Een onmogelijke aankoop, een onmogelijke import, en een onmogelijke zoektocht - naar een compressor, godbetert. Een verhaal over de zoektocht naar dé droomauto waarvoor geen enkele horde te hoog is.
‘Neen, ik heb niet per se iets met auto’s’, zegt de Nederlandse Carla van der Linden. ‘Hoewel, als kind had ik wel oog voor de oude BMW die mijn oom op zijn boerderij had staan - zo’n vierkant ding. Maar mijn zwak voor oldtimers werd pas echt getriggerd in India.’ Van der Linden is in het dagelijks leven projectmanager ‘vergroening en verduurzaming’ bij de Gemeente Amsterdam.
‘Toen ik in 2013 terugkeerde uit India begon ik te werken aan een programma voor betere luchtkwaliteit’, lacht ze. ‘In 2025 mag mijn Hindustan Ambassador die ik meebracht uit dat Zuid-Aziatische land wellicht niet meer in de stad.’
Wie? Carla van der Linden (39) uit Amsterdam.
Wat? Importeerde een Hindustan Ambassador Mark 4 (1985) uit India.
Opmerkelijk? Over haar auto werd zelfs een theatervoorstelling gemaakt.
Het is een icoon in India. Decennialang was de Ambassador de enige auto die je er kon kopen. Het model - in essentie een Morris Oxford - werd in nagenoeg ongewijzigde vorm geproduceerd van 1957 tot 2014. Het Britse autoprogramma ‘Top Gear’ bombardeerde hem tot de beste taxi ter wereld.
‘Eerder was ik er al eens tien dagen gaan fietsen. Toen zag ik de Ambassador voor het eerst. Ik vond hem erg mooi. En doordat India me echt had geraakt, keerde ik begin 2013 voor zes maanden terug. Voor ik echt aan die reis begon, deed ik in groep een tweeweekse riksjatocht van noord naar zuid, goed voor 3000 kilometer. Frank, een oldtimerliefhebber, was er ook bij. En natuurlijk kwam de Ambassador ter sprake.’
‘Daarna verbleef ik enkele weken in het gezin van Josey, de lokale ondernemer die tijdens mijn eerste reis de fietstocht had georganiseerd’, gaat ze voort. ‘Ik ging mee naar bruiloften en kreeg een inkijk in hun dagelijks leven. Over de Ambassador raakte ik niet uitgepraat, en ik dacht aan een roadtrip met zo’n auto.
Josey begreep dat niet goed. Voor hem was het een oude bak. Zij willen westerse auto’s. Maar ik zette wat druk. We keken in kranten en gingen samen naar een vijftal exemplaren kijken - zonder dat we er veel verstand van hadden. Uiteindelijk huurde ik een exemplaar van een autorijschool - met een extra pedaal links; het stuur staat sowieso rechts. Over een eventuele aankoop kon ik het met de eigenaar later nog hebben.’
Illegale praktijken
‘Samen met Eefke, een Nederlandse vriendin, reed ik ermee door Zuid-India, goed voor 2000 tot 3000 kilometer. Met uitzondering van een klapband liet Amby ons niet één keer in de steek. Toen ik weer bij Josey arriveerde, stond mijn besluit vast: die auto gaat mee naar Nederland!
Ik heb toen een keer of zeven geskypet met Frank, maar zijn antwoorden op mijn vragen maakten nog weinig uit. Ik moest en zou die auto hebben. Samen maakten we wel een to-dolijst met wat er allemaal aan moest gebeuren en welke onderdelen ik maar beter kon meenemen naar Nederland.’
‘Josey bracht me bij Sali, een lokale garagist in Kochi, in de Indiase deelstaat Kerala. Het idee was: hij begint eraan, ik reis verder tot Mumbai en vlieg dan terug. Dan zou de auto klaar zijn, zou ik het papierwerk regelen, hem op de boot zetten en nog enkele maanden verder reizen. Bij mijn thuiskomst zou hij in de haven van Rotterdam staan.’
Het draaide anders uit. ‘Toen ik in Mumbai arriveerde, was er nog niks aan de auto gebeurd’, lacht Van der Linden. ‘Ik reisde verder noordwaarts, waarna ik helemaal terug naar het zuiden vloog. Ook toen ik in de garage kwam, stond de auto er nog steeds bij zoals ik hem had achtergelaten. Sali sprak overigens geen woord Engels, en Josey had geen tijd meer om te tolken - door de moesson was zijn rijstveld ondergelopen.
Sali’s dochter nam zijn rol over. En ikzelf bleef bij dat gezin logeren. Elke ochtend ging ik mee met vader en dochter naar de garage. Ik ging er dan letterlijk naast zitten. Anders gebeurt er niks. Samen gingen we ook op allerlei sloperijen onderdelen halen. Heel veel werd vervangen. Amby kreeg een andere voorruit, een nieuwe versnellingsbak, nieuwe remmen, verse banden... De body was niet echt roest.
De auto werd wel opnieuw gelakt - weliswaar zonder iets te demonteren: het is als in een zandstorm gebeurd. De binnenkant werd wel gestript. Het rijkelijk aanwezige plastic werd vervangen door kunstleer. Mooi maatwerk. Na een week was de auto min of meer klaar.’
Dan begon... het papierwerk. ‘En India is een superbureaucratie’, weet Van der Linden. ‘Een klevertje hier, een handtekening daar: het hield niet op. Er kwam advocatenadvies aan te pas. Een havenbediende zei dat ik de eerste ooit was die een Ambassador exporteerde. Daarvoor had ik ook een verklaring nodig waarin stond dat de auto nooit betrokken was geweest bij illegale praktijken.
Maar niemand wist waar ik zo’n papier kon krijgen. En ikzelf moest weg: ik had nog een trip op het Annapurna-bergmassief in Nepal op mijn programma. Ik gaf mijn sleutel, contract én auto aan Josey. Hij zou dat papier regelen. Maar als je er niet naast staat...’
Schimmel in interieur
Na een reis van zes maanden keerde Van der Linden medio 2013 terug naar Nederland. Zonder Ambassador. ‘Iedereen zei: “Die auto komt nooit.” Behalve mijn vader. En ikzelf. Eigenlijk twijfelde ik niet. Ik kénde Josey en Sali, en intuïtief vertrouwde ik hen. Als ik mijn auto kwijt was, was ik mijn vertrouwen in de mensheid kwijt.’
Een klevertje hier, een handtekening daar: de papiermolen om de auto uit te voeren, was enorm.
Dat hoefde dus niet. Al duurde het uiteindelijk nog een jaar alvorens de auto op 13 juni 2014 op de boot werd gezet, voor de overtocht van zes weken. ‘Onder meer door de zoektocht naar die verklaring duurde het zo lang. Op een bepaald moment stond er schimmel in het interieur, waarna Sali het herbekleedde. Maar niemand heeft me ooit extra geld gevraagd.’
Terwijl haar exemplaar onderweg was naar Rotterdam, stopte na 57 jaar de productie van de Ambassador. ‘Toen hij arriveerde, was ik wild enthousiast en ben ik meteen gaan rijden. Maar na vijf kilometer kreeg ik pech. Ook dat was vooral een gevolg van een jaar stilstaan. Mijn broer is me toen komen ophalen met een trailer. De inschrijving in Nederland ging vlot. Al bleek er bij de eerste keuring nog wat werk. Zo moest ik een ruitensproeier installeren en een draagbalk laten lassen.’
‘Zonder Josey was het nooit gelukt’, blikt ze terug. ‘Hij is mijn grote held. Vier jaar later is hij naar Nederland gekomen. Hij was ontroerd toen we rondreden in de Ambassador. Hij heeft er erg veel moeite in gestopt. Het was een soort adoptiekind geworden.’
Pakje uit India
Wellicht is dit de enige Ambassador in de Lage Landen. ‘Het is een mensenmagneet en een verhalenmaker’, aldus Van der Linden. ‘In Het Volkshotel in Amsterdam kwam een meisje naar me toe. Susannah bleek een theatermaakster die in de hotelkamers voorstellingen opvoerde. Ze vroeg of ik een liefdesverhaal uit het buitenland had. “Niet meteen”, zei ik. “Behalve dan met mijn Ambassador.” Ze schreef een stuk waarin ze Amby aan het woord laat. Enkele weken later werd het opgevoerd.’
‘In 2016 ben ik er probleemloos mee naar de Champagnestreek gereden. Hij heeft ook als trouwauto gediend. En ik heb hem enkele keren verhuurd. Het is mijn enige auto, maar ik gebruik vaak het openbaar vervoer. Wat ik in India in drie weken reed, rij ik hier in een jaar.’
‘Vorig jaar heb ik er alleen maar problemen mee gehad. Eerst gingen de startmotor en dynamo stuk, dan de waterpomp, vervolgens de cilinderkop. Toen stond de auto een tijdlang buiten aan een garage. Veel onderdelen verschillen volgens het bouwjaar. Ook zo’n cilinderkop is zeer specifiek, en intussen zelfs in India moeilijk te vinden. Nu was er een Indiër die mijn auto daar aan die garage had zien staan.
Hij had zijn telefoonnummer achtergelaten. Toen ik belde, vertelde hij dat zijn vader in India een garage heeft. En hoewel ik die man nooit had ontmoet, werd er enkele weken later hier bij me thuis een cilinderkop afgeleverd. Uit India! Alweer dat vertrouwen. Ook dat vertegenwoordigt die auto.’
In een museum
Nu bolt hij weer lekker, verzekert ze. Niettemin denkt ze aan verkopen. ‘Ik heb er veel tijd, moeite en geld in gestopt. Dat doe je niet als je er niet van houdt. En ik krijg nog steeds een warm gevoel als ik instap. Maar ik kan zelf niet sleutelen, en dat is geregeld nodig. Daar komt de milieuzone bij, straks.’
Ze twijfelt. En wil graag haar investering terug. Dat wordt niet eenvoudig. ‘De auto zelf kocht ik voor 600 euro. Maar met de boottocht, de taksen en alle reparaties kwam ik aan bijna 25.000 euro. Nu, hij hoeft niet zo nodig weg. Sowieso wil ik dat hij bij een liefhebber terechtkomt. Of in een museum. En ook nu heb ik er alle vertrouwen in: er komt wel iemand op mijn pad bij wie ik een goed gevoel heb.’
Het artikel maakt deel uit van de driedelige serie '3x zoektocht naar een onmogelijke auto' en verschijnt zaterdag 26 januari in Sabato.
’