Een tocht langs garages in België. Deze week: het arsenaal van Raf Vangenechten.
Op zijn oprit: een eenmans-wachtbunker die tijdens de Tweede Wereldoorlog aan de Atlantikwall stond. Ernaast: een uit de Noordzee geviste propeller van een gecrashte bommenwerper.
Raf Vangenechten (46)
Zaakvoerder van doe-het-zelfzaak American Stock Vangenechten en schepen van Openbare Werken in Herselt.
Daily: Alfa Romeo Stelvio Quadrifoglio (2018) met een Ferrari-motor van 510 pk.
Eerste: Audi 80 TD (1989).
Motorfiets: 'BSA A7 Shooting Star (1957) die ik nog steeds heb.'
Slechtste: BMW 525d (2005).
Droom: Een Sexton-tank. 'Daar mag ik niet op hopen. Als je er al een vindt, betaal je 300.000 tot 500.000 euro.'
Volgende week zal het 75 jaar geleden zijn dat de geallieerden landden in Normandië: het begin van de bevrijding. Raf Vangenechten toont originele kisten vol geoliede zakken, gemaakt om tijdens de operatie wapens op te bergen, opdat ze droog bleven. 'Ook deze Cushman-parabrommer werd er gedropt', zegt hij.
'De Marmon-Herrington (1942) is een pantserwagen van Zuid-Afrikaanse makelij, gebouwd voor de Engelsen. Van dit type zijn er in Engeland nog twee. Uiteraard rijdt hij nog. Net als de Morris C8 Field Artillery Tractor. Erachter kwam een munitie-aanhangwagen, daarachter een kanon.'
Hij toont een 105 mm-houwitser. 'Schoot twaalf kilometer ver. Het is onbruikbaar gemaakt, ja. Dat moet. Maar wat ga je ermee doen? Buiten zetten en een schot lossen? Het is oké zo. Het gaat me om de geschiedenis van de attributen.'
'Ik heb vooral Engelse voertuigen: zij bevrijdden mijn streek.' Al is ook de Ford Canada present, in een zeldzame 4x2- en 4x4-versie. En de Weasel Fulltrack, een Amerikaans amfibievoertuig gebouwd bij Studebaker. 'Die werd tijdens de strenge winter van 1944 bij de Slag om de Ardennen gebruikt, maar ook in Normandië.'
Er staat een Universal Carrier, luchtafweergeschut en een gemotoriseerde sirene om luchtaanvallen aan te kondigen. 'Die kon je vijf kilometer ver horen.' Voorts een bijzondere Willys van de Engelse Special Air Service die veldmaarschalk Erwin Rommel op z'n doos gaf in de woestijn van Noord-Afrika.
'Die jeeps werden met vliegtuigen gedropt. Hij heeft een kogelvrij venster voor de bestuurder en vier benzinetanks, goed voor 300 liter. In de tanks zit dik rubber dat schietgaten weer dichtmaakt. Elders heb ik ook een zeldzame Dodge WC 55 (1944), bewapend met een kanon. Plaatsgebrek, ja.'
'Vroeger reed ik wekelijks wel met iets. Nu heb ik de tijd niet meer. Maar Spearhead, de club waarvan ik lid ben, organiseert elk jaar in juli Operation Bluecoat: een groot treffen in Lichtaart. Dan breng ik mensen bijeen die ermee kunnen rijden en gaat alles van stal.'
We lopen langs een BSA M21 (1938) en M20 (1941). Achter een kleinere poort staan acht naoorlogse BSA's. 'Ik ben een BSA-freak. Waarom? Heb je er ooit mee gereden? Dat zijn echt oldskool motorfietsen. En alles is andersom: van de hendels voor de rem en koppeling tot de voetversnelling. Gewoon omdat het Engels is. BSA was erg veelzijdig. Het maakte fietsen, bromfietsen, wapens, zelfs auto's. Zo had ik er ook een, maar die heb ik verkocht. Met de restauratie van de Lightning (1968) ben ik bezig.'
Er is ook een Triumph TWN 500 (1943). 'Dat staat voor Triumph Werke Nürnberg. Triumph is van oorsprong Duits, maar begon ook in Engeland een fabriek. Tijdens de Tweede Wereldoorlog at het van twee walletjes.' En een Harley-Davidson WLA (1942) van het Amerikaanse leger. 'De recente Electra Glide CVO (2009) en Softail Slim (2017) zijn voor luxejeanetten.'
'De Britten haalden na de oorlog al hun voertuigen terug, de Amerikanen lieten ze achter en produceerden gewoon nieuwe', vertelt hij. 'Onder meer in Letland en Oezbekistan is nog veel te vinden. Voor zeldzaam gerief schuim ik de hele wereld af. En ben ik iets op het spoor, dan laat ik niet meer los.
Verzamelen is een ziekte. Stopt het ergens? Ik hoop van wel, maar ik denk van niet. Probleem: tegenwoordig denkt iedereen dat alles goud is. Een eenvoudige Willys kost gauw 20.000 euro. Maar ik verkoop bijna niks.'
'Ik ben er al van kindsbeen mee bezig. Het legerkostuum van mijn vader heb ik tot op de draad versleten. Maar toen ik zelf mijn oproepingsbrief kreeg, heb ik gevloekt: ik was pas zelfstandige geworden. Ach, vanuit de kazerne van Turnhout mocht ik elke dag naar huis. Militair worden heb ik nooit overwogen: dat verdiende niet genoeg.'
Op de zolderverdieping van de loods bracht hij zijn indrukwekkende Allied Forces Museum onder. We zien wapens, vouwfietsen voor para's en een Cocleshell Canoe MK7. 'Op acht stuks gebouwd voor de raid op Bordeaux; twee blijven er over.'
Maar ook kerstballen met swastika's en een themahoek over de concentratiekampen. 'Dat laatste is een intense, moeilijke zoektocht. In 2013 deed ik examen aan de universiteit van Krakau om als gids te kunnen fungeren in de kampen. Nu mag ik ook in de archieven en doe ik opzoekingen over gedeporteerde Belgen, zoals Raymond Van De Wiele uit Erwetegem. Kijk, dit zijn de kleren die hij in het kamp droeg.'