‘Mijn Maserati Quattroporte Sport GTS klinkt als Pavarotti’
Vandaag staan er bij Tom De Bruyckere thuis én in een zwaar beveiligde loods acht topauto’s. Met de Maserati Ghibli (1970) als absolute favoriet.
Vandaag staan er bij Tom De Bruyckere thuis én in een zwaar beveiligde loods acht topauto’s. Met de Maserati Ghibli (1970) als absolute favoriet.
In ‘The Art Of Collecting’ vertelt journalist Bert Voet het verhaal achter de mooiste Belgische autocollecties.
Als een speelgoedautootje in een doosje staat in de hal van zijn huis achter zes meter glas een wondermooie Jaguar XK120 (1954). ‘Ik wissel geregeld’, lacht Tom De Bruyckere. ‘Mijn vrouw vond het prima, zolang de auto niet zichtbaar was vanuit de living. De Jag vond ik in Utrecht. Sinds ik vorig jaar Jaguar- en Land Rover-verdeler Vernaeve overnam, is mijn speeltuin wat groter.’
‘De XK120 kwam in 1948 op de markt, zowat samen met naoorlogse iconen als de Land Rover, de 2pk, de Porsche 356 en de Ferrari 166’, vertelt hij. Hij loopt naar het toilet en komt terug met een nummer van het magazine Classic & Sports Car waarin de auto’s vermeld staan. ‘Ik heb zes van de eerste tien nummers van AutoGids uit 1979 – toen was ik vijf. In het eerste leerjaar vertelde ik al dat ik garagist wilde worden. En de periode waarin ik mijn rijbewijs behaalde, was misschien wel de mooiste in mijn leven. Op de universiteit vond ik mijn draai niet. Dankzij mijn moeder kon ik naar het IVA in Driebergen, Nederland. Zij heeft toen mijn vader overtuigd (voormalig Ter Beke-CEO Luc De Bruyckere, n.v.d.r.). In die gereputeerde businessschool voor alles omtrent de autosector kon ik me wel uitleven. Mijn werk vloeit dus direct voort uit mijn passie. Voor ik autodealer werd, had ik een Volvo Amazon.’
Met de prachtig gelijnde Maserati Ghibli (1970) die buiten staat, reed hij vorig jaar de Zoute Rally. ‘Deze auto ruilde ik tegen een Alfa Romeo 8C (2009). Over de telefoon. We zaten allebei in de auto. In tien minuten was het geregeld. Toen ik thuiskwam, zat de overeenkomst in mijn mailbox. De Ghibli is mijn absolute favoriet, maar die Alfa had ik nooit mogen wegdoen. Er werden vijfhonderd Coupés en vijfhonderd Spiders gebouwd, die nu bijna allemaal vastzitten in collecties, ook al zijn ze nog zo jong.’
Eigenaar en zaakvoerder van ACG Groep (dealernetwerk van Volvo, Polestar, Maserati en Jaguar-Land Rover).
| Daily | Land Rover Defender 75th Edition (2023).
| Eerste | Peugeot 106 1.0 Key West (1994). ‘Vijftig pk.’
| Beste | Maserati Quattroporte Sport GTS (2009).
| Slechtste | Geen.
| Met spijt verkocht | Alfa Romeo 8C (2009).
| Droom | Geen.
Hij neemt ons mee naar een zwaar beveiligde loods verderop. De Ghibli is grotendeels origineel. De veiligheidsgordels zijn te kort. Een achterbank is er niet, al is er wel plaats voor. ‘Daar moet je een Italiaan voor zijn’, lacht De Bruyckere, terwijl hij de 4.7-achtcilindermotor in de toeren jaagt. ‘Toen de auto in 1966 verscheen, was 310 pk iets ongelooflijks. Het was ook de tijd van de Ferrari Daytona en de Lamborghini Miura: een van de mooiste episodes uit de geschiedenis van de auto.’
‘De loods is van onze hoofdtechnicus bij Maserati. Het is een win-win: hij kan het teveel aan plaats verhuren, ik heb een vertrouwenspersoon. Sam rijdt ook met mijn auto’s en stuurt maandelijks een logboek in Excel door. Dat is een geweldig genoegen.’ Binnen zien we de Maserati Indy, lichtblauw met beige leder. ‘Die kocht ik in 2010 van Philippe De Craene, de ex-zaakvoerder van Carrera Motors in Sint-Martens-Latem. Het is een publiek geheim dat hij niet alleen van Porsche, maar ook van Maserati houdt. Later heb ik die auto goed kunnen verkopen.’
‘De Maserati Mexico (1967) is zó eenvoudig en zó elegant’, klinkt het. Hij kreeg zijn naam doordat de eerste bestelbon werd ondertekend door de toenmalige president van Mexico. Hij staat nogal in zijn jus. Ook aan de Mistral 4000 (1966) is niet zoveel gebeurd. Dat is een knipoog naar de Britse sportwagens. De Spyder (2006) is technisch gezien bijna een Ferrari. Het waren de jaren waarin beide merken dezelfde leiding hadden. Michael Schumacher had er zo een. Maar van de moderne Maserati’s is de Quattroporte Sport GTS (2009) mijn favoriet. Zijn atmosferische 4.7-achtcilinder is de best klinkende motor ooit, om de woorden van de Britse televisiepresentator Jeremy Clarkson te gebruiken.’ Hij verdwijnt even en komt terug met een doosje vol autosleutels. ‘Kun je iets verdragen?’, vraagt hij, waarna hij het briljante uitlaatsysteem demonstreert. ‘De motor schreeuwt niet, hij klinkt Pavarotti-achtig – de tenor had er trouwens zelf een. Ik doe hem nooit meer weg.’
Zijn autohart is groter dan de merken die hij verdeelt. ‘De BMW 635 CSi (1984) kocht ik voor rally’s waaraan mijn vader deelneemt. In mijn jeugd heeft hij één keer tegen me gelogen. Hij kwam thuis met dit type, een testauto van de garage. Nadat we samen een ritje hadden gemaakt, zei hij dat hij er een zou bestellen, maar enkele maanden later kwam hij thuis met een 733i. Zijn uitleg dat die handiger was voor het gezin deed er niet toe: ik vond het verraad. Dit is de posterauto uit mijn kindertijd.’
Zijn Effeffe Berlinetta (2018) is een rariteit met slechts 988 kilometer op de teller. ‘Dit is een handgebouwde hulde aan de Italiaanse sportwagens uit de jaren 50, maar wel met een wondermooi afgewerkt interieur. Een project van de broers Frigerio, die zeer actief zijn in de Milanese autoclub en altijd hebben geracet met Alfa Romeo’s. De auto staat op een Alfa-chassis uit de jaren 60 en heeft een viercilindermotor. Die levert slechts 180 pk, maar doordat de auto amper 690 kilogram weegt, spurt hij in vier seconden naar honderd kilometer per uur. De broers dachten er zo’n dertig per jaar te produceren, maar bleven steken op vier exemplaren. Het is in een droom blijven hangen. Jammer.’