Wanneer begon dierenfotografie
deel uit te maken van uw leven?
GRIET: ‘In 2007 ging ik voor het eerst naar
Afrika. Samen met onze kinderen waren we op
familiesafari in het Zuid-Afrikaanse Krugerpark.
Het klikte meteen, mede dankzij het enthousiasme
van onze ranger. Ik was uiteraard nog
geen professional en mijn materiaal was erg
beperkt. Dat was te merken aan de foto’s. Maar
de passie was geboren, net als mijn verlangen
om het verhaal van elk dier te begrijpen.’
Wat is na vijf jaar dierenfotografie
uw beste herinnering?
GRIET: ‘Mijn eerste ontmoeting met de berggorilla’s
in Oeganda in het Bwindi-woud. We startten
onze eerste zoektocht in de vroege ochtend. Het
plaatselijke team voorspelde een klim van 60 minuten
om hen te bereiken. Maar uiteindelijk duurde
het drie keer zo lang. De twee families hadden
geruzied en zich opgesplitst. Een zeldzaam fenomeen
waardoor we ze niet hebben gespot. Zoveel
tijd verspild zonder enig resultaat, … Gelukkig lukte
het de volgende dag wel. Ik had tranen in de ogen.’
Wat vindt u het leukst aan uw werk?
GRIET: ‘De uitdaging. Dé foto nemen die het verschil
maakt. Dat vergt meer tijd en geduld dan je
denkt, want een dier poseert niet. Ik moet het benaderen
zonder het te storen en het in zijn natuurlijke
omgeving zien vast te leggen. Dat kan uren,
dagen tot zelfs een week in beslag nemen. Maar
het is nuttige tijd waarin ik het dier leer kennen en
er nadien over kan vertellen. Zo kan ik tijdens mijn
tentoonstellingen ook mijn emoties overdragen.’