Een tocht langs garages in België. Deze week: het verhaal achter de vijf Fords van Paul Michielsen.
In de garage van Paul Michielsen staan vijf Fords, en alle vijf zijn ze van 1954. Daar móét wel een verhaal achter zitten. ‘In dat jaar ruilde mijn vader zijn Oldsmobile uit 1948 in voor een nieuwe Ford Customline’, vertelt hij. ‘Eigenlijk was dat een stap terug. Ik vond het doodjammer dat onze auto wegging.'
'Tot vader, mijn oudere broer en ikzelf onze nieuwe auto gingen afhalen. Zodra ik instapte, was ik de Olds vergeten. In mijn ogen was die Ford hypermodern. Ik was dertien, en toen is er iets met mij gebeurd dat altijd in mijn lijf is blijven zitten. Toen vader een jaar later overleed, volgde mijn broer hem op in de zaak. Met hem ging ik vaak mee op klantenbezoek, in de Ford. En af en toe mocht ik ook eens rijden.’
Toch werd Michielsen niet meteen een autofreak. ‘Tot dertig jaar geleden diende een auto om klanten en leveranciers te bezoeken. Maar toen las ik een artikel over iemand die een Dodge had gekocht zoals zijn vader er ooit een had. Dat deed me denken aan onze Ford, waarvan ik ook een oude foto terugvond.'
'Gevolg: 35 jaar na datum ging ik op zoek naar overgebleven exemplaren uit datzelfde bouwjaar. Ik leerde iemand kennen die Amerikaanse oldtimers importeerde. Aan zo’n Customline met vier deuren en een zescilinder kon hij niets verdienen, zei hij. Hij vond wel de witte Ford Crestline Skyliner met V8-motor die in de VS was gerestaureerd. Die auto arriveerde hier in maart 1991. Ik had er altijd foto’s van op zak.’ (lacht)
‘Maar eigenlijk wilde ik dus zo’n Customline. Toen ik er na lang zoeken een vond, zei mijn carrossier dat ik hem moest laten zandstralen. Dat werd mijn grootste stommiteit ooit. De auto raakte compleet beschadigd. Pijnlijk, ja. Maar in die periode vond ik een ander exemplaar bij een dokter in Nijvel die wel zeventig auto’s had.'
‘De Ford Crestline Sunliner vond ik nabij de Niagara Falls. Toen de oldtimer in Antwerpen arriveerde, hoefde ik hem alleen maar te poetsen.’
'Toen ik er arriveerde, herkende ik onder een dikke laag stof de vorm van de auto. Ik veegde het stof weg, en de sierlijsten bleken als nieuw. Alles was origineel, op de teller stond 60.300 kilometer. Nu, 26 jaar later, zijn dat er 86.000. Deze auto is nog altijd ongerestaureerd. Alleen het tapijt werd vervangen, de rest is zuiver gemaakt en opgepoetst, en het koetswerk werd opnieuw gelakt. Dat maakt hem speciaal, ook al is het hier de eenvoudigste.’
De microbe woekerde. Michielsen begon te dromen van een Ford Crestline Sunliner, de convertible. ‘Die vond ik nabij de Niagara Falls. Ik ging er samen met mijn dochter naartoe. Toen de auto in Antwerpen arriveerde, hoefde ik hem alleen maar te poetsen. Maar in de winter die volgde, hebben we hem compleet uit elkaar gehaald. Mijn broer was op z’n 57ste al met pensioen gegaan. Hij woonde bij onze moeder, die een jaar later stierf. Vanaf dan is hij hier 15 jaar lang elke namiddag aan de auto’s komen werken.’
‘Geen van ons heeft een technische opleiding gevolgd. Een ophanging demonteren duurde soms maanden, maar zo leerden we die auto’s goed kennen. Ik de theorie, hij de praktijk. De groene Crestline Country Squire kochten we na twee jaar zoeken en hebben we helemaal gerestaureerd. We wisten niet waaraan we begonnen: hij zat onder het mos.'
Paul Michielsen (79)
Gewezen importeur van damesmode.
Daily:
Ford Mondeo 1.6 TDCi Clipper (2015) en Ford Fiesta (2011).
Eerste:
Peugeot 404 Diesel (1973). Beste: Mercedessen.
Slechtste:
Renaults.
Met spijt verkocht:
‘De beige, beschadigde Customline. Hij werd in Frankrijk verbouwd tot een hot rod en op een gazon in felle metaalkleuren gespoten. Daar doet mijn hart van zeer.’
'Het werd een lang en moeilijk proces, maar voor mij was het een ontdekkingsreis. Na vijf jaar kwamen we tot het beoogde resultaat. Waarna problemen volgden om een nummerplaat te krijgen. Ik kreeg toen veel hulp van Ford Motor Company. De avond waarop mijn plaat er eindelijk op zat, ben ik dronken geweest. Van puur geluk.’
‘Toen ik in 2006 de zaak stopzette, dreigde mijn zwart gat. Op een beurs in Rosmalen stond de Ford Crestline Victoria op de parking. Ik stak een briefje onder de ruitenwisser en kon hem kopen voor weinig geld. Ook dat werd een totaalrestauratie, die twee jaar duurde.’
Behalve de blauwe Customline hebben ze allemaal een V8-motor. ‘De rode en de witte zijn full option’, zegt Michielsen. ‘Dat betekent: een ‘Fordomatic’, getinte en elektrisch bedienbare ruiten, elektrisch bedienbare zetels, servostuur en servorem. Sinds mijn broer er tien jaar geleden mee ophield, doe ik alle herstellingen.'
'Vroeger keek ik op beurzen alleen naar de modellen. Nu zit ik meteen met mijn hoofd onder de motorkap. Vroeger zei ik soms tegen hem: het zijn auto’s waaraan je werkt, geen horloges. Nu denk ik vaak bij mezelf: het zijn wél horloges. Als iets stukgaat, kan dat een heel staartje krijgen. ‘s Zomers haal ik er elke zondag een van stal en rij ik rond met muziek uit de jaren 50 en 60. Heel leuk is dat, maar altijd is er die reflex: is alles wel in orde? Hoor ik daar nu iets abnormaals? Dat kan erg lastig zijn.’