Met een vader die drie autokerkhoven had, kreeg Wally Loosveldt de autoliefde met de paplepel binnen. Zijn topstuk? Een Morgan uit 2015.
Een paar jaar geleden ruilde Wally Loosveldt twaalf vooroorlogse auto’s in voor één Chevrolet Corvette (1954). ‘Die auto’s had ik al vijftig jaar’, vertelt hij. ‘Ze restaureren zou veel geld hebben gekost. Nico Aaldering, een van de grootste handelaars van Nederland, was geïnteresseerd. Bij hem zag ik die wondermooie Corvette, en we kwamen tot een deal.’
Geen nood: Loosveldt hield er nog minstens twaalf andere over. Zijn collectie is een levende historie. ‘Als kind zag ik niets anders dan auto’s, en ze zijn altijd in mijn leven gebleven. Van 1947 tot 1964 had mijn vader drie autokerkhoven. Op een bepaald moment stonden er duizend auto’s. Ik herinner me zijn laatste: een De Dion-Bouton die stukgeslagen werd. Het ijzer en koper werden gerecupereerd, maar de auto op zich had toen geen waarde. Ongelooflijk, hé. Al toen ik vijf was, prutste ik mee. In die periode was er ijzer nodig voor de Koreaanse Oorlog. Mijn vader wist toen een miljoen kilogram te verkopen. Dat was veel geld waard. Later zijn we potten, kabouters, beelden, ornamenten en pergola’s gaan gieten. Dat doen we nu al 59 jaar. Het is een uitstervend beroep. Nu exporteren we wereldwijd.’
‘Zelf begon ik te verzamelen in 1969’, vertelt hij. ‘Ik trok toen naar Frankrijk en kocht een Citroën Traction Avant, een DS, Fords, Mercedessen... Ik ben vrij handig en kon er zelf aan werken.’ Achter de oude garagepoorten op zijn bedrijfsterrein staan een Cadillac 355-B (1932), een Lincoln L-Series Sedan Six Windows (1923) en een Packard Light Eight Model 900 4-door Sedan (1932) met wat werk aan. ‘Dat zijn nog auto’s, hé’, lacht hij. ‘Die kocht ik zowat veertig jaar geleden rechtstreeks in de VS. Per brief! Mensen stuurden dan foto’s op.’
Er staat ook een replica van de Simca 8 Gordini (1950). ‘Wel met een origineel chassis’, beklemtoont hij. ‘Die kocht ik bij Nico Aaldering. Waar ik de Willys Jeep (1952) vond, herinner ik me niet meer.’ In een loods verderop staat tussen de stenen leeuwen een Peugeot 304 Cabriolet (1971) die hij liet restaureren. ‘Die is van mijn kleindochter. Zij en mijn kleinzoon hebben de microbe ook te pakken.’ Nog elders vinden we een Ford Pickup (1938).
Autobiografie
Wally Loosveldt (76) | Oprichter Tuin- en Bouwornamenten Loosveldt
| Eerste | Renault Juvaquatre (+/- 1950).
| Daily | Land Rover Defender (2010).
| Beste | Land Rover Defender (2010).
| Slechtste | Citroën 2 pk.
| Met spijt verkocht | Mercedes-Benz 200 (+/- 1966).
| Droom | Ferrari 330 GT 2+2 (1964).
‘Ik heb veel en graag gewerkt. Nu doe ik dat nog halve dagen. En daarna maak ik een ritje of ga petanquen.’ Hij neemt ons mee naar het voormalige naburige cafeetje dat hij kocht. In de zon aan het raam staat in alle stilte een Citroën 5CV (1919), ook wel de ‘Trefle’ genoemd. ‘Dat is een souvenir aan mijn vader. Ik doe hem nooit meer weg. Hij staat niet perfect, maar wel gezond.’ Later zal hij de factuur uit 1958 uit een map vissen – 820 Franse franc betaalde vader ervoor. Vlakbij staat een T-Ford (1919) tussen oude benzinepompen uit Texas. ‘Ook die is in rijdende staat.’
Bij hem thuis toont hij de bij Kit Car Centre in Zuid-Afrika gebouwde replica van de AC Cobra (1990). ‘Van deze auto liet ik de stuurinrichting wel ombouwen: rechtsgestuurd ligt me echt niet. En dan trekt hij het zeil van zijn topstuk. ‘Van de Morgan Aero Coupé (2015) werden slechts 38 stuks gebouwd, waarvan 14 linksgestuurde. Dit is nummer 37, mijn schoonzoon Sammy heeft nummer 38. Ik ontdekte de auto tijdens een fabrieksbezoek in Malvern, Engeland, samen met hem – een van de mooiste trips uit mijn leven. Het aluminium koetswerk werd met de hand geklopt. En kijk eens naar de afwerking van dat lederen interieur. Ik rij ermee, ja. Maar niet vaak: hij heeft ongeveer 1.200 kilometer op de teller. Hem ergens parkeren durf ik niet: er staan meteen mensen rond – deze auto hebben ze nog nooit gezien.’
Hij toont zijn gloednieuwe garage in aanbouw. ‘Over twee maanden is ze klaar’, grijnst hij. ‘Er komen vijftien plaatsen op vierhonderd vierkante meter. Het doel is om samen met mijn twee dochters en schoonzonen de collectie uit te breiden en naar een hoger niveau te tillen. Nu heb ik een Ferrari 330 GT 2+2 (1964) op het oog. Een mooi exemplaar is al zeer prijzig, maar ik zie de waarde ervan verder stijgen. Het is zaak om de juiste oldtimers te kopen. Voor 80.000 euro koop je een goede Porsche, maar of dat financieel interessant is, weet ik zo niet.’