Maandenlang probeerde Johan Van Buynder een Lotus 7 te kopen. Uiteindelijk koos hij voor de ultieme evolutie: een nagelnieuwe Caterham Seven.
John Van Buynder (62), gepensioneerd bediende bij Havenbedrijf Antwerpen.
‘Nog een beetje geduld’, zei John Van Buynder drie jaar geleden keer op keer. Maandenlang probeerde hij een zeldzame, klassieke Lotus 7 te kopen, de vederlichte sportwagen die Colin Chapman in 1957 lanceerde voor de weg én het circuit. ‘In British Racing Green met gele streep’, blikt hij terug. ‘Hij stond al twintig jaar in een loods bij Philippe Sébille, de invoerder van Caterham.
De eigenaar was verhuisd en Philippe had zijn gegevens niet meer, maar we konden hem opsporen. Toen ik een bod deed, aarzelde de man. Af en toe polste ik eens - je mag die dingen niet forceren. Finaal wees hij het af. Nu wil hij dat Philippe de auto weer rijklaar maakt. Maar het is een grote, nogal corpulente man op leeftijd: het is niet zeker dat hij er nog in kan.’
Van Buynder nam er vrede mee. Nu staat de ultieme evolutie van die oer-Lotus in zijn garage: een nagelnieuwe Caterham Seven CSR 485. Hij is erg laag, en aan het piepkleine, hyperdirecte stuurtje kijk je uit op de lange neus. Van nul naar honderd gaat hij in 3,9 seconden. En er zit niets te veel op of aan. ‘Dit is een van de allereerste exemplaren van de CSR 485 en vooralsnog de enige in België, tenzij er al een tweedehandse werd geïmporteerd’, vertelt hij.
‘Mijn vrouw vraagt zich soms af hoe het kán, drie dagen schoonmaken aan zo’n kleine auto.’
‘Op 1 juli 2019 werd hij geleverd, nadat ik er twee jaar op moest wachten. Toen Caterham bekendmaakte dat ze hem zouden bouwen, had ik er meteen een besteld, maar het duurde even voor ze er daadwerkelijk mee begonnen. Dat gaf veel tijd om na te denken over de kleur. Maar da’s moeilijk kiezen uit een folder. Uiteindelijk heeft mijn vrouw de kleur geselecteerd.’
In 1973 verwierf Caterham de rechten op de Seven. ‘Ook Westfield en Donkervoort bouwen auto’s die erop zijn gebaseerd’, legt Van Buynder uit. ‘Die eerste zijn zeer goedkoop, maar kwalitatief om te huilen. Een Donkervoort vind ik heel knap, maar die weegt honderden kilo’s meer. En gewichtsreductie is de essentie van de Seven. Deze weegt 580 kilogram en heeft 240 pk. Hallucinant, ja. De body is van aluminium, polyester en carbon. In Engeland is er nog een met 310 pk, maar die is in ons land niet toegelaten.’
‘Met het Sachs-brommertje van mijn vader reed ik al op m’n zevende in de omliggende weiden’, lacht hij. ‘Daar probeerde ik later bompa’s Peugeot 403 tevergeefs over de kop te krijgen. De dag waarop ik zestien werd en met een brommer mócht rijden, kocht ik een motorfiets voor in diezelfde wei.'
'Ik heb altijd sportieve auto’s gehad. Nadat ik mijn Lotus Esprit S2 verkocht, dacht ik dat de autoliefde wat bekoeld was. Maar na twee jaar begon het weer te kriebelen. Philippe Sébille kende ik van de Lotus-club. In 2009 kocht ik het basismodel van Caterham met 120 pk. Die kostte nieuw 30.000 euro. Vier jaar later kreeg ik er nog 26.000 voor. Toen kwam de CSR 355. En nu dus deze. In oorsprong stond CSR voor Cosworth Sports Racing. Nu heeft hij een tweeliter Ford-motor, maar wegens het specifieke chassis bleef de typeaanduiding behouden.’
‘Hoewel hij veel meer power heeft, is zo’n CSR met zijn onafhankelijke ophanging in de regen minder gevaarlijk dan een basis-Caterham. Hij is ook vrij comfortabel. Soms rijden we 1100 kilometer in één ruk, maar ondanks haar rugoperatie heb ik mijn vrouw nooit horen klagen. Hij piept of kraakt ook niet. En in elf jaar had ik niet één keer pech.’
Instappen en wegwezen, dus. ‘In Frankrijk zijn er nog baantjes waar je je kunt uitleven. We toeren ook in Nederland of Luxemburg. En in september nam ik met mijn buurman deel aan de Gentleman’s Rally in Engeland. Dit jaar gaan we met enkele vrienden van de Lotus-club naar de Elzas, en met z’n tweetjes naar de Dolomieten. De kofferruimte volstaat. Ik heb speciale opbergtassen. Soms hebben we zelfs te veel mee.’
'In Frankrijk zijn er nog baantjes waar je je kunt uitleven'
‘Dit was mijn droom en het is wellicht de laatste. Sowieso vond ik zestig te vroeg om te stoppen met werken. Dat kwam goed uit: met twee jaar extra sparen kon ik hem kopen. Inclusief opties betaalde ik 75.000 euro. In een sportwagen die een veelvoud kost, zou ik meteen het extreem spartaanse missen.'
'Deze heeft geen ABS en geen stuur- of rembekrachtiging. Maar de wegligging is fenomenaal. Dit is het ultieme rijden. Hierin beleef ik meer plezier dan in de Ferrari F40 waarin ik ooit zat.'‘s Zomers neem ik de deurtjes eraf en plaats het plexiglazen windschermpje. Dan overvalt me een gevoel dat ik in zeer weinig auto’s terugvind. Maar je moet ervoor zijn.’
‘Ik zit er hier ook vaak gewoon naar te kijken - ieder z’n eigenaardigheden, zeker?’, lacht hij. ‘En ook poetsen is een plezier. Dat doe ik zelf, ja. Niemand anders komt eraan. Mijn vrouw vraagt zich soms af hoe het kán, drie dagen schoonmaken aan zo’n kleine auto. Ook de motor en de bodem neem ik altijd mee. En soms hangt hij vol slijk: verschrikkelijk - ik kon beter een tractor kopen, denk ik dan.’