‘Het enige nadeel is dat ik mijn aandacht moet verdelen’, zegt Hans Christian Demyttenaere.
‘Het enige nadeel is dat ik mijn aandacht moet verdelen’, zegt Hans Christian Demyttenaere.
© Thomas Vanhaute

'Met mijn Austin-Healey nam ik al zeven keer deel aan de Zoute Grand Prix'

Een tocht langs garages in België. Deze week: dwars door de bocht met Hans Christian Demyttenaere.

‘De Austin-Healey 100 M Le Mans (1955) was mijn eerste classic car’, vertelt Hans Christian Demyttenaere, Knokkenaar in hart, nieren en garage. ‘Ik kocht hem in 2006, in zijn eerste kleur en met de oorspronkelijke motor en versnellingsbak - de zogenaamde ‘matching numbers’. Aan deze auto beleef ik nog altijd het meeste plezier. Hij is sportief, wendbaar en krachtig. Ik kan hem naar hartenlust dwars door de bochten jagen. Deze is ook het minst in orde.’ 

Austin-Healey 100 M Le Mans (1955).
Austin-Healey 100 M Le Mans (1955).
© Thomas Vanhaute
Advertentie
Advertentie

Hij toont wat luttele steenslag. ‘Al zeven keer nam ik ermee deel aan de Zoute Grand Prix. Ook de zware ING Ardenne Roads deed ik ermee, net als de circuits van Daytona, Good­wood, Thruxton en Francorchamps. Al vier keer heb ik hem over de oceaan getransporteerd. De meest spectaculaire trip was van New York naar Miami, met mijn broer als copiloot: zo’n 3.000 kilometer in vijf dagen, langs kleine baantjes. Ook de auto zelf komt oorspronkelijk uit de VS. Ik hou van zijn zuivere lijnen. Kijk, hij heeft nog geen deurklinken. En je kan de voorruit plat leggen.’ Hij werd gesigneerd door de legendarische autoracer sir Stirling Moss. ‘Gewoon gevraagd toen ik hem tegenkwam in Good­wood.’

De Jaguar XK150S Fixed Head Coupé (1959).
De Jaguar XK150S Fixed Head Coupé (1959).
© Thomas Vanhaute

‘Dat ik drie Engelse klassiekers heb, is louter toeval. Ik zocht ze niet. Ze kruisten mijn pad. De Jaguar XK150S Fixed Head Coupé (1959) is een comfortabele Gran Tourismo. Ik kocht hem ‘nut and bolt’ gerestaureerd. Het is een zeldzame versie met groot vouwdak. Dat biedt de voordelen van een cabrio zonder de nadelen: je voelt geen tocht en kan het dakje al rijdend dichtgooien. Deze auto had in 1959 265 pk en reed 245 kilometer per uur. Waanzin. Ik denk dat veel Ferrari’s van toen hem niet konden volgen.

De wagen had wellicht een wat foute eerste eigenaar: een Duitser die in Venezuela verbleef. Ik gebruik hem voor rally’s op de betere wegen en met niet te veel stof, al reed ik er wel Luik-Sofia-Luik en Luik-Rome-Luik mee. Volgende week vertrekt hij naar Ierland, voor een rally met de Zoute Automobile Club.’

‘Voor elke auto ga ik naar een andere specialist. Voor en na elke rally laat ik ze controleren. En in ruim tien jaar had ik niet één echt probleem. Wat ook onvoorstelbaar is: ze starten altijd, zonder druppellader. Ze hebben geen elektronica die ze leegzuigt.’

Advertentie
Advertentie

‘Hout vasthouden’, zegt hij. En hij tikt op het dashboard van de MG PB (1935). ‘Ik wilde dolgraag ook een ‘pre war’. Dit is een heel andere manier van rijden, met de niet-gesynchroniseerde versnellingsbak en kabelremmen zoals op een fiets - je voelt ze amper. Ik kocht hem op een veiling van Artcurial. In 2012 had hij de Mille Miglia uitgereden. Ikzelf werd in 2018 toegelaten. Hoe dat was? Zeer vermoeiend. Lange dagen, korte nachten.

In september doe ik de Gran Premio Nuvolari in Italië. Die rally is van dezelfde organisatie, maar iets comfortabeler. Wel met dezelfde gein, zoals de politie die de rally begeleidt en je al spookrijdend door de rode lichten jaagt.’

Advertentie
Het mooie interieur van de BMW Z8 (2000).
Het mooie interieur van de BMW Z8 (2000).
© Thomas Vanhaute

‘Zodra het voorjaar aanbreekt, gebruik ik ze. Zelfs om klanten te bezoeken. Met oude auto’s oogst je veel sympathie. De BMW Z8 (2000) leent zich daar minder voor. Bij zijn lancering was ik er meteen gek van. Toen ik hem in november 2017 kocht, was hij al meer waard dan hij nieuw kostte. Hij is wat getuned en verlaagd. De snelheidsbegrenzer is eraf, maar de topsnelheid heb ik nog nooit getest. Er staat 92.000 kilometer op de teller. Met alleen maar de waarde in gedachte zou ik er niet mee mogen rijden, maar dat lukt me niet.’

‘Het plezier begint al bij het louter kijken naar mijn auto’s. Ze wassen, ook. Ik vind het kunstobjecten. Vroeger had elk merk zijn typerende vormen. Nu regeert veelal de eenheidsworst. Het nadeel is dat ik mijn tijd moet verdelen. Soms overweeg ik om de drie klassiekers in te ruilen voor één topper. Maar zodra het lente wordt, smelt dat idee weer weg als sneeuw voor de zon.’

Advertentie
Gesponsorde service

Lees Meer