Trinny Woodall, voormalig co-presentatrice van BBC’s ‘What Not To Wear’, is helemaal terug. Als eigenaar van Trinny London, een cosmeticalabel van 210 miljoen euro.
Ze heeft wat weg van een Disney-prinses als ze me verwelkomt in het glimmende hoofdkwartier van Trinny London, haar beauty-imperium dat ze in vijf krappe jaren opbouwde. Belle misschien, gekleed als ze is in het geel. Of Rapunzel, zo vlekkeloos perfect glooien haar lokken. En lippen zo rood als een roos – Sneeuwwitje. Maar in tegenstelling tot die prinsessen hoeft Woodall niet gered te worden. Ze is immers haar eigen heldin. De auteur van haar eigen sprookje. Ga weg dus, prince charming, je zou alleen maar haar perfect aangebrachte lippenstift verknoeien.
De vrouw die in de vroege jaren 2000 bekendheid verwierf als de helft van het presentatieduo in de make-overshow ‘What Not To Wear’ draagt vandaag lipstick die luistert naar de naam Rossy: een knalrode tint uit haar ‘Lip2Cheek’-lijn van dertig euro. Het succes van Trinny London, dat in 2017 werd gelanceerd, is te danken aan een bijna alchemistische mix van slimme producten en innovatieve technologie, maar ook aan de inzet van zijn charismatische oprichtster, die alomtegenwoordig is op sociale media (1,9 miljoen Facebook-volgers, 1 miljoen Instagram-volgers en 338k abonnees op YouTube). Een krachtiger motor voor de verkoop van haar producten kun je niet verzinnen.
Woodalls (58) belangrijkste klanten zijn vrouwen van middelbare leeftijd wier levensverhaal stilaan van hun gezicht valt af te lezen. Op haar website gebruikt Woodall geen modellen, maar ‘echte’ vrouwen van alle leeftijden, van veertigers tot tachtigers. Haar fans, bekend als ‘Trinny’s Tribe’, zijn helemaal in de ban van haar eerlijkheid, en vinden het geweldig dat ze net zo openlijk over haar stoelgang praat als over haar blush. Of zoals een fan het verwoordt in de ‘comments’: ‘Haar kleren zijn ronduit vreemd, haar fillers zijn net niet bangelijk, maar ze heeft iets sympathieks dat maakt dat ik blijf kijken.’
Eén-op-éénadvies
Vandaag draagt Trinny Woodall een kanariegele Asos-broek en een zilverkleurig Dries Van Noten-jasje. We feliciteren haar met de recente verkoopcijfers en vragen meteen of die haar verrast hebben. ‘Ja’, zegt ze. ‘Omdat ze niet correct zijn. En neen, ik zal ze niet verbeteren, want sommige cijfers publiceren we niet. Hoe dan ook: de verkoop is inderdaad gestegen. Zoals die een jaar eerder al gestegen was, verdrievoudigd zelfs, toen. En tijdens covid verkochten we drieënhalf keer meer.’
‘Het was even doorbijten toen ik mijn huis moest verkopen. Maar niemand wordt een groot ondernemer vanuit een comfortabele positie.’Trinny Woodall
Tussen maart 2020 en januari 2021 groeide het label van Woodall inderdaad met 280 procent, goed voor ruim vijftig miljoen euro bruto-inkomsten. Niet slecht tijdens een wereldwijde pandemie. Voor veel bedrijven was de lockdown een ramp, maar niet voor Trinny. Haar beautylabel is intussen gewaardeerd op 210 miljoen euro. En ze heeft een verklaring voor het succes: aangezien 95 procent van de verkoop al online gebeurde, was het niet moeilijk om helemaal digitaal te gaan. Haar label was een van de eerste beautymerken die online één-op-één-advies aanboden, een service die ze amper tien dagen na het ingaan van de lockdown lanceerde. In de eerste 24 uur werden 3000 afspraken geboekt. ‘Wat ons uiteraard erg geholpen heeft, is dat vrouwen niet wilden stoppen met dingen te kopen waarmee ze zich beter voelen, lockdown of niet’, analyseert Woodall.
Je kunt het natuurlijk ook anders bekijken. Woodall is een geboren en door de wol geverfde communicator, met een persoonlijkheid die het leven overstijgt, vooral voor degenen die troost, begeleiding en zelfverbetering zoeken terwijl ze thuis vastzaten. Eigenlijk bevestigt ze dat als ze zegt, fijn glimlachje: ‘Ik wil dat vrouwen het gevoel hebben dat ze leeftijdloos zijn.’
Geldsluizen open
Toen de pandemie begon, had het bedrijf 68 mensen in dienst. Vandaag zijn het er tweehonderd. Er zitten 187 producten in de portfolio, en die worden verkocht in tweehonderd landen. Elke minuut wordt ergens een potje van haar ‘Miracle Blur’-primer verkocht, een filler die iets meer dan dertig euro kost. Pas in februari lanceerde Woodall haar eerste skincareproduct, nu is die afdeling al goed voor bijna een derde van de verkoop. Ze weet zeker dat het binnenkort vijftig procent wordt. ‘En dan zullen we weer een ander verticaal product lanceren’, zegt ze. Haarverzorging? Lichaamsverzorging? ‘Dat vertel ik nu nog niet.’
Als hoofdaandeelhouder – ze bezit 42 procent van het bedrijf – zal Woodall dan nog rijker worden dan ze nu al is. Dat moet voldoening geven, nadat ze het in het begin zo moeilijk had om investeerders te vinden, toch? Een vrouw met een slim idee en tientallen jaren ervaring op de teller: het volstaat blijkbaar niet om de geldsluizen open te zetten. ‘Het verschil tussen mannen en vrouwen is nog altijd groot’, zucht ze en ze verwijst naar Amerika, waar uit onderzoek blijkt dat amper twee procent van het risicokapitaal naar bedrijven gaat die door vrouwen zijn opgericht. ‘Dat vind ik de ergste genderongelijkheid.’
Woodall investeerde aanvankelijk zo’n zeventigduizend euro, door spullen uit haar eigen garderobe te verkopen. Los daarvan moest ze knokken om nog eens tachtig miljoen euro bij elkaar te krijgen. Een klein, maar onbenoemd deel daarvan werd ingebracht door de man die al negen jaar haar levenspartner is: zakenman en kunstverzamelaar Charles Saatchi. ‘Ik verdiende toen veel minder dan in de betere jaren’, vertelt ze over die periode. ‘Ik kon zelfs niet meer in het huis blijven waar ik jarenlang had gewoond. Dus verkocht ik eerst mijn kleren en daarna uiteindelijk ook mijn huis. Dat was even doorbijten, want je dompelt jezelf onder in onzekerheid en wordt bang. Heel eng. Maar ik besefte ook dat er geen alternatief was. Niemand wordt een groot ondernemer vanuit een comfortabele positie.’
Verslaving na verslaving
Op de vraag wat ze onderweg over geld heeft geleerd, zegt ze: ‘Ik heb geleerd wat je niet nodig hebt om te leven. Tot mijn achttiende leidde ik een heel leuk en keurig georganiseerd leven. Tot het verkeerd begon te gaan met mijn vader, en ik tijdens het weekend ging werken bij Partridges, een delicatessenshop in Chelsea: vlees snijden. Het duurde lang voor ik wist wat ik wilde doen, misschien wel tot mijn 27ste, denk ik. Dat waren moeilijke jaren voor mij.’
Een understatement: het verhaal van Woodall is niet zoals dat van Assepoester, van armoede naar rijkdom. Haar verhaal begon met rijkdom, evolueerde naar armoede en kantelde dan opnieuw naar rijkdom. Haar vader was een bankier, die Trinny al op haar zesde naar de kostschool stuurde. Op haar zestiende begon ze te experimenteren met drugs, op haar twintigste kwam er met alcohol een tweede verslaving bij. Er volgden periodes in afkickklinieken tot ze op haar 26ste, nadat ze een paar goeie vrienden had verloren aan alcoholisme, het dieptepunt bereikte en zich voor een laatste keer liet behandelen. Vandaag is Woodall al 32 jaar nuchter.
Haar volgende ervaring met verslaving kwam toen ze in 1999 trouwde met projectontwikkelaar Johnny Elichaoff. Hun huwelijk duurde tien jaar, maar werd ontsierd door zijn verslaving aan pijnstillers, die in 2006 begon na een motorongeval. Woodall onderging in die periode zestien pogingen tot IVF-bevruchting, kreeg talloze miskramen en in 2003 eindelijk een kind: haar dochter Lyla. In 2009 gingen Woodall en Elichaoff uit elkaar, maar ze bleven vrienden. Tot Elichaoff van het dak van een winkelcentrum in Londen de dood tegemoet sprong: hij had alles verloren door mislukte investeringen. De schuldeisers sleepten Woodall voor de rechter en eisten van haar 330.000 euro, hoewel Elichaoff die schulden na hun scheiding had gemaakt en hoewel hij haar nog 1,6 miljoen euro moest toen hij overleed. Eind 2016 werd de zaak geseponeerd.
Vrijheid van vijftig
Trinny Woodall is zeer close met haar dochter. Lyla is 18 en van plan een jaar vrij te nemen om daarna filmkunst te gaan studeren aan The New School, een universiteit in New York. ‘Ze kreeg daarvoor een beurs’, zegt Woodall niet zonder trots. ‘Lyla voelt zeer goed dat ze nog altijd centraal in mijn leven staat. Ze weet dat ik alles voor haar zou laten vallen. Daardoor heeft ze dat zelfvertrouwen dat je krijgt als je niet moet vechten voor je plaats in een gezin. Ik was de jongste van zes, dat leidde tot een heel andere dynamiek. Lyla heeft op haar achttiende veel meer zelfvertrouwen dan ik ooit had.’
Woodall zegt dat ze zich wel zorgen maakt over haar genen en die van Elichaoff, want daar zit een hang naar verslaving in. ‘Het belangrijkste dat je een kind kunt geven, is een gevoel van vertrouwen. Welk pad ze ook kiest in haar leven, ze zal het niet kiezen uit angst. Het is belangrijk dat kinderen zich geliefd voelen. Met al hun gebreken.’
Ondanks haar succesvolle carrière duurde het tot haar vijftigste vooraleer ze haar eigen gebreken aanvaardde en er zelfs van ging houden. ‘Als je vijftig bent, maakt het niet meer uit. Je maakt je niet langer zorgen over wat mensen van je denken, en dat geeft je grote vrijheid om te zeggen wat je voelt. What you see is what you get.’
Als ik haar vertel dat ze veel charisma heeft, kijkt ze plots sceptisch. ‘Ik denk dat ik in de loop der jaren veranderd ben. Ik was veel onzekerder toen ik jonger was. En toen ik me onzeker voelde, kon ik ook heel koud zijn. Zelfs nu nog, eigenlijk: als ik uitgenodigd ben op een feestje en daar niemand ken, breng ik wat meer tijd door… op het toilet.’
‘Ik wil dat vrouwen zich voelen alsof ze geen leeftijd hebben.’Trinny Woodall
Openhartig op sociale media
Koud, zo omschrijft ze zichzelf. Anderen zullen haar eerder ‘bot’ noemen. Maar ook dat bepaalt haar aantrekkingskracht, vooral in de beautywereld. ‘Ik ben altijd eerlijk geweest. We organiseerden onlangs een ‘Trinny London’-pop-up en kregen in drie dagen tijd tweeduizend vrouwen over de vloer. Ik wilde ze allemaal persoonlijk ontmoeten. Die vrouwen zeiden bijna allemaal: ‘Je moet me zeggen wat je echt denkt’, en dat deed ik dus.’
Haar openhartigheid over haar eigen leven, op sociale media, is al even meeslepend. ‘Dat is heel wat makkelijker als je televisie gedaan hebt’, legt ze uit als we het hebben over haar natuurlijke uitstraling voor de camera.
‘Als ik me down voel, zal ik dat ook zeggen, omdat ik weet dat ook andere mensen zich soms down voelen. Het is belangrijk dat je nooit alleen maar de mooie kant laat zien. Het moeilijkste voor mij is dat punt vinden waarop privé en wat ik met anderen kan delen, elkaar kruisen. Mijn huis laat ik niet zien: je ziet eigenlijk het interieur van iemand anders. Maar ik laat wel mijn garderobe zien, net zoals je me kunt zien tijdens de yoga. Over mijn relatie rep ik met geen woord. Over Lyla kom je dan wel weer iets te weten, voor zover ze dat goed vindt.’
Het is ongetwijfeld een moeilijke oefening voor Woodall, temeer omdat ze graag op zoveel mogelijk reacties van volgers antwoordt: ‘Ik ben daar twintig minuten mee bezig terwijl ik mijn avondeten bereid. En als ik ’s ochtends opsta, zit ik meteen vijf minuten op het toilet, want ik heb last van ochtendhumeur, dus zit ik daar dan te antwoorden. Maar je zult me dat niet zien doen als ik in mijn bed zit.’
Courage
De slogan van ‘What Not To Wear’ was: ‘We vertellen je wat je beste vriendin niet zegt.’ We zetten ons dus schrap voor het oordeel van Woodall, die al sinds het begin van het gesprek popelt om met de make-over van ondergetekende te beginnen.
Ze grijpt een paar van de vele producten die in haar kantoor gestapeld staan en vraagt een assistente om haar wat ‘Bella’, ‘Courage’, ‘Chance’ en ‘Chocolate’ te bezorgen. En ja, ook wat ‘Dawn’ voor mijn ogen. ‘Om je er wat sexy te laten uitzien.’
Woodalls eigen huid is ongelooflijk. Sinds haar 35ste zweert ze bij botox en ook haar lippen liet ze opspuiten. Maar vandaag verbaast het me toch dat ze niet opgemaakt lijkt. Op haar 58ste is ze zonder enige twijfel de beste reclame voor haar eigen label. Terwijl ze mijn gezicht natmaakt, praat ze over AHA, BFF, SPF of CO₂, en hoe ze deze herfst naar Korea gaat om meer te leren over peptiden. ‘Als je in je perimenopauze komt, verlies je sneller collageen’, zegt ze terwijl ze een lotion aanbrengt die naar munt ruikt. ‘Dan voelt je huid dunner aan, voel je je slap en zie je er moe uit. En ik wil er niet moe uitzien.’
We garanderen haar dat ze er niet moe uitziet. Maar er zo jeugdig uitzien als Woodall, dat moet toch veel geld kosten? Als iemand maar vijfhonderd euro zou kunnen besteden, wat is er dan mogelijk? ‘Als je je niet goed voelt, sla dan even op je eigen gezicht en doe de ‘A-E-I-O-U-oefening’. Mijn grootmoeder leerde me die.’ En dan: ‘Komaan, sta op en doe het maar een keertje.’
We staan dus zij aan zij en kijken in de spiegel. ‘Spreek elke klinker nu tien keer uit, zo, A-A-A-A-A-A-A-A’, doet ze voor en overdrijft iedere klank. ‘Dat maakt je kaken strakker.’ Tegen de tijd dat ze haar O’s uitspreekt, klinkt Woodall als Meg Ryan die een orgasme faket in ‘When Harry Met Sally’. ‘Vermoeiend hé’, bazelt ze. ‘Morgenochtend zullen je gezichtsspieren pijn doen als je ontwaakt. Oké, laatste vraag, kom op.’
Welk advies zou ze haar achttienjarige zelf geven? ‘Goh. Ik weet zeker dat je een betere vraag kunt verzinnen, darling.’
We stellen dus maar voor dat ze zichzelf een laatste vraag stelt. Om het even wat. Woodall: ‘Ik zou niet weten wat.’
Maar ondertussen blijft ze ratelen en advies geven, spoort me aan om mijn gezichtsverzorging helemaal bij te sturen, zoals ze dat al met miljoenen vrouwen heeft gedaan. De laatste vraag hebben we nooit gesteld. Maar op weg naar huis dachten we wel na over onze dagelijkse routine voor de spiegel.