ettore Sottsass, Giò Ponti of Nanda Vigo. Die laatste is samen met Gae Aulenti de enige vrouw in het kransje Italiaanse ontwerpers van die generatie, wier verlichting momenteel erg in trek is. ‘Vigo ontwierp zulke avant-gardistische lampen dat ze zo naast minimalistische kunstwerken kunnen staan’, zegt Vanlandschoote. En dat deden ze ook letterlijk op de jongste Tefaf-editie. The Mayor Gallery uit Londen toonde Vigo naast modern werk van Dadamaino en François Morellet.
Designlegende
Een andere naam die incontournable is in de vintage Italiaanse verlichting, is die van ‘grootmeester’ Gino Sarfatti (1912-1985). Zijn firma Arteluce was toonaangevend van 1939 tot 1973, toen hij de zaak doorverkocht aan Flos en ging rentenieren in zijn villa aan het Comomeer. In 1996 doekte de CEO van Flos Arteluce op, ook al bracht Flos sporadisch nog re-edities uit van oude modellen.
‘Sarfatti ontwierp het gros van de catalogus voor Arteluce. In totaal meer dan zevenhonderd lampen, die tegelijk technisch vernuftig en sierlijk zijn’, zegt Vanlandschoote. ‘Hij vertrok altijd vanuit de functionaliteit van de lamp, niet vanuit de vorm. Hij was de eerste die de lichtbron deel liet uitmaken van het ontwerp. Hij was een pionier met halogeen en tl. Veel van zijn lampen definieerden de geschiedenis van de Italiaanse vormgeving.’
‘Het gaat soms over stukken waarvan er maar enkele exemplaren gekend zijn. Of modellen die gewoon erg gezocht zijn. Je moet zo’n lamp altijd in zijn designgeschiedenis plaatsen. Soms belichaamt het model een compleet nieuwe manier van verlichten of sfeer brengen.’Dries Vanlandschoote
Sarfatti was eigenlijk een luchtvaartingenieur, die zich als autodidact op productdesign stortte. Zijn eerste lamp ooit bestond uit gevonden voorwerpen, onder meer een muranovaas en een onderdeel van een koffiemachine. Vanaf de jaren 50 won hij ettelijke designprijzen met zijn elegante ontwerpen. Een voorbeeld is zijn model 1034, een vloerlamp in de vorm van een stam met negen lampenkapjes, als bloesems aan een tak. Het veilinghuis Phillips verkocht er eind december 2022 een voor ruim 18.000 euro.
Het is weinig geweten, maar Arteluce heeft ook een Belgische link. De Aalsterse postmoderne architect-designer Pieter De Bruyne (1931-1987) is de enige landgenoot ooit die drie lampen ontwierp voor het Italiaanse merk, waarvan hij verdeler was. ‘Daardoor duikt er af en toe een mooi exemplaar op in onze regionen’, weet Vanlandschoote. Bernaerts veilde er bijvoorbeeld in 2018 een in grijs-groen perspex voor 3.500 euro. ‘Zijn wandlamp heb ik in tien jaar verzamelen maximaal twee keer zien passeren.’
Op re-edities van Pieter De Bruynes ontwerpen voor Arteluce moeten we niet meer hopen. Maar de kleinzoon van Gino Sarfatti, Alessandro, reproduceert wel andere ontwerpen van Arteluce, weliswaar naar hedendaagse normen met leds. De wandlampen, tafelmodellen en luchters van Astep Design zijn een stuk goedkoper dan de vintage exemplaren van Sarfatti, maar ze zijn natuurlijk niet the real deal. ‘Re-edities vind ik minder interessant, omdat het kopieën zijn’, zegt Vanlandschoote.
De draad kwijt
Die waarde is relatief, want pakweg tien jaar geleden waren Italiaanse lampen à la Stilnovo en Sarfatti wel nog betaalbaar én vindbaar. Zij die prijzen overdreven? ‘Exceptionele stukken halen uitzonderlijke prijzen. Dat is zo met alles in vintage design. Maar bij de Italiaanse lampen is lang niet alles van topkwaliteit’, zegt de Brusselse designhandelaar Alexis Vanhove, die privé ook Italiaanse verlichting verzamelt.
Vanlandschoote: ‘Het gaat soms over stukken waarvan er maar enkele exemplaren gekend zijn. En waarvan er slechts nu en dan een opduikt. Of modellen die gewoon erg gezocht zijn. Je moet zo’n lamp altijd in zijn designgeschiedenis plaatsen. Soms belichaamt het model een compleet nieuwe manier van verlichten of sfeer brengen. Een belangrijke designlamp staat voor mij op dezelfde hoogte als een stoel van Jean Prouvé of een zeldzame Ferrari. Een goeie vintage lamp heeft een mooi patina, nog zijn eerste verflaag en het liefst ook nog de originele draad en schakelaar: die maakten soms deel uit van het ontwerp.’
Wacht, mag je die bedrading dan niet vervangen om te voldoen aan de huidige elektriciteitsnormen? Is dat nefast voor de waarde? ‘Je behoudt het best de originele schakelaar en hardware, als dat kan. De draden kun je vervangen door vergelijkbare stoffen draden, als je de originele kunststoffen of metalen onderdelen behoudt’, zegt designkenner Frederic Rozier. In Oostende runt hij samen met Mike Standaert een designgalerie, waar hij momenteel enkele belangrijke Italiaanse lampen in stock heeft, ‘onder meer van Angelo Lelii, Angelo Ostuni, Tito Agnoli en Joe Colombo’.
1000 Lights
Dat de belangstelling voor Italiaanse vintage lampen stijgt, merk je niet alleen op kunstbeurzen, in interieurbladen, bij veilinghuizen of in toonaangevende galeries zoals Kreo, Jousse, Christine Diegoni of Dries Vanlandschoote. Je ziet het ook in de boekhandel. ‘De jongste jaren zijn er diepgaande boeken verschenen, onder meer over Sarfatti, Oluce en Arredoluce.
De Parijse Galerie Kreo publiceerde twee volumes over haar privécollectie met zeldzame Italiaanse lampen. Onderschat ook ‘1000 Lights’ van Taschen niet. Zo’n publicatie is invloedrijk, ook al is het overzicht onvolledig en niet honderd procent correct’, zegt Vanlandschoote. ‘Door al die boeken is er meer duidelijkheid gekomen over wie wat ontwierp in die periode. Voordien was die kennis alleen beschikbaar voor mensen die zeldzame oude catalogi of magazines hadden.’
Kenners die verder willen zoeken dan de bekende labels genre Arteluce, Stilnovo, Oluce of Arredoluce, lonken nu al naar kleinere Italiaanse firma’s, die minstens even vernieuwend waren qua ontwerp en materiaalgebruik. ‘New Lamp Roma, Sirrah, Lumenform, Francesconi en Bieffeplast maakten bijvoorbeeld bijzondere lampen. Maar ook Sormani, die met Studio Nucleo een erg bijzondere avant-gardistische lampenserie in glas, staal of travertijn uitbracht.’
Of er nog (her)ontdekkingen en vondsten te doen zijn in de Italiaanse vintage verlichtingsmarkt? ‘Het wordt moeilijker’, geeft hij toe. ‘Met een beetje geluk vind je bij een lokale galerie of op een rommelmarkt nog een mooi exemplaar, recht uit een inboedel.’ Wie weet doe je op reis in Italië deze zomer een mooie vondst?