Hij toont de kraantjes en hendeltjes waarmee je het voertuig in beweging brengt. ‘Elke keer scheelt er wel wat. Zie al die leidingen. Wat roest, wat gras, één lek, één klep die hapert, en het kan mislopen. Toch rijd ik er elk seizoen meermaals mee. Nabij Osnabrück is er een vijfdaagse rondrit, we doen zowat honderd kilometer per dag. Hij weegt tweeënhalve ton en heeft alleen een trommelrem op de achterwielen.’
Autobiografie | Jean Tilmans (71)
| Daily | Audi Q7 (2017).
| Beste | Hymer Grand Canyon S (2018), een motorhome op basis van een Mercedes-Benz Sprinter.
| Slechtste | Ford Scorpio (rond 1985). ‘Vatte spontaan vuur.’
| Met spijt verkocht | Geen.
| Droom | ‘We hebben niet veel meer te dromen. Maar een Morgan 3 Wheeler zou ik nog willen.’
Zijn passie voor voertuigen begon met de Mercedes 170 (1951). ‘In 1957 was mijn vader voor zichzelf begonnen met afgedankte legermachines. Toen hij uitbreidde, kocht hij in het Nederlandse Vaals vrachtwagentjes van Deutz. Op een mooie dag in 1966 mocht ik mee. Ik was veertien en herinner me hoe op een plein tientallen vrachtwagens en walsen stonden, en ik achteraan plots die Mercedes zag. Ik was er weg van. Toen ik enkele weken later thuiskwam van het internaat, stond hij hier. Als verrassing.’
‘Hier, in en rond de loodsen, reed ik er als tiener op zaterdagnamiddag soms veertig à vijftig kilometer mee. Toen ik mijn rijbewijs behaalde, moest ik op het college zeuren om ermee naar school te mogen komen. De auto hing toen vol stickers. Je zag het kakikleurige koetswerk bijna niet meer. Nadat we in 2003 het bedrijf hadden verkocht, had ik tijd, geld, en geen werk meer. Toen heb ik hem gerestaureerd: kaki maakte plaats voor zwart, bijna alles werd hersteld en het interieur werd herbekleed.’
‘Toen mijn schoondochter zwanger was, mochten we niet weten of het een jongen of een meisje zou zijn. In de kraamkliniek zag ik het kaartje: Mathis. ‘Gefeliciteerd met jullie nieuwe auto’, zei ik toen ik binnenkwam. Ze vroegen of ik al gedronken had. Voor zijn eerste verjaardag kocht ik de Mathis EMY 4 (1929).’
‘Met de stoomwagen kwamen we geregeld in Engeland. In Beaulieu, in het graafschap Hampshire, zag ik de Austin Seven (1932), een coup de cœur. Ik kocht hem en zette hem bij Trevor Hirst, een vriend die op een paar mijl daarvandaan woont. Zijn vader David kende ik uit de stoomwereld. Met mijn eigen familie kan ik niet overweg, maar de stoommensen vormen ook een soort familie. Ik heb veel aan hen te danken.’
Hij wijst naar de laatste in de rij. ‘Morgan is een van de laatste Engelse autobouwers, en nog echt een auto. We gingen al jaren naar de beurs in Maastricht. ‘Die koop ik’, zei ik toen ik de 4/4 (1973) zag staan. Mijn vrouw Julia wil kunnen uitwaaien, met haar haren in de wind. Niet aan zee, maar in de Morgan. Van deze auto houdt ze, de andere heeft ze ondergaan.’