Een tocht langs garages in België. Deze week: de auto's en pin-ups van Ronny Westeyn.
In de garage van een automens vind je veel meer dan auto's. Het gereedschap van Ronny Westeyn hangt glimmend aan de muur. In de hoogte zien we bakken vol onderdelen, met speelkaarten die verwijzen naar een legende, zodat hij alles makkelijk terugvindt.
Er staan bekers van concours, er hangen foto's van auto's en pin-ups, er liggen honderden afgestofte tijdschriften. Van de werkbank kan je eten. Hier sleutelt een proper mens, zoveel is duidelijk. 'Ik poets evenveel als ik werk', lacht hij, terwijl hij een houtblok in de stoof gooit. 'Ook als ik aan een auto bezig ben, stop ik soms ineens, om schoon te maken.'
'De MG TD Midget (1950) heb ik al 27 jaar. In die tijd heb ik er 3.000 uur aan gewerkt. Nu is hij top.' Een plaatje in het motorcompartiment herinnert eraan dat de auto in de winter van 1992-1993 een tweede leven kreeg. 'Toen was hij klaar. Een paar jaar eerder had ik hem laten verschepen vanuit Nevada, VS. De staat was oké, maar toen hij hier arriveerde, ben ik wel een hele winter in mijn garage gekropen.
Zodra je eraan begint, wordt het een verslaving. De originele motor is compleet open geweest, gereviseerd en na afloop gepolijst. Op de radiator zie je het originele nikkel. Ook de versnellingsbak is origineel. Nu monteren velen een vijfbak. Doe ik niet.'
Ook het koetswerk is keihard. 'Dat bestaat voor een groot deel uit essenhout, overgeslagen met een dunne plaat', zegt Westeyn, en tikt erop met zijn kneukels. 'Ik hoefde bijna niets te vernieuwen, maar er was wel wat kleiner werk. Ook dat wilde ik aanvankelijk zelf doen. Ik nam dan koetswerkonderdelen mee naar de avondschool, waar jonge gasten me hielpen in ruil voor eten en drinken in de kantine.
Maar carrosseriewerk leer je niet echt goed in een paar jaar. Later nam een specialist hem opnieuw onder handen. Na 25 jaar is het spuitwerk nog altijd prima. Het hout in het dashboard werd vernieuwd door een bevriende timmerman.'
'Kijk, er is al een toerenteller, aangedreven door een dynamo', zegt hij. 'Die draait zeer precies. Vergeleken met een elektronische meter bedraagt het verschil geen honderd toeren. Een benzinemeter is er niet. Wel een peilstokje. Hij verbruikt zo'n elf liter.'
Ronny Westeyn (73)
Gepensioneerd autotechnicus
Eerste: Opel Kadett A (1965).
Daily: Mercedes A 150 (2010).
Beste: Mercedes 200 SLK (2000).
Slechtste: Geen. 'Als technicus rij je nooit een motor kapot.'
Met spijt verkocht: Maserati 4CM 1500.
'Normaal staat hij veel properder', klinkt het. We vragen ons af hoeveel properder een auto kan zijn. 'Sinds de restauratie heb ik er net geen 20.000 mijl mee afgelegd. Bij mooi weer rij ik eens tot bij mijn maten hier in de streek. Bij extreem warm weer leg ik de voorruit plat. Dan voelt het als op een motorfiets. In de beginjaren gingen we vaak naar Engeland. Dan droeg ik een racemuts en -bril. Gaan zwemmen doe je ook in je zwembroek.'
Westeyn is autotechnicus van opleiding. 'Een van mijn beste maten was de zoon van een garagist. In de jaren 70 maakten we samen buggy's en zetten auto's op om te koersen. Die vriend sleepte ook voor de Knokse politie. Ik denk dat het in 1968 was dat we in een box een Maserati 4CM 1500 vonden, een vooroorlogse racewagen. Hij stond er al decennia, achtergelaten door een fils à papa die van de weg was gehaald door de politie.
We konden hem kopen voor 35.000 frank, zo'n 870 euro. We waren zinnens om er ook een buggy van te maken, maar uiteindelijk verkochten we hem een jaar later voor 65.000 frank (1.600 euro). Nu is zo'n auto een fortuin waard. Ik vermoed dat ik hem tien jaar geleden zag rijden op het circuit van Zandvoort.'
Nu heeft Westeyn ook een perfecte, ongerestaureerde Citroën 2pk 'Spécial' (1980) in eerste lak. 'Die kocht ik vijf jaar geleden van de eerste eigenares, een verpleegster van 75 uit Bergen. Er stond 30.364 kilometer op de teller. Aan de onderhoudsdocumenten zag ik dat die stand klopte.
Na 2.500 kilometer moest ze telkens op onderhoud, en dat deed ze extreem nauwgezet. Alsof ze echt mikte. Ze was wel op de hoogte van de marktprijzen en vroeg 7.000 euro. Daar deed ik nog iets af. Schappelijk, als je ziet wat er tegenwoordig wordt betaald voor een goede 2pk.'
In 1968 vond ik samen met een vriend in een garagebox in Knokke een Maserati 4CM 1500, een vooroorlogse racewagen. Nu is die een fortuin waard.
'Thuis zette ik de auto boven mijn put. Hij was als nieuw. Intussen staat er 56.721 km op de teller. Ik spaar hem niet. Het is zo'n plezierig autootje, en niemand is afgunstig. Het is ook heerlijk open rijden. En een geit is extreem baanvast, onmogelijk op haar zij te krijgen.'
'De MG kostte me destijds 15.000 euro, inclusief transport. Als ik redeneerde zoals een belegger had ik een Mercedes 190 SL of een Porsche moeten kopen. Die kostten toen niet meer. Maar ik wilde iets van rond mijn leeftijd.
Ach, ik hoef niet rijk te zijn. Ik heb zeer rijke vrienden. Ook zij hebben hun problemen. Die mensen eten en drinken à volonté, en dragen daar op latere leeftijd de gevolgen van. Rijk zijn is redelijk ongezond.'